Een halve eeuw ‘Tonight’s the Night’ van Neil Young: muziek met een rouwrandje

Toen Neil Young op 20 juni 1975 het rauwe, ongepolijste Tonight’s the Night uitbracht, werd de plaat door vriend en vijand als commerciële zelfmoord afgedaan. Radiovriendelijk kun je ze nog steeds niet noemen, maar vijftig jaar later geldt de met tequila besprenkelde dodenwake als een absoluut hoogtepunt uit ‘s mans rijke oeuvre.

De seventies behoren zonder twijfel tot de creatiefste en vruchtbaarste periode uit Neil Youngs carrière. Tijdens dat decennium bracht de Canadees acht voortreffelijke langspelers uit, aangevuld met een filmsoundtrack en een lp met The Stills-Young Band.

Het monstersucces van Crosby, Stills, Nash & Young (met Déjà Vu) en soloplaten als After the Goldrush en Harvest had van Neil Young in 1972 een heuse popster gemaakt. Die nieuwe positie beviel hem maar matig. Naar zijn aanvoelen was het succes een keurslijf: oppervlakkig en leeg. ‘Door de hit Heart of Gold werd ik willens nillens een middle of the road-artiest’, zou hij later verklaren. ‘Maar aangezien ik dat traject zo saai vond, stuurde ik resoluut richting greppel.’ Het was de aanzet tot een muzikaal drieluik waarmee hij het mainstreampubliek pijlsnel van zich vervreemdde en dat inmiddels bekend staat als de ‘ditch trilogy’.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

De oorsprong van die lp-reeks lag in het tragische verlies van twee van zijn beste vrienden. In november 1972 overleed Crazy Horse-gitarist Danny Whitten aan een overdosis, nog geen 24 uur nadat Neil Young hem naar huis had gestuurd omdat hij, door zijn hardnekkige drugsverslaving, niet meer in staat bleek mee te spelen tijdens de op handen zijnde Time Fades Away-tournee. Een half jaar later vernam Young, na zijn terugkeer uit Hawaii, waar hij samen met Crosby, Stills & Nash opnamen had gemaakt voor de onuitgebracht gebleven lp Human Highway, dat ook zijn gitaarroadie Bruce Berry aan een overdosis heroïne was bezweken.

Beide tragedies maakten hem, op zijn 27ste, niet alleen pijnlijk bewust van zijn eigen sterfelijkheid, maar ook van de onherstelbare schade die verdovende middelen konden aanrichten. Even voordien had Young voor Whitten nog The Needle and the Damage Done geschreven. Nu waren er alleen nog het verdriet en een knagend schuldgevoel.

Wiet en tequila

Het even rammelende als schurende live-document Time Fades Away, vastgelegd kort na de dood van Danny Whitten, zou het eerste deel van het doemtriptiek worden. De toeschouwers die op de luistervriendelijke songs uit Harvest waren afgekomen, kregen, tot hun afgrijzen, overwegend luide, ongepolijste nummers geserveerd. En die stonden volkomen haaks op de intimistische folk en bucolische countryrock uit Neil Youngs recente bestseller. De reacties waren koel en vijandig, maar de artiest volgde koppig zijn eigen impulsen. ‘Ik kon het publiek niet geven wat het verlangde’, vertelde hij achteraf. ’Een artiest kan onmogelijk groeien als hij tegen zijn natuur ingaat door te proberen aan andermans verwachtingen te voldoen’.

Young zocht dus resoluut de schaduw op. Samen met de Santa Monica Flyers, een band die bestond uit drummer Ralph Molina en bassist Billy Talbot (de ritmesectie van Crazy Horse), gitarist Nils Lofgren en pedalsteelfenomeen Ben Keith, sloeg hij zijn tenten op in Los Angeles. Studio Instrument Rentals was een repetitieruimte met een klein podium, die toebehoorde aan Jan Berry van het surfrockduo Jan & Dean en tevens de broer van de betreurde Bruce. Er werd een vrachtwagen met een mobiele studio gehuurd en een maand lang hielden Neil Young en zijn rouwende medeplichtigen al musicerend een Ierse dodenwake voor hun verloren vrienden.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Dagelijks werd er gebiljart, wiet gerookt en overvloedig tequila gedronken. Tegen middernacht, als iedereen stoned genoeg was, beklommen de muzikanten het schaars verlichte podium en speelden ze, losjes uit de pols, de songs die Young ter plekke had verzonnen. Spontaneïteit stond centraal – een ware bevrijding na het perfectionisme van Harvest. In wezen speelde de groep iedere nacht een concert zonder publiek, waarbij ze de tape gewoon lieten lopen. Toch hadden de betrokkenen nooit het gevoel dat ze bezig waren een plaat op te nemen.

De muziek klonk intens maar rafelig: Neil Young, die vaker naast dan op de toon zong, stond of te ver van of te dicht bij de microfoon en ook de tempo’s klonken weinig stabiel.

Op de tast

De Santa Monica Flyers lieten zich leiden door hun gevoel en speelden al net zo slordig als The Stray Gators ten tijde van Time Fades Away.  Maar producer David Briggs deed geen enkele moeite om fouten of onnauwkeurigheden te remediëren. Young toonde zich een voorstander van audio vérité. Dat hield in dat overdubs uit den boze waren. De opnamen die uiteindelijk de ruggengraat van Tonight’s the Night zouden vormen, waren snapshots die hun schoonheid dankten aan hun imperfectie én het gemeenschapsgevoel van de bandleden. De songs waren dan ook veeleer bestemd voor de muzikanten zelf dan voor de luisteraars.

Tijdens één nacht nam de groep vijf songs op die de kern van het project zouden vormen: Tonight’s the Night, een bluesy elegie voor Bruce Berry, het louter op de tast gespeelde Speakin’ Out en het bedrieglijk opgewekte, aan de vluchtigheid van de roem referende World on A String. Voorts waren er Tired Eyes, over een kennis van Neil Young die werd doodgeschoten tijdens een uit de hand gelopen cocaïnedeal, en het  wanhopige Mellow My Mind, waarin de zanger behoorlijk vals zong, al klonk het net door die wankele voordracht extra meeslepend.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Na het weerbarstige, verkoopsmatig geflopte Time Fades Away vonden Neil Young noch zijn platenmaatschappij het verstandig het in Californië ingeblikte materiaal met de buitenwereld te delen. Het zou dus nog ruim twee jaar in het vriesvak blijven liggen. Intussen toerde Young uitgebreid samen met Crosby, Stills & Nash en zou hij nog twee andere platen maken: het sombere On the Beach, het eigenlijke slotstuk van de ‘Ditch Trilogy’, en het melodieuze Homegrown, over zijn breuk met de actrice Carrie Snodgress. De laatstgenoemde collectie klonk echter zo persoonlijk dat de artiest besloot ze voor zichzelf te houden. Pas met 45 jaar vertraging zou ze alsnog het licht zien.

De pedalen kwijt

Hoewel Tonight’s the Night voorlopig onuitgebracht bleef, besloten Neil Young en zijn band in de winter van ’73 wél met dat materiaal de hort op te gaan. Een controversiële beslissing, want het leidde tot een even bizarre als theatrale show die de fans in opperste verwarring achterliet. Op het podium stond, in een decor van plastic palmbomen, een beschonken sjamaan die lange, onsamenhangende tirades afstak en uitsluitend deprimerende nummers bracht die nog geen mens had gehoord.

Soms jende Young zijn fans met de belofte ‘hier komt iets wat julie al kennen’, om vervolgens, voor de tweede keer die avond, het nummer Tonight’s the Night in te zetten. Neil Young gebruikte de avonden om zijn demonen uit te drijven, maar pers en publiek, die (nog) niet vertrouwd waren met de context, waren eensluidend in hun oordeel: The Loner was nu écht wel de pedalen kwijt. Alle lof ging naar The Eagles die voor de concertreis als opwarmers waren aangezocht.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Young speelde even met de idee om de songs te bewerken tot een Broadway musical, die From Roadie to Riches zou heten. Dat plan werd echter gauw opgeborgen. Op een avond, tijdens een feestje bij Rick Danko van The Band, werd een tape gedraaid waarop zowel de songs uit Tonight’s the Night als het vrij toegankelijke Homegrown stonden. Alle aanwezigen waren het er over eens dat het vol weerhaken zittende eerste werkstuk met voorsprong het meest intrigerende was. Dus besloot Neil Young te elfder ure, tot grote frustratie van zijn platenmaatschappij, de release van Homegrown tegen te houden en in de plaats daarvan Tonight’s the Night op de markt te brengen.

Licht in de duisternis

Alle betrokkenen beseften meteen dat het nooit een commerciële voltreffer zou worden, zeker omdat Young ook nog eens weigerde de grofkorrelige opnamen te hermixen of op een andere manier te fatsoeneren. Het droeg allemaal bij tot ’s mans reputatie als één van de eigenzinnigste en meest compromisloze artiesten van zijn generatie.

Algemeen gold de perceptie dat Tonight’s the Night een donkere, mistroostige plaat was, met wanhoop en verlies als centrale thema’s. Dat was echter slechts de halve waarheid, want tegelijk waren de songs een viering van het leven. Dreigde de plaat toch te donker te worden, dan zorgde Neil Young er telkens voor dat in de songs ook een straaltje licht doordrong. Ook vulde hij de tracklisting aan met twee extra nummers uit de sessies in LA.: de ballad Albuquerque, over Youngs verlangen naar anonimiteit, en de vrolijke stonercountry van Roll Another Number, waarin de artiest de zachtmoedigheid en passiviteit van de Woodstockgeneratie op de korrel nam.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Bij wijze van ode aan zijn eerste gevallen kameraad voegde Neil Young een vijf jaar oude live-opname van Crazy Horse uit de Fillmore East toe. De potige garagerocker Come on Baby Let’s Go Downtown, gezongen door Young en Danny Whitten, handelde over het scoren van heroïne. Wat aanvankelijk nog feestelijk bedoeld was, veranderde onder druk van de omstandigheden in een klaaglied.

Zeggingskracht boven techniek

Om tot een werkbare lp-lengte te komen, dolf Neil Young nog drie tracks op die hij al in 1972 had ingeblikt. Het hartverscheurende, solo-akoestisch gespeelde Borrowed Tune steunde op de melodie van Lady Jane van The Rolling Stones, door Young schaamteloos gepikt wegens ‘too wasted to write my own’. Het folky New Mama, oorspronkelijk bestemd voor Crosby, Stills, Nash & Young, werd door Ben Keith, Ralph Molina en George Whitsell van fraaie harmonieën voorzien en was geschreven voor Youngs levensgezellin, Carrie Snodgress, na de geboorte van hun eerste zoon Zeke. Het met gewelddadige beelden gelardeerde Lookout Joe tenslotte, dateerde nog uit Youngs dagen met The Stray Gators en waarschuwde tegen alle verslaafde GI’s die net van de oorlog in Vietnam waren teruggekeerd.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Tonight’s the Night begon en eindigde met verschillende versies van dezelfde track, een proccédé dat Neil Young later ook zou toepassen op langspelers als Rust Never Sleeps en Freedom. Het was de plaat waarmee de artiest het sterrendom resoluut afzwoer ten voordele van tot onbehagen stemmende waarachtigheid. Muzikale techniek was van secundair belang: wat telde was de zeggingskracht van de uitvoering. Tonight’s the Night was niet alleen de neerslag van een rouwproces, maar ook van Youngs obsessie met de ups en downs van de drugscultuur. De lp vormde het grafschrift voor een Amerika dat, na het optimisme van de sixties, zijn morele kompas was kwijtgeraakt.

Velen zien Tonight’s the Night als het zwarte schaap in Neil Youngs discografie, maar volgens de man zelf behoort zijn zesde langspeler zeker tot zijn allerbeste en duurzaamste werk, een inschatting die inmiddels door de meeste van zijn fans wordt gedeeld. Bovendien overbrugden de eerste twee delen van de Ditch Trilogy de kloof tussen de singer-songwriterliga en de punkgeneratie, die zich overigens pas enkele jaren later zou gaan roeren. En met zijn adagium ‘it’s better to burn out than to fade away’ gaf Neil Young aan hoe feilloos hij de tijdgeest aanvoelde, nog voor hij goed en wel was doorgedrongen.

Tonight’s the Night verscheen oorspronkelijk op 20 juli 1975 bij Reprise. Neil Young & The Chrome Hearts concerteren op maandag 30 juni op het Brusselse Paleizenplein.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content