Een altfluit, een c-fluit en currykruiden: de ingrediënten van Speakers Corner Quartet
Na zestien jaar brengt de Londense moderne fusionband Speakers Corner Quartet eindelijk een debuutplaat uit. Kae Tempest, Sampha, Mica Levi en Shabaka Hutchings mochten meedoen.
Kwake Bass (drums), Raven Bush (viool), Biscuit (fluit) en Peter Bennie (bas) (v.l.n.r. op de foto). Als sessiemuzikanten, producers, livebegeleiders dan wel musical directors hebben de leden van Speakers Corner Quartet de voorbije decennia mee de bloeiende Londense jazz-, hiphop- en r&b-scene geschapen. Met haar eerste plaat Further Out than the Edge treedt de groep zelf op het voorplan.
Jullie debuutplaat zou zestien jaar in de maak geweest zijn. Gelukkig is het een goeie.
Biscuit: Na onze ep uit 2009, Further Back than the Beginning, hadden we vrij snel een volledige plaat klaar, die Gilles Peterson op zijn Brownswood-label wilde uitbrengen. Maar door twee personeelswissels is die muziek op mijn harde schijf blijven staan. Toen we de huidige bezetting eenmaal hadden, was vriendschap onze prioriteit. Kijk, een jazzfrontman of -componist schrijft zijn muziek en stelt op basis daarvan een groep rond zich samen waarvan de instrumentalisten inwisselbaar zijn. Dat is geen gang mentality. Wij zijn meer als Led Zeppelin of Nirvana: een hechte band. Kameraadschap staat altijd boven componeren. Het voordeel: dat sijpelt door in onze muziek. Wat je hoort, is pure liefde.
Ik zou waarschijnlijk niet meer leven als ik deze band niet had.
Schrijven doen jullie door te improviseren en er de beste stukken uit te vissen.
Biscuit: We hinken voortdurend tussen spelen en produceren, heel elastisch. In wezen ben ik een hiphopproducer die ook in een band zit. Mijn stijl is J Dilla. Ik heb hem in 2005 trouwens ontmoet, niet lang voor hij stierf. Dat heeft mijn leven veranderd. Hij bood me beats aan, duizend dollar per stuk, maar als 27-jarige had ik dat geld niet. En zijn manager maar brallen: ‘Yo man, normaal vraagt hij tienduizend, hij moet echt iets in jou zien, man.’ Een verkooptruc natuurlijk, maar ik was toch geflatteerd. Mijn hart ligt bij hiphop. Daarom vond ik het nooit erg als Giles (drummer Kwake Bass heet eigenlijk Giles Kwakeulati King-Ashong, nvdr.) er weer eens vandoor moest om bij MF Doom te spelen.
Op elk nummer van de plaat doet een andere bevriende vocalist of muzikant mee. Hoe besliste je wie welk stuk muziek kreeg?
Biscuit: Op gevoel. De beat van Can We Do This? heb ik gemaakt nadat mijn beste vriend zich in 2019 had opgehangen. Ik wist gewoon dat Sampha er iets moois van zou kunnen maken. In 2021 is mijn moeder overleden. Uit verdriet kon ik lange tijd niet eten, ik overleefde op milkshakes. Ik had een beat gemaakt waarvoor ik Tirzah in gedachten had. Maar eenmaal met haar in de studio heb ik er bijna alles uit gegooid. Daarom is Fix zo’n minimalistische track geworden. Onze bassist Pete kwam met het idee van robotisch bespeelde instrumenten. Geniaal. Weet je, ik zou waarschijnlijk niet meer leven als ik deze band niet had. Pete heeft mij uit mijn diepe put in Cornwall terug naar Londen gesleurd. Daarom vind ik onze muziek dus zo écht. (emotioneel) Nu begin ik er nog van te huilen. Enfin, Karainagar, het laatste nummer op de plaat, is genoemd naar het eiland waarvan mijn moeder afkomstig was.
Hoe ben je fluitist geworden?
Biscuit: Ik heb er hier twee bij me (toont de binnenzakken van zijn jas): een altfluit en een c-fluit. Euh, dat daarnaast zijn currykruiden, want ik ben ook de kok van de groep. (grijnst) Als kind had ik astma. Blokfluit spelen helpt daartegen. Mijn moeder draaide ook vaak James Galway om mij te kalmeren, want ik was een rebels kind. (ogen naar de hemel) Sorry, ma. Ik bleek talent te hebben voor de fluit en speelde tussen mijn zesde en veertiende. Daarna wilde ik hiphop-dj worden. Pas op mijn drieëntwintigste keerde ik, onder invloed van jazz, terug naar het instrument. Maar ik beschouw mezelf niet als een jazzfluitist. Ik speel geen akkoordenschema’s. De overtonen en het zangerige geluid à la Roland Kirk: dat is meer mijn ding. Wij zijn ook geen jazzgroep en dit is geen strikte jazzplaat, want er staan popachtige nummers op.
Het orgelpunt van de plaat is misschien wel Geronimo Blues, met een indrukwekkende Kae Tempest. ‘Britain’s on its knees with blood dripping from its socks / Driven to new degrees of desperation and unease. ’
Biscuit:Bro, Kae heeft die tekst geschreven in 2017. Profetische woorden! Groot-Brittannië is sindsdien platgeslagen door de pandemie en de Tory-regering, door racisme en kapitalisme dat de armsten genadeloos uitperst. Niemand gaat zo krachtig om met woorden als Kae.
Further Out than the Edge Uit op 02.06 via OTIH.
Speakers Corner Quartet
Ontstaat in 2006 als huisband van de Zuid-Londense Brixton Jamm-club, die onder de naam Speakers Corner een vrij podium organiseerde voor rappers en spokenwordartiesten.
Verweeft jazz, r&b, electronica, soul, hiphop en zelfs klassiek.
Bestiert onder de vleugels van Warp het eigen OTIH-label, waarmee het ‘all the dope South London stuff’ een duw in de rug wil geven.
Speelt in 2020 op Focus Music Festival, het onlinemuziekfestival van KnackFocus en Radio 1 dat gecureerd werd door Kae Tempest.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier