Brak Focus: wereldbands en Limburgse gezelligheid in ruil voor lege batterijen op AFF
Een hele zomer lang gidst Brak Focus u zo budgetvriendelijk mogelijk doorheen de alternatieve festivalkalender. Vandaag: dag één van Absolutely Free Festival.
In ons dossier kan je alle Brak Focus-stukken terugvinden.
Het voelt een beetje als een extreem lucratieve ruiltocht. ‘Je hebt drie lege batterijen in de aanbieding? Eens kijken wat we nog liggen hebben. Protomartyr misschien?’
Absolutely Free Festival, het jaarlijkse tweedaagse muziekfestival op de C-mine site in Genk, is even budgetvriendelijk als de andere festivals in onze Brak Focus-agenda. Maar het moet gezegd: qua affiche, organisatie en aanpak doen ze de ‘Brak’ in onze naam een beetje oneer aan. Het concept, een samenwerking met Bebat, is al tien jaar hetzelfde: in ruil voor drie lege batterijen mag je gratis binnen. Wie met lege handen arriveert, doet een vrije gift. (Absoluut gratis is Absolutely Free dus niet.) Door de jaren heen heeft het festival zo ongeveer 240.000 batterijen ingezameld, 700 kilogram per editie. En dus klim ik vrijdagnamiddag nog snel mijn zolder op, haal ik drie lege exemplaren uit mijn oude GameBoy (vreemd genoeg het enige toestel op batterijen dat ik kon vinden) en trek ik niet naar het containerpark, maar naar Genk.
Eenmaal gearriveerd, word ik aan de inkom begroet door de wereldwijd beruchte Limburgse gastvrijheid en een soort aquariumkunstwerk waarin Duiker van The Masked Singer opgesloten zit. Het thema dit jaar is ‘Onder water’, maar dankzij een of ander mirakel is het plots droog. God is a Limburger, blijkbaar.
Zodra ik mijn batterijen heb ingeruild voor een stoffen festivalbandje (fancy!) en het terrein betreed, wordt mijn vermoeden bevestigd: voor een gratis festival is er over alles op AFF verdacht goed nagedacht. Overal hangt sfeerverlichting en versiering. De festivaltenten zijn ingekleed met octopustentakels, koraalriffen en vissen uit papier-maché en werden opgebouwd met ecologische en gerecycleerde materialen. Er zijn eetstandjes naar ieders smaak, van pad thai (€16) tot Griekse pita’s (€10), voorzien door de lokale horeca. (Zelf ga ik voor een vegan burger van €10, die me de rest van de avond en nacht een voldaan gevoel geeft.) Aan de bar kan je naast het gebruikelijke pintje (€3, uiteraard in een herbruikbare beker) ook hippe frisdranken van Fritz-Kola en Oxfam vinden (ook €3). Er is zelfs gebrainstormd over woordspelingen. Zo dragen werknemers T-shirts met ‘stAFF’ op gedrukt en worden de lavabo’s aangegeven met de boodschap ‘Was hier je handen AFF’. Petje AFF!
En dan is er uiteraard ook nog de muziek. Lokale bands, zoals op de meeste gratis festivals. Maar ook grotere internationale namen die op een duur festival als Pukkelpop ergens halverwege de affiche zouden bungelen. Beginnen doe ik evenwel bij Plush Baby, een Antwerps duo met een schattige naam waarvan ik verder niets afweet, behalve dat het bestaat uit Caitlin Talbut (Blond, Bluai, Judith Kiddo) en Nicolas Anné (Saving Nico) en wordt omschreven als ‘retrosynthpop over opgroeien als twintiger in een steeds gekker wordende wereld’. Levensadvies waar ik misschien nog wat aan heb. Bovendien gaat een van hun songs over batterijen. Een match made in heaven, dus.
Plush Baby klinkt als de Vlaamse Chairlift en katapulteert me met enige nostalgie terug naar mijn MySpace-jaren. Helaas valt hun set halverwege een beetje in het water door technische mankementen, maar dat wordt ruimschoots gecompenseerd met de wolkjes suikerspin die frontvrouw Caitlin uitdeelt aan het publiek. Gratis snacks, daar zegt deze brakke reporter natuurlijk geen nee tegen.
Daarna tel ik mee tot zes op de slachthuisrap van Kleine Crack en Slagter, bedenk ik flauwe protmopjes tijdens de Amerikaanse postpunkband Protomartyr (die volgens de geruchten trouwens in een Spice Girls-tourbus naar Genk kwam gereden), breek ik in angstzweet uit wanneer de frontman van het uit de Londense underground geplukte Fat Dog zich roepend in het publiek begeeft en vang ik een glimp op van Portishead-brein Geoff Barrow tijdens Beak>. Dat is het voordeel van gratis festivals: je voelt minder de behoefte om als een kip zonder kop van het ene podium naar het andere te rennen om alles uit je geld te halen. De druk is erAFF. (Sorry.)
Wat het des te leuker maakt wanneer je toch een muzikale ontdekking doet. Het hoogtepunt van mijn avond komt vreemd genoeg gewoon van een jonge snaak uit Leuven: Egidius, die zijn extatische elektropop met knipogen naar trashy eurodance, Drain Gang en platte pop heeft meegebracht. Intussen heeft heel hip Limburg zich verenigd in de tent om in een soort collectieve staat van euforie te belanden. De sfeer valt moeilijk te beschrijven, maar zweeft ergens tussen die van een edgy feestje in Recyclart en die van een lokale chirofuif. Esthetische brakheid, zoiets. Op een gegeven moment knalt Egidius zelfs Akons Right Now (Na Na Na) door de boxen.
Het is de climax van een festival dat in VT4-programma’s een tien voor sfeer en gezelligheid zou krijgen. Misschien ligt het aan de steenkoolmijngrond. Vermoedelijk heeft het te maken met de Limburgers, sowieso al mijn favoriete bevolkingsgroep. Mogelijks zitten de pintjes er voor iets tussen. Hoe dan ook: AFF is een van de sympathiekste festivals van het land.
Misschien is dat wel het geheim van Absolutely Free Festival: het is een sfeerfestival à la Best Kept Secret, maar dan gratis, kleinschaliger, minder elitair en zonder al te veel luidruchtige Hollanders. Dit jaar biedt het festival zelfs voor het eerst een camping aan, ‘voor als het AFFscheid te zwaar valt’. Voor twintig euro per nacht mag je je tent opslaan op de voormalige mijnsite. Niet spotgoedkoop, maar je krijgt er wel een Genks ontbijt bij. Helaas ben ik zelf een overtuigd anti-kampeerder en keer ik na Egidius huiswaarts. Moe maar voldaan, want het was effenAFF plezant.
Het prijskaartje
Inkom: 3 lege batterijen
Suikerspin: gratis
Twee pintjes: 6 euro
Fritz-Kola: 3 euro
Vegan burger: 10 euro
De balans: 19 euro, een uitstekende deal als je het mij vraagt.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier