Niemand die zal tegenspreken dat K3 en Radiohead de moeite waren, maar geen enkele comeback was dit jaar zo alomtegenwoordig, en zo overrompelend, als die van Oasis.
Ontdek alles wat u moet onthouden van 2025 in ons dossier.
41 concerten op vijf continenten. 400 miljoen pond winst, met drie miljoen verkochte tickets. Wat zeggen die cijfers eigenlijk? Weinig.
‘Fans will never, ever forget how you made them feel’, citeerden Britse tabloids Noel Gallagher in de aanloop naar het eerste concert van de Oasis Live ’25 Tour, in Cardiff. In de zestien jaar dat de band weg was, telden die fans nooit zo veel geld neer voor een optreden (sinds deze ticketverkoop kent iedereen helaas de horror van dynamic pricing), maar ze kregen daar ook nooit zo veel voor terug. We deden de test.
‘Voor al wie ons voor de eerste keer ziet, dit is hoe het voelt wanneer je Don’t Look Back in Anger zingt met 90.000 mensen’, zo kondigde Noel Gallagher het nummer aan in Wembley Stadium in Londen.
Op dat moment had je al als toeschouwer al gezongen, gebruld, gehuild, en met een wildvreemde in je armen meegesprongen met de Poznan op Cigarettes & Alcohol. Alle mogelijke twijfels waren tegen dan al lang en breed van tafel gespeeld.
Bijbels
Want die twijfels waren er. De albums die de band na het jaar 2000 uitbracht, waren sowieso een pak minder, om van de liveshows maar te zwijgen. En naast het podium was er altijd nog the drama. Als laatste rockband van hun soort was je als fan ook echt gaan geloven dat de eeuwig bekvechtende broers Liam en Noel nooit meer samen door één deur zouden kunnen, en dat deze tour misschien tegen hun zin én alleen maar voor het geld was.
Niets daarvan. Eindelijk weer lachend, hand in hand. En eindelijk, éíndelijk waren ze echt even goed als ze altijd beweerd hadden te zijn. Met 22 nummers uit de eerste, tijdperkbepalende zes jaar op de setlist – met de hoofdmoot geplukt uit (What’s the Story) Morning Glory?, dat dit jaar zijn dertigste verjaardag vierde, en het debuut Definitely Maybe – aangevuld met Little by Little, uit 2002. Bovendien gebracht door een band in bloedvorm, met een show die, hoe strak geregisseerd ook, toch helemaal rock-’n-roll was.
‘MAJESTICAL, CELESTIAL, BIBLICAL.’ Met dat soort woorden vatte Liam Gallagher de shows graag samen op zijn Instagram. Klinkt overdreven. Is het niet.
Madferit
Marketeers, trendwatchers en andere experts zullen dan zeggen dat nostalgie nu eenmaal een krachtig verkoopsargument is. Maar toon mij één trendwachter die ooit een nummer als Live Forever schreef. Als voor tienduizenden, samenzingende mensen die avond in het stadion méér wordt dan zomaar een optreden; als je even kunt geloven dat alles toch nog goedkomt, ondanks alles – volstaat ‘nostalgie’ dan nog wel als verklaring? Is het eigenlijk wel nostalgie, als de band nooit eerder zo goed was? Sluit een commerciële meesterzet een transcendente ervaring uit?
Sluit een commerciële meesterzet een transcendente ervaring uit?
‘They did not live up to the hype, they rocked the tits out of of the hype’, aldus Trainspotting-auteur, en fan van het eerste uur, Irvine Welsh.
De band zelf kondigde na hun laatste show op 23.11, in Brazilië, een ‘pauze voor reflectie’ aan. ‘De grootste popculturele storm in de recente Britse geschiedenis vond zijn weg naar de harten van een nieuwe generatie. De liefde, vreugde, tranen en euforie zullen we nooit vergeten.’
U had erbij moeten zijn. Mogen we dromen van de comeback van de comeback? I say maybe.