Dit waren de beste tien concerten van Pukkelpop 2019
Na drie dagen pukkelen is er vanalles op de trommelvliezen van onze recensenten blijven plakken. Festivalfunk, depressiepop en brexitrock, om maar een paar dingen te noemen. In alfabetische volgorde: onze Pukkeltop-10!
Anderson Paak
De man met de meest schitterende glimlach van Pukkelpop, die precies op het moment dat de zon door de wolken brak uit de coulissen tevoorschijn kwam. We wisten toen al: Paakje gaat scoren. Hoogtepunten? Kunnen we eerlijk gezegd niet bedenken, maar enkel en alleen omdat we Paak en z’n zevenkoppige band The Free Nationals op geen enkel foutje of slordigheidje konden betrappen, en het niveau van begin tot einde hoog en constant was. Ze mogen deze mooie man stilletjes aan bijzetten in het Pukkelpop-pantheon. De zonnekoning van de festivalfunk draagt geen kroontje, wel een bloemetjesbermuda.
Billie Eilish
Of die hele Billie-mania wel terecht was, wilt u weten? De vraag stellen is ze beantwoorden. Eilish – zeventien jaar, dus – liet tienduizenden mensen hun keel tot schuurpapier brullen, nog voor ze met Bury a Friend een apocalyps van een apotheose in petto had, waarin het publiek collectief (maar hopelijk niet gemeend) van ‘I wanna end me’ schreeuwde. En dan was ze weg, de fans nog één keer uitvoerig uitwuivend op de tonen van Goodbye. ‘Thanks for giving a fuck’, besloot ze. Jij bedankt, Billie
Big Thief
Alle ogen waren gericht waren gericht op Adrienne Lenker – zélfs die van haar collega-bandleden – maar in Kiewit werd evenzeer duidelijk dat Big Thief méér is dan alleen een mystieke, androgyn ogende en magnetiserende zangeres. De groep balanceerde in de Club voortdurend op de grens tussen schriel en schreeuwerig. De ene keer deden ze aan PJ Harvey denken, de andere keer aan Savages. En o ja, over hun nieuwe plaat die er dit najaar aankomt: niet stelen, maar kopen die handel.
Durand Jones and the Indications
Tijdens Billie Eilish vaardigden we ook iemand af naar dit ensemble uit Bloomington, Indiana, en daar hadden we op geen enkel moment spijt van. Durand Jones deed in Kiewit een poging om de ouderwetse soultraditie levend te houden en slaagde daar ook in: hij draaide pirouettes zoals The Temptations het konden, ging door de knieën zoals Otis Redding ooit deed, maar zong vooral alsof de geadopteerde zoon van Sam Cooke en Marvin Gaye was opgestaan. Extra punten voor het slotnummer, een cover van het Beatles-b-kantje Don’t Let Me Down, omgetoverd tot Een Onvergetelijk Moment. Beter dan The Beatles, hoeveel kunnen er dat op deze wei zeggen?
Idles
Altijd als je denkt dat je het wel gezien hebt met the hardest working Britishmen in punk business, blijkt dat ze nóg meer vertrouwen hebben getankt en nog losser uit de pols spelen. De Britten dolden met hun songs als nooit tevoren, klommen overal op en slaagden er zelfs in om middenin een nummer The Nationals Bloodbuzz Ohio te coveren. Gek of geniaal? Eigenlijk kent u het antwoord al.
James Blake
We hadden onze vragen bij Blakes plekje in de Dance Hall – zelden een baken van intimiteit – maar voor wie een uurtje zijn mond wilde houden, leverde de Britse prins van de bleekschetensoul een parel van een set af. Tegelijk vreemde eend en stervende zwaan, dapper zwemmend tegen de stroom van passief gebeukte en verzopen hersencellen in. Zo zouden er meer moeten zijn.
Slowthai
Slowthai liet twee helften van de tent ‘Fuck off!’ en ‘You cunt!’ roepen. Hij mikte de ene fluim na de andere op het podium. Stampte het stof uit elke monitor. Maakte obscene gebaren naar de fotograaf. Pulkte aan zijn tenen. Schold de geluidsman aan de zijkant van het podium de huid vol. Bezorgde ene Jamie uit Houthalen de festivaltijd van zijn leven door hem het hele vers van Skepta in Inglorious te laten meerappen. Slowthai ontbond al z’n duivels, kotste elke gram opgekropte woede en verontwaardiging over de stand van zaken in z’n thuisland uit en liet het Pukkelpoppubliek grijnzend uit zijn hand eten.
The Comet is Coming
Shabaka Hutching, hippe vogel in het Londense zwerk, liet live z’n tenorsax huilen en grauwen zoals Fela Kuti dat in de seventies deed, zijn pianist leek niet over tien, maar vijftien vingers te beschikken en een betere drummer dan Hallett kwamen we niet tegen op Pukkelpop – of hebt u het al veel meegemaakt dat het publiek begint mee te klappen tijdens een drumsolo? Niks in de handen, niks in de mouwen; we zágen de muziek tijdens deze opzwepende, avontuurlijke jazzimplosie in de Castello. De komeet kwam, ontplofte en overwon. Impressionant!
The National
Twee keer uitstekend, daar niet van, maar waar de best-ofset op zondag een gemoedelijk ererondje was, leverde The National, tegenwoordig met dertien op het podium, vrijdag hun beste Belgische concert ooit af. Op geen enkele van onze vorige uitstapjes naar het fake empire zagen we deze gretigheid, deze branie en deze uitdagende schoonheid. Zelfs Mr November, een nummer dat zo diep in onze ziel staat gebrand dat u het refrein binnen een jaar of zestig gerust op ons graf mag komen kalken, wist nog te verrassen. Het was onvermengde klasse datThe National tapte, uit een vat dat maar niet af raakte.
Yves Tumor
Op Pukkelpop was de Amerikaanse producer Yves Tumor – zijn echte naam is tot op heden onbekend – voor het eerst in ons land met een liveband te zien, en die bestond uit een bassiste, een toetsenist, een drummer en een gitarist. Het viertal hielp Tumor – zoals steeds in een spandexpakje gehuld en de hele tijd door een distortionmicro brullend – aan de luidste én de meest over-the-topshow die we tot dan toe, diep in dag één, zagen op Pukkelpop 2019.
Een pak bands lieten een uitstekende indruk op ons na, maar vielen toch buiten de top-10. We konden het niet laten om toch enkele eervolle vermeldingen te geven aan:
- Joost, voor zijn schattige ongeloof nadat hij op zijn eerste Belgische concert de main stage in de fik had gestoken;
- Kate Tempest, voor de koude rillingen tijdens Hold Your Own;
- Jan Leyers en Paul Michiels, de special guests van Ertebrekers, voor de lach die na The Way To Your Heart een hele dag niet meer van ons gezicht was weg te branden;
- Shht, voor hun fanfarewandeling over de wei;
- en Eels, voor de broodnodige banter én de baldadige bluesrock – of in de woorden van E zelve: ‘I’m old as fuck, but god damn do I rock!’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier