Een dag uit het leven van rapfenomeen Joost: ‘Oude mensen haten mij, maar ik haat hen met liefde terug’
Joost. Gewoon Joost. Na Billie Eilish moet het de naam geweest zijn die het meest over de tongen ging tijdens de voorbije editie van Pukkelpop. Hij komt uit Friesland, heeft een verleden als youtuber en noemt zichzelf de blanke Paul de Leeuw, maar het is beter dat u hem toch maar serieus neemt. Weinig artiesten hebben namelijk interessantere dingen te zeggen over wat muziek in 2019 voor jonge mensen dient te zijn.
1. Joost is naar België gereden met een ridderpak en een usb-stick.
Pukkelpop, vrijdag 15 augustus. Het is net voorbij de middag wanneer Joost Klein (21) en zijn entourage de artiestenparking van het festival oprijden. Acht mensen zitten opeengepakt in een vaalgroene, shabby Mercedes-monovolume, gehuurd in Friesland. De ramen staan open, door de boxen klinkt Party McHardy van Riff Raff. Iedereen haast zich om uit de auto te kruipen. Eerst twee videografen, dan Joosts manager, zijn tourmanager, zijn geluidsman en een dj-producer die Mick Spek heet. Niemand is ouder dan 21. Allemaal zijn het vrienden die hij al langer kent. Meestal van het internet.
In Meeuw laat Joost ‘Ik ben flyer dan een meeuw’ rijmen op ‘Ik ben de blanke Paul de Leeuw.’ Waarschijnlijk is dat geniaal. Het is ook heel erg random en heel erg internet.
Joost is de voorlaatste die uit de auto stapt. Hij ziet eruit alsof een jonge Boris Johnson een make-over van Ali G heeft gekregen. Hij draagt een baggy ninetiesraversbroek met een tribalprint die we niet meer gezien hebben sinds 1998. Hij tilt zijn zonnebril met gele glazen op en steekt zijn hand uit. Op zijn knokels staat ‘1983’ getatoeëerd in gotische letters. ‘Dag meneer’, zegt hij beleefd.
Het zal zijn grootste talent blijken deze dag: mensen zich oud doen voelen.
De laatste man die uitstapt, is zo mogelijk een nog groter enigma: een imposante verschijning met geblondeerd haar en een dun snorretje die door iedereen Stuntkabouter, Stunt of Stuntje genoemd wordt. In de echte wereld heet hij Martijn en is hij een acteur en Instagram-bekendheid met 87.000 subscribers. In de wereld van Joost is hij een soort mascotte die overal mee naartoe genomen wordt. En hij is Joosts beste vriend.
‘Kunnen wij ons materiaal ergens kwijt?’ vraagt Stuntkabouter terwijl hij de koffer van de auto opent. Ik kijk in de koffer. Er ligt een metalen helm, een maliënkolder, lederen onderarmbeschermers en een realistisch ogend zwaard.
‘Is dat een ridderpak?’ vraag ik.
‘Een ridderpak, ja.’
‘Waarom?’
‘Je zult wel zien.’
‘En waar is de rest van jullie materiaal?’
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
‘Hier’, antwoordt Mick Spek. Hij grijpt met duim en wijsvinger in zijn borstzakje en haalt er een USB-stick uit. ‘De muziek.’
Joost Klein is niet de makkelijkste man om te introduceren. Je zou hem met wat goede wil de Faberyayo van de internetgeneratie kunnen noemen. Hij rapt in het Nederlands, maar hij heeft niet de flow van pakweg Lil Kleine. Zijn grootste talent is wel talig, met een specifiek gevoel voor aforismen, absurde humor en rijmelarij. In Meeuw, een goede introductie tot zijn kunnen, laat hij ‘Ik ben flyer dan een meeuw’ rijmen op ‘man van de eeuw’, ‘Godverdomme Hans Teeuw’, ‘Mail me op mijn Hotmail’, ‘9GAG epic fail’ en ‘Ik kan niet praten want ik schreeuw’. Dat is een fascinerend rijmwoordenboek. De mooiste: ‘Ik ben de blanke Paul de Leeuw.’
Waarschijnlijk is dat geniaal.
Alleen: het is ook heel erg random en heel erg internet. Op Albino, zijn begin dit jaar verschenen debuutplaat, staan nummers over dorst hebben (Glaassie water), dat hij zich Guus Meeuwis voelt (Guus Meeuwis) en hoe de bus missen een metafoor kan zijn voor de liefde (Bus gemist). Hij rapt over hardcorebeats, nu-metalsamples, opgefokte elektro en ninetiestrance. En Joost is meer dan de muziek. Hij heeft een eigen universum gecreëerd, bevolkt door Stuntkabouter, Crazy Frog en Zaanse mayonaise. Op zijn bovenbeen staan de woorden ‘link in bio’ getatoeëerd. Hij heeft een dichtbundel uitgebracht met gedichten over onder meer voetballer Dirk Kuyt. Het is heel, heel moeilijk om dat allemaal een plaats te geven.
‘Blijkbaar is Facebook Messenger gebruiken nog normaal hier in Vlaanderen. Het is geen 1960 meer, hè. ‘
U begrijpt: niet meteen iets wat je op de Main Stage van Pukkelpop verwacht. Niemand – inclusief Joost, Joosts management en Joosts tourmanagement – lijkt te weten waarom hij die spot op het hoofdpodium precies heeft gekregen. Radiohits heeft hij niet. Zijn singles worden op Studio Brussel gedraaid, maar niet in hoge rotatie. Zijn enige Belgische optredens vóór Pukkelpop waren de Charlatan in Gent en de Trix in Antwerpen. En ja, vorig jaar, lang voor de affiche van Pukkelpop bekend was, rapte Joost in Albino ‘Ik ben in België met vrienden voor een show / Op Pukkelpop 2019, let’s go!’ maar dat had meer van een een grap dan van een publieke sollicitatie.
‘Ik vind het ook interessant wat er met mij aan het gebeuren is’, zegt Joost terwijl roadies van Pukkelpop het ridderpak uit de koffer halen. ‘Ik snap het namelijk zelf niet.’
2. Acid heeft de trein gemist.
Joost Klein en zijn entourage zitten in de backstage van Pukkelpop, een container van twee bij drie meter. Op de tafel liggen opengescheurde pakjes Pokémon-kaarten. Het is het enige dat hij op zijn rider heeft staan. Bovenaan op de stapel ligt een Jigglypuff. Blijkbaar is dat een goede kaart.
Door de open ramen dreunen de bassen van Kraantje Pappie, die net voor hem op de Main Stage staat. Joost is last minute op zijn MacBook de visuals aan het editen die straks op het podium te zien zullen zijn. De anderen zijn bezig op hun smartphone.
Joosts gsm licht op. ‘Nathan komt niet. Hij heeft zijn trein gemist’, zegt hij. Nathan is Nathan Vandergunst, beter bekend als Acid, met meer dan 400.000 subscribers de grootste Vlaamse youtuber – én Joosts eenmanspromomachine in Vlaanderen. Bij Joosts laatste show in de Charlatan leek het alsof er evenveel mensen daar waren om Acid in het publiek te zien als Joost op het podium.
‘Weet je wat grappig is? Nathan gebruikt nog altijd Facebook Messenger. Blijkbaar is dat nog normaal hier in Vlaanderen.’
‘En dat is het niet?’
‘Ben je gek? Het is geen 1960 meer. We leven in de toekomst. Serieus. Facebook Messenger. Do I look like an old dude?‘
Zoals gezegd: zijn grootste talent van de dag.
Joost en Acid zijn niet toevallig vrienden. Voor hij begon met rappen heette Joost nog EenhoornJoost en was hij een grote youtuber in Nederland. Of liever: een grote youtuber in zijn niche. EenhoornJoost was niet meteen de man die elke video eindigde met ‘Please like and subscribe’ en dan zijn twee duimen omhoog stak. Er is een video waarin hij praat over waarom hij bij het koningshuis wil, jongleert met een iPad en naar het Muiderslot trekt, om daar te beslissen dat het toch niks voor hem is. Er is een andere video waarin hij liggend op straat in een KFC-emmer overgeeft terwijl hij ‘Niemand geeft een fok om mij’ zingt. Er valt weinig aan te snappen, maar het zegt iets over hoe hij de muziekwereld binnen is gekomen: zijn achtergrond is de wereld van de memes, de Reddit-fora en de absurde humor, eerder dan die van de rhymes en de bars. Hij is meer internetrapper dan rapper.
En dan is er dat andere verhaal dat in elk stuk vermeld wordt. Toen Joost twaalf was, kreeg zijn vader kanker en overleed hij. Een jaar later stierf zijn moeder aan een hartstilstand. Sindsdien is hij wat in Charles Dickens-boeken ‘een wees’ genoemd wordt en woonde hij onder meer bij zijn broer, die veertien jaar ouder is. Hij heeft twee mooie YouTube-filmpjes gemaakt – Leven zonder ouders en Draw My life – waarin hij daar dieper op ingaat.
Als Joost een superheld was geweest, dan had hij een geweldige origin story.
Alleen: hij is geen superheld.
En dan is het vooral een heel érg verhaal.
3. Joost vertelt niet graag over zijn verleden.
Je praat niet graag over je ouders, heb ik gelezen.
Joost: Niet in de pers, nee. Het is de dood van mijn ouders, hè. Dat is niet iets waar je elke keer opnieuw over wilt praten alsof het een of ander sad boy-promoverhaaltje is. Maar goed: je mag altijd vragen stellen, dan kijk ik wel of ik kan antwoorden.
Ik begin er vooral over omdat het nadrukkelijk verweven zit in wat je doet.
Joost: Je kunt die dingen niet los van elkaar zien. Als mijn ouders nog leefden, zou ik nu niet doen wat ik nu doe. Simpelweg omdat ik niet geworden zou zijn wie ik nu ben. Ik weet nog dat ik in 2008 mijn eerste laptop had gekregen, met één voorwaarde: ik mocht van mijn vader maar twee video’s op YouTube hebben. ‘Later gaan ze je naam googelen en dan vind je geen werk meer’, was zijn uitleg. Als er niemand meer is om te zeggen wat je niet mag doen, ga je vanzelf meer je eigen weg zoeken.
De dood van mijn ouders was ook letterlijk het beginpunt. Ik zocht een reden om op mijn kamer te zitten. Die reden is YouTube geworden. Eerst door Call of Duty-video’s te editen, dagen, weken, maanden aan een stuk. Tot ik geen beelden meer had om te editen en dan maar zelf voor de camera ben gaan staan, wat dan EenhoornJoost is geworden. Domweg maken, daar is het me altijd om gegaan. Dat verzacht de pijn. Alle pijn. En voor alle duidelijkheid: dat zeg ik met een glimlach op mijn gezicht. Ik wil niet emo klinken.
Je komt uit Britsum, een dorp in Friesland met nog geen duizend inwoners. Ook dat maakt deel uit van je universum.
Joost: Friesland is een speciale plek om op te groeien. Ik had lang haar en zag eruit als een meisje, wat voor een heleboel mensen ginds reden genoeg was om me homo te noemen. Ik droeg Nikes: dat was ook al raar. De coole kid, dat was de guy die klompen droeg op school. Dat meen ik: je hoorde hem van ver aankomen op de speelplaats. (lacht) Maar er niet bij horen had ook een voordeel: je kunt er doen wat de fok je wilt. Als je in een vaag dorp woont en er niet bij hoort, kun je alleen maar op het internet terecht. Ik ben een kind van het internet. Bijna al mijn vrienden ken ik via het internet. Bijna al mijn interesses komen van het internet.
Ik droeg Nikes: dat was al raar in mijn dorp Britsum. De coole kid, dat was de guy die klompen droeg op school.
Zo ben ik ook begonnen: door naar buitenlandse youtubers te kijken. Alle namen die in 2007 en 2008 popping waren. Ik was een grote fan van Smosh, twee dudes die bekend zijn geworden door de theme song van Pokémon te playbacken op hun kamer. SuperEd86 was ook zo iemand, een jongen die heel rare video’s maakte. Je moet My Pee Pee maar eens kijken, een song over zijn pipi. Bestaat ook een dubstepremix van die tien uur duurt. Word ik nog altijd warm van.
Toen ik met EenhoornJoost begon, was dat wat ik wilde doen: vage shit maken. Ik weet nog dat ik een Play Button kreeg van YouTube omdat ik 100.000 subscribers had. Ik had er niet zoveel mee, dus ben ik de straat op gegaan, ik heb mijn T-shirt uitgetrokken en grote pakken pudding over die button gekapt. Chocoladepudding. Bolletjespudding. Alle soorten pudding. Stuntje had het gefilmd. Niemand die er iets van snapte, maar voor mij hield het steek. Dat was mijn manier om te zeggen: ‘Dank je wel, fans. I love my fans. Thank you for this. Don’t forget to like and subscribe.‘
Waarom ben je met YouTube gestopt?
Joost: Ik heb het zelf nooit als stoppen gezien omdat ik er simpelweg nooit mee begonnen ben. Ik was nooit een echte youtuber.
Je had 200.000 volgers. Dat is toch een aardig inkomen?
Joost: Als je YouTube laat adverteren op je filmpjes wel, ja. Maar daar bleef ik liever van weg. Dan krijg je plots reclame voor Coca-Cola voor je filmpje. Ik drink niet eens Coca-Cola.
Nu, heel even ben ik wel popping geweest. Toen ik achttien was, had ik het plan opgevat om tijdens de Romereis van onze school elke dag te vloggen. De school was er niet zo blij mee. Uiteindelijk ben ik naar huis gestuurd omdat ik ‘een slechte invloed op de groep’ was – niet veel later ben ik ook met school gestopt. Dat was de eerste keer dat mijn video’s echt bekeken werden. Uit het niks had ik een ton views. Daarna zijn mensen ook mijn andere dingen gaan checken en begon ook de random shit views te scoren. Heel even heb ik toen geprobeerd om het serieus te nemen en alle dagen video’s te maken. Ik heb het acht dagen kunnen volhouden. Daarna was het op.
Achteraf bekeken is dat ook goed geweest: het landschap is sindsdien snel veranderd. Toen ik begon, was YouTube de plek waar alles kon. Vandaag is het overgenomen door kids die hun eigen American dream hopen te beleven. Ik haat niemand zijn hustle. Doe je ding. Maar YouTube is stilaan wel de RTL4 van het internet geworden: de plek waar je Ex on the Beach kunt kijken.
Hoe vaak hebben oude mensen met geld al in 2019 geleefd? Precies, ja: nooit. Oude mensen haten mij en ik haat hen met liefde terug.
Waarom ben je beginnen te rappen?
Joost: Ook dat is nooit echt een beslissing geweest. Ik wil gewoon dingen maken. Elke dag mijn brein tot het maximum benutten. En ik merk dat dat meestal iets met taal is. Vorig jaar heb ik een boek met gedichten uitgebracht. Vorige maand heb ik het Nederlandse Jongerenboekengeschenk mogen schrijven. Rappen is ook zoiets.
Ik maakte ook al muziek voor ik gestopt was met YouTube, alleen werd het niet echt opgepikt. Scandinavian Boy, mijn mixtape uit 2017, was de eerste keer dat ik numbers maakte. Nou ja, numbers… Er is nooit een nummer van mij ontploft. Ik heb geen hits. Verder dan #38 in trending raak ik niet op YouTube. #38 in trending: dat is zowat mijn positie in Nederland.
Ben jij de Faberyayo van de jeugd van tegenwoordig?
Joost: Dat hoor ik wel vaker. Ik ken Pepijn ook een beetje, dus ik snap het wel. Maar mijn voorbeelden zitten vooral in het buitenland. Ken je Riff Raff? Een blanke rapper uit Texas die eruitziet als een parodie op een blanke rapper uit Texas. Cornrows in het haar, gemillimeterd baardje, te grote zonnebril, metalen tanden. Bij hem vragen mensen zich ook altijd af of hij het meent. Terwijl dat niet the point is. Riff Raff is alles tegelijk: hij is een aesthetic.
Donnie, Cheef Kief, Riff Raff, Tommy Cash: alle artiesten naar wie ik opkijk, zijn aesthetics. Ze gaan ruimer dan puur de muziek. Als er bij mij één plan achter zat, was dat het: ik zag in Nederland niemand die muziek maakte zoals ik het graag had. Muziek voor nu.
Maar je meent het dus wel?
Joost: Zeker. Mensen denken al van in het begin dat het een grap is, een soort parodie. Maar voor mij is het geen grap. Dit is wat ik doe. Er is niks anders.
4. Joost ziet voor het eerst de wei van Pukkelpop.
Stage time. Joost en Stuntkabouter staan in een innige omhelzing naast het podium, terwijl Otto-Jan Ham hem aankondigt. Moet u erbij denken: Stuntkabouter in volle riddertenue. Helm. Maliënkolder. Onderarmbeschermers. Hij lost de omhelzing, grijpt zijn zwaard en gaat als eerste het podium op op de tonen van Ameno, een soortement pseudogregoriaanse hit van Era uit 1996 in een speciale remix. Hij zwaait met het zwaard door de lucht, allicht niet toevallig met de knullige moves van Star Wars Kid, een van de allereerste virale video’s. Bij elke climax van het koor in Ameno steekt hij zijn wapen in de lucht en neemt hij het gejuich in ontvangst.
Het lijkt dom, maar het is slim. Het zou niet mogen, maar op een vreemde manier klikt het allemaal ineen: de jongensachtige ridder op sneakers, de ninetieskitsch, het enthousiasme van het publiek. Joost kijkt van aan de zijkant toe. Je ziet in zijn blik dat hij ontroerd is.
Meteen daarna is het aan de blanke Paul de Leeuw zelf. Mick Spek, dj van dienst, zet Ome Robert in gang. Bij de eerste opgefokte elektrobeats spurt Joost het podium op, de ogen naar beneden geslagen, met de loopstijl van de jongen die als laatste gekozen wordt in de les lichamelijke opvoeding en het enthousiasme van de spits die net in de finale van de Champions League gescoord heeft. ‘En wie ben jij? Ik ben een God’, roept hij door de micro.
En dan kijkt hij voor het eerst op.
‘Alle artiesten naar wie ik opkijk, gaan ruimer dan puur de muziek. En in Nederland zag ik niemand die muziek maakte zoals ik het graag had. Muziek voor nu.’
Het duurt maar een fractie van een seconde, maar het is een mooi moment. Heel even zie je Joost verschieten. Het zijn namelijk niet de verwachte vijfhonderd of duizend fans die verzameld hebben voor de Main Stage. Het zijn er tienduizend. Niemand die begrijpt waarom ze er zijn, maar ze zijn er. Tot ver achter de geluidstoren zie je jonge, rood aangelopen gezichten – in de eerste vijftig rijen lijkt niemand ouder dan negentien. Het zicht lijkt hem heel even omver te blazen. Onmiddellijk herpakt hij zich en roept ‘Suck my dick, bitch’ door de microfoon.
Niet zo seksistisch bedoeld als het klinkt, trouwens.
Wat volgt, is niet zozeer een concert te noemen: het is een entertainmentshow die voorbijdendert zonder één moment van rust. Na één nummer heeft Joost zijn T-shirt uitgespeeld. Na vijf nummers hangt zijn broek op zijn enkels en wiegt hij met zijn heupen op de beat. In het zesde lied doet hij zijn schoen uit en vraagt hij aan het publiek hetzelfde. Een zee van mensen steekt één schoen in de lucht. Eén iemand gooit zijn Nike het podium op. (Joosts reactie: ‘Ik weet niet of dit mijn maat is, maar jullie zijn mijn maten.’) Wellicht het vreemdste moment is zijn cover van Axel F van Crazy Frog. Als in: Mick Spek zet het origineel op, terwijl Joost de melodie meeroept. En het publiek, dat gaat hard. Heel hard. Meer moshpits per vierkante meter zal Pukkelpop deze editie niet kennen.
Van aan de zijkant van het podium valt ook iets anders op. Hoe uitzinniger de fans worden, hoe meer mensen uit de backstage een kijkje komen nemen naar wat er aan het gebeuren is. En allemaal hebben ze dezelfde blik, een mix van verbazing, meewarigheid en vooral onbegrip. ‘Onmogelijk te volgen als je ouder bent dan 25’, schrijft Het Belang van Limburg achteraf. ‘Wie geboren is voor 2000, begrijpt hier geen hol van’, kopt Humo. ‘Wie we daar hebben: de generatiekloof!’ aldus De Standaard na het weekend.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Het is even intrigerend als zijn succes bij jonge mensen: het onbegrip dat Joost krijgt van wat hij ‘oude mensen’ noemt. Het heeft te maken met zijn lyrics. Als hij ‘Jij bent Firefox en ik ben Google Chrome’ rapt, vereist dat enige voorkennis over de coolheid van browsers. Als hij ‘Ik ben Michael, shamone’ rapt, dien je te weten dat Michael Jackson ‘come on’ als ‘shamone’ uitspreekt en het internet daar een vreemde obsessie mee heeft. Maar het zit vooral in zijn muzikale universum. Voor wie de late jaren negentig en vroege noughties heeft meegemaakt, werkt het referentiekader niet. De hardcorebeats klinken als iets waar scheve johnny’s op speed in de jaren negentig hun ding op deden. Crazy Frog was in 2005 een ellendige, ellendige ringtoon. Midlife Crisis, de single die Joost op Pukkelpop voor het eerst laat horen, doet je je afvragen waarom de trancepop van de late nineties – denk Alice Deejay en DJ Jean – terug is. Zonder de juiste context lijkt Joosts show heel hard op een platte Chirofuif.
Ergens doet het aan de comeback van Buffalo’s denken. Wie oud genoeg is om de jaren negentig te hebben meegemaakt, snapt niet hoe en waarom de lelijkste schoen onder de schoenen een terugkeer kan beleven. Wie niet oud genoeg is om de jaren negentig te hebben meegemaakt, stelt zich die vraag simpelweg niet. Misschien is het dat wel: Joost klinkt zoals Buffalo’s eruitzien. Om maar te zeggen: je kunt het de ‘oude mensen’ ook niet helemaal kwalijk nemen.
‘Ik voel me Drake’, zegt hij, nat van het zweet en volkomen hyped, als hij van het podium stapt.
Het lijkt nog niet tot hem te zijn doorgedrongen, maar hij is net van de clown van de nederrap in een fenomeen veranderd.
5. Joost snapt oude mensen ook niet.
Snap jij dat mensen zich oud voelen als ze jouw muziek leren kennen?
Joost: Is dat niet gewoon het internet? Alles gaat sneller. Alles is een trend die een maand geleden nog niet bestond. Alles gebeurt op een platform waar niemand tot dan ooit van gehoord had. Ik bedoel: ik voel me ook soms oud. Kinderen van twaalf die vier onlinecursussen video-editing hebben gevolgd outsmarten mij vandaag ook al. En dat gaat niet meer stoppen. Dat patroon gaat zich blijven herhalen tot er op een dag kinderen van vijf kapper worden. Of welke beroepen er in de toekomst ook zullen zijn. Kan ook iets met AI zijn. Shout-out naar AI. Ik ben Joost, ik kom uit het verleden en ik ben met jullie. Wacht. Wat was de vraag?
Of je snapt dat mensen zich door jou oud voelen.
Joost: Ah, precies. Neen dus. Ik merk dat oudere dudes daarmee zitten. Het zijn ook vooral dudes, merk ik. Ik vind dat jammer. Ik zit niet te wachten om naar dudes te kijken en te denken: ik begrijp het niet. Je kunt dingen ook gewoon leuk vinden zonder dat je ze begrijpt.
Je voelt wel dat er een kloof gaapt tussen mensen die meegaan in de evolutie van het internet en mensen die er bang van blijven. Ik heb dat ouderwetse protest tegen het internet nooit begrepen. Maar goed, misschien ben ik daarom ook 21 jaar en oude mensen niet. Misschien is dat gewoon het probleem: oude mensen zijn geen 21. Mooie inspirational quote wel: ‘Het probleem is dat oude mensen geen 21 zijn. Joost Klein, uitvinder.’
Ter verdediging van oude mensen: Crazy Frog op een podium opzetten en meebrullen, het is niet makkelijk om dat een plaats te geven.
Joost: Terwijl dat voor mij net heel veel steek houdt. Dat nummer zit in mij. Ik bén die kikker. Ik heb er ook net een tatoeage van laten zetten. Hier, zie je. (trekt zijn mouw omhoog en toont zijn bovenarm) Toen ik acht was, kreeg ik van mijn vader mijn eerste cd-speler. Daar zat maar één cd bij: Crazy Frog. Voor mij is dat het beeld bij dat nummer: een jongetje in Friesland met een niet helemaal gezonde gezinssituatie luistert op zijn kamer de hele dag door naar Crazy Frog. Geef toe: dat klinkt bijna als een film.
Het is dus niet ironisch?
Joost: Neen. Ik luister daar ook echt naar. Die beats zijn echt goed. En als je het verhaal erachter leest, klopt het helemaal. De gast achter Crazy Frog is niet eens een muzikant, maar iemand die geluidseffecten maakte. Het was bedoeld als een ringtone, maar groeide uit tot een wereldhit. Dat vind ik ook mooi: Crazy Frog is een digitale, virtuele artiest, maar ik kan hem met echte emoties tot leven brengen op het podium. Alles klopt.
Het is wel grappig hoe je naar de muzikale geschiedenis kijkt. Voor mijn generatie was pakweg 1994 het jaar van Blur, Portishead, Aphex Twin en Weezer. Voor jouw generatie is 1994 het jaar van Scatman John. Als ik destijds had geweten dat dát de naam was die zou voortleven in de muziekgeschiedenis, had ik wellicht een ander hobby gezocht.
Joost: Heel goede artiest, inderdaad, Scatman John. Eigenlijk zegt hij niks, maar hij brengt wel een gevoel over. Dat is een gave: zonder woorden sense maken.
Opnieuw: dat is geen ironie?
Joost: Neen. Dat meen ik. Weet je, het heeft er ook mee te maken dat ik uit de memewereld kom. Zoals ik zei: ik ben opgegroeid met YouTube, 9GAG en Reddit. Als er daar over muziek gepraat werd, ging dat niet over het belang van de britpop in de muziekgeschiedenis of de tijdloosheid van Bob Dylan. Mensen posten er gewoon vage shit die ze op YouTube gevonden hadden.
Ik denk dat de manier waarop je muziek ontdekt ook je muzieksmaak bepaalt. Toen ik jong was had je Limewire: mijn muzieksmaak was alles wat ik kon downloaden.
Ik vraag me af of de jouwe een fundamenteel nieuwe benadering van het artiestendom is: Mensen een show bieden interesseert je meer dan live spelen, Scatman John is even belangrijk als Blur, je kijkt anders naar concepten als vakmanschap en originaliteit. Is dit muziek op maat van generatie Z?
Joost: Misschien wel, maar ik vind het moeilijk om daar zelf grote conclusies aan te verbinden. Voor mij is het namelijk de normale manier. Ik kijk naar de dingen zoals ik naar mijn avatar in The Sims kijk: ik heb een cursor voor me, ik klik op dingen en dan verschijnen de opties. Zo benader ik alles. Ik wil niet voor of tegen zijn. Ik wil geen grote statements maken. Ik wil gewoon kijken wat ik met dingen kan doen.
‘Crazy Frog is een digitale, virtuele artiest, maar ik kan hem met echte emoties tot leven brengen op het podium.’
Is Joost tegencultuur?
Joost: Grappig dat je daarover begint. Ik las dat woord vandaag voor het eerst. Counter culture. Het eerlijke antwoord is dat ik het niet weet. Ik weet wel dat ik ben voor wat nú is en voor wat nieuw is. En blijkbaar schop je daarmee tegen schenen. Soms heb ik wel het gevoel dat oude mensen willen dat de dingen op hun manier gebeuren. Dat stagneert alles. Oude mensen met geld. Hoe vaak hebben zij al in 2019 geleefd? Precies, ja: nooit.
Oude mensen haten mij, maar ik haat hen met liefde terug. Het enige waar ik niet tegen kan, is als mensen zeggen dat de dingen moeten gebeuren ‘omdat het altijd zo gegaan is’. Ik mag Crazy Frog niet opzetten op een podium omdat dat plat is. Waarom dan niet? Ooit waren er guys met een leeuw aan het vechten in een Romeins rondje. En dan ga jij mij vertellen dat ik Crazy Frog niet mag opzetten op een podium? Ik ben geboren in 1997, ik heb het recht om dat te doen.
6. Stuntkabouter is zoek.
‘Stuntje?’ roept Joost.
‘Heeft er iemand Stunt gezien?’
‘We zijn Stunt kwijt!’
We zijn een uur na de show. Joost Klein en zijn entourage zitten al even in de backstage. Op één man na: Stuntkabouter is zoek. In een hoek van de kamer ligt zijn ridderpak. Stuntkabouter zelf is sinds zijn performance nergens meer te bespeuren. Zijn telefoon neemt hij niet op.
Ik wijs naar de maliënkolder. ‘Hoorde daar eigenlijk een uitleg bij?’
‘Neen, hoor’, zegt Joost. ‘We wilden iets speciaals doen. Niet gewoon beginnen te rappen, maar de mensen verwelkomen in ons universum. En dus dachten we: anders kopen we een ridderpak. Blijkt dat je dat in Nederland heel makkelijk kunt kopen. Er bestaat zelfs een hele community rond – live-action role playing, heet het. We zijn naar een loods in Nederland gereden. Ter plekke realiseerden we ons dat we ook een zwaard moesten hebben. Hebben we daar dus ook gekocht. En ik moet zeggen dat ik er heel blij mee was. Hoe gruwelijk is het om op Pukkelpop met een ridderpak op te komen?’
‘En daarom moest Stuntkabouter mee?’ vraag ik.
‘Dat is het enige wat hij moet doen, ja. Maar los daarvan is Stunt ook gewoon mijn mattie. Ik heb hem er graag bij. Weet je wat het is? Wat je ook doet, uiteindelijk bak je een taart. En die wil ik snijden met vrienden. Anders heb ik er geen baat bij om een taart te bakken.’
Hij wacht even.
‘Dan eet ik wel noedels of zo.’
Anderhalf uur later komt Stuntkabouter de backstage binnengestrompeld. Hij hikt onophoudelijk. Na zijn performance is hij het publiek in gedoken om de rest van de show mee te maken, zegt hij. Hij is wat vrienden tegengekomen. Daarna zijn de dingen uit de hand gelopen. Het rare is: het is volstrekt niet duidelijk of hij echt hikt of doet alsof hij hikt. Het zal ook nooit duidelijk worden. De rest van de dag zal hij blijven hikken.
‘Was hij heel erg dronken of speelde hij dat hij heel erg dronken was?’ vraag ik aan het einde van de dag aan Joosts manager.
‘Ik zou het niet kunnen zeggen. Bij Stuntje weet je het nooit echt zeker.’
Joost Klein heeft zijn eigen universum gecreëerd, schreef Indi Mouart, fotograaf en een vriend van Joost, ooit in een comment op Instagram. Daarna is hij erin gaan wonen.
Ook na een dag in zijn spoor kan ik het niet beter verwoorden.
1983
Uit op 15/11 bij Albino Sports. Op 12/2 staat Joost in de Vooruit in Gent.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Joost
Volledige naam Joost Klein
Leeftijd 21
Geboren in Britsum, Friesland.
Instagram @EenhoornJoost (310.000 volgers)
Hoofdberoep Rapper. Voormalig youtuber EenhoornJoost. Schrijft ook.
Grootste hits Scandinavian Boy (6,6 miljoen plays op Spotify), Ome Robert (3 miljoen plays), Albino (2,2 miljoen plays).
Top 3 vreemdste tatoeages Op één: de zin ‘link in bio’ op zijn bovenbeen, een absurde knipoog naar een veelgebruikte uitdrukking in Instagram-posts. Op twee: ‘1983’ op zijn knokels, een verwijzing naar het geboortejaar van zijn broer. Op drie: de ‘M’ van Monster Energy op zijn rug. (De uitleg: ‘Ik wilde een tatoeage van KLM, maar dan realiseerde ik me dat ik niet eens zo’n goede ervaringen met KLM had. Dus is het Monster Energy geworden.’)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier