De comeback van Coely: ‘Er zit evenveel donkerte als knaldrang in de muziek’
Na Don’t Care en Celebrate werd het veel te lang veel te stil rond Coely. De demonen zijn eindelijk tegen het canvas geklopt en Coely is meer dan ooit Alive.
‘Zwaar.’
De vraag die we Coely Mbueno hadden gesteld was in welke mate ze na haar lange afwezigheid herboren is. ‘Ik ben echt zwaar herboren. Ik bevind mij opnieuw op een betere plek. Ik ben gelukkig. Ik heb hard aan mezelf gewerkt. Ook mama worden heeft mij goed gedaan.’ Zoals het in de titeltrack van haar nieuwe album Alive klinkt: ‘I am alive, thank God / Reborn, bless I.’
Lang leek het voor de in Dendermonde wonende Antwerpse almaar beter te gaan. Haar carrière kreeg in 2012 al een stevige kickstart met haar eerste single Ain’t Chasing Pavements, dat door Studio Brussel tot Hotshot werd gebombardeerd. Al snel volgden meer hitsingles en uitverkochte zalen. En dat werd er niet minder op na de release van haar debuutalbum Different Waters (2017). Vincent Kompany outte zich als fan, Glastonbury boekte haar, ze moest thuis plaatsmaken voor verschillende MIA’s, de radio draaide non-stop haar muziek, ze werd tot ‘de Antwerpse Beyoncé’ gekroond en eigende zich die titel met haar energieke aanwezigheid en enorme talent toe. Maar in de coulissen raakte ze slaags met haar demonen.
Ik was 22 toen mij een psycholoog werd aangeraden. “Wat heb ik daar te zoeken?” antwoordde ik. “Ik ben niet zot, hè.”
Op het moment dat Coely steeds bekender werd, kreeg haar moeder een beroerte. Coely zorgde daarop niet alleen voor haar mama maar ook voor haar broers. Ze is nu eenmaal drager van het barmhartigheidsgen. Altijd geweest. Het gezin Mbueno groeide in armoede op in de Antwerpse Stuivenbergwijk. Rondkomen deden ze met 250 euro per maand. Na de schooluren kuiste Coely in het middelbaar de lokalen in ruil voor een zakcent. In het leven van de nu 29-jarige artiest stond alles in het teken van overleven. En dat eiste uiteindelijk zijn tol. Haar artistieke succes leverde haar een depressie op.
Coely: Ik kropte altijd alles op – van de scheiding van mijn ouders tot opgroeien in armoede. Ik praatte niet over mijn problemen. Op een gegeven moment zat ik zo slecht in mijn vel dat ik niet langer functioneerde. Ik was meteen overprikkeld, bij de minste spanning blokkeerde ik. I was fighting my demons. Het was een eenzaam gevecht, want ik durfde niet uit te spreken dat het niet goed met mij ging.
Heb je dan eigenlijk wel kunnen genieten van die succesjaren?
Coely: (denkt lang na) Ja en nee. Het was dubbel. Ik heb fantastische momenten beleefd, maar ik heb ook veel op automatische piloot gedaan. Er zijn concerten geweest dat ik niets voelde – genieten van het moment lukte mij niet. Tijdens de pandemie heb ik oude concertopnames herbekeken. Dat was confronterend maar het deed ook deugd. Ik kon van mijn gezicht afleiden wanneer ik gelukkig was en wanneer niet. Ik was een jojo die voortdurend tussen goed en slecht bengelde. Als ik oude concerten herbekeek, waande ik mezelf in het publiek. Ik genoot ervan om mezelf bezig te zien, maar tegelijk heb ik ingezien dat ik niet meer ongelukkig op een podium wil staan.
‘Counting my blessings, I made 27’, rap je nog op titeltrack Alive. Dat is misschien wel de donkerste zin op het album.
Coely: I’m alive! Ik ben er nog, ondanks de moeilijke periodes. Je hebt anderen die vluchten in de drugs of uit het leven stappen. Ik begrijp dat iemand het zo ver laat komen. Ieder zijn verhaal is anders, maar ik vind het wel belangrijk om over mijn ervaringen te praten in songs.
Zat je zelf zo diep?
Coely:Ik heb… (denkt na) Ik heb ook aan de dood gedacht, ja. I’m not gonna lie about that. En dat was heftig, maar ik had wel een houvast. Ik ben altijd blijven bidden.
Aan wie heb je de meeste steun gehad?
Coely:Mijn partner, mijn mama, mijn crew… Iedereen rondom mij zag dat het niet goed ging. Ze waren er allemaal voor mij, altijd. Maar hoezeer zij mij ook steunden, ík was degene die het heft in handen moest nemen.
Hoe heb je dat gedaan?
Coely: Ik was mezelf beu. Ik was het moe om steeds weer van mijn zorgen te vluchten. Het werd lichamelijk en mentaal ondraaglijk. Ik zou er vroeg of laat onderdoor gaan, wat ook gebeurd is. Ik was 22 toen mij voor het eerst een psycholoog werd aangeraden. ‘Wat heb ik daar te zoeken?’ heb ik toen geantwoord. ‘Ik ben niet zot, hè. ’ Ik was bang om over mijn problemen te praten. Ik schaamde mij er ook voor. Ik heb mijn mama toen niet verteld dat ik een afspraak bij de psycholoog had. Nu ben ik daar transparant over.
Ik ga ook naar een stresscoach. Daar weet mijn mama nu wel van. Hulp zoeken en daarvoor uitkomen, ik zou het vroeger nooit gedurfd hebben. Ik moest mezelf echt oprapen en zeggen: Coco, herpak je. Ik wil wel graag benadrukken dat ik er nog niet ben. I’m healing, not healed. Er zullen nog obstakels op mijn pad komen, al zal ik die niet zomaar uit de weg gaan. Ik heb geleerd om te zeggen wat er op mijn lever ligt. Enkel zo kan ik mij goed voelen.
Wat heeft de muziek voor jou tijdens dat helingsproces betekend?
Coely: Neerschrijven wat er met je scheelt en dat met gevoel inzingen: het deed bij momenten pijn, maar het heeft mij wel geholpen. Het probleem uitspreken is een eerste stap in het helingsproces, hoe confronterend dat ook is. Ik onderhoud nu een audiodagboek. Telkens ik iets aan mijn hoofd heb, spreek ik een voicememo in. Dat is een belangrijke les geweest: je gevoelens opkroppen is nergens goed voor.
Coely 2.0 presenteert zich anders dan de Coely die rond 2017 de hitlijsten bestormde met de radiovriendelijke hiphop van Don’t Care en Celebrate. Op Alive klinkt de rapper-zangeres veelzijdiger dan voordien. False Gods is een entree à la Kanye, Love High ademt The Weeknd en in Fruit of Bantu, een antiracismesong, ontbindt ze al haar duivels. Dat laatste doet ze tekstueel trouwens over de hele lijn. Coely neemt geen blad voor de mond.
De platenhoezen illustreren mooi het verschil tussen je twee albums. Op Different Waters zat je met je hoofd in de wolken, op het artwork van Alive lijk je de hel de rug toe te keren.
Coely:Op de hoes van Different Waters zijn mijn ogen bedekt met een wolk. Ditmaal zie je mijn gezicht. Misschien niet scherp, maar je ziet wel iets, waarmee ik wil aangeven dat ik mij tekstueel blootgeef. Artistiek is het dan weer uiteenlopend: er zit evenveel donkerte als knaldrang in de muziek.
Fruit of Bantu, over je ervaringen met racisme, is de track die het hardst binnenkwam. Je hoort de stoom uit je oren komen.
Coely:Mensen denken soms dat ik een lief, braaf meisje ben geworden. Maar ik kan nog steeds provocerend uit de hoek komen. Daar is Fruit of Bantu het bewijs van. Het is een van de nummers waar ik het langst aan heb gewerkt. Ik wilde heel graag een song schrijven over hoe het leven is als een jonge zwarte vrouw die een rugzak meezeult. Maar het lukte mij niet om de tekst op papier te krijgen. We hadden het in de studio over racisme – meestal ontstaat een idee na een gesprek met mijn producers – en hoe graag ik er ook over wilde schrijven, het kwam maar niet.
Een dronken man stapte op de trein op mij af en beval mij in het Engels om mijn plaats af te staan. Uiteindelijk droop hij af met de woorden: “I must be a white n*****.”
‘Does my blackity black ass offend you / They won’t let me in cuz I’m Bantu’, raas je. Wat was de concrete aanleiding voor die tekst?
Coely: Er was niet één aanleiding. Ik herinner mij een avond dat ik op de trein zat. Ik had mijn oortjes in en er was voldoende plaats in mijn wagon. Een dronken man – je rook de alcohol van ver – stapte op mij af en beval mij in het Engels om mijn plaats af te staan. De hele trein stond erbij en keek ernaar. Ik deed alsof ik hem niet hoorde en had oogcontact gemaakt met een Marokkaans meisje iets verderop. Ik zag aan haar blik dat zij begreep wat ik doormaakte. Ik ben rustig blijven zitten en de man droop uiteindelijk af met de woorden: ‘I must be a white n*****.’ Ik heb meteen naar mijn producers ge-sms’t: je raadt nooit wat ik net heb meegemaakt. Het is niet die specifieke ervaring die tot Fruit of Bantu heeft geleid, maar het is wel een van de redenen dat ik graag over mijn ervaringen met racisme wilde schrijven. Het voelt als mijn plicht om dat aan te kaarten. We zijn er nog lang niet.
‘Ik droom van een bestaan als zangeres, van een huis en van een lieve man’, zei je ooit. Wat staat er nu op je wishlist?
Coely: Ik wil gelukkig zijn en genieten van het leven. Echt genieten. Tripjes maken met mijn familie, maar ook leuke solomomenten beleven. Vroeger had ik de neiging om mezelf op te sluiten en weg te cijferen voor anderen. Ik was de eerste om mijn naasten te helpen, nu wil ik mezelf op de eerste plaats zetten. Ik wil leven.
Elke andere artiest zou de vorige vraag beantwoord hebben met ‘Rock Werchter’. Of ‘het Sportpaleis uitverkopen’.
Coely:Die ambitie heb ik ook, hoor. Ik droom ervan om op een dag het grootste Belgische festival te headlinen. En uiteraard wil ik immense zalen uitverkopen. Dus ja, laat dat Sportpaleis maar komen, maar laat mij vooral eerst leven en genieten van het leven. Dat is de belangrijkste les die ik uit het verleden heb getrokken. Als je niet goed in je vel zit, mag je nog de gekste dingen meemaken, je zult ze niet bewust beleven. Eerst wil ik gelukkig zijn, dan volgt de rest later wel.
Heeft het ouderschap je daar bewuster van gemaakt?
Coely: Ja. Een kind krijgen is ongelofelijk. Je kijkt plots helemaal anders naar de wereld en het leven. Je zorgt beter voor jezelf, zodat je de best mogelijk mama kunt zijn. Ik móést wel aan mezelf werken, anders zou mijn zoon niet de zorg krijgen die hij verdient.
Van zodra je een kind krijgt, is er geen tijd voor bullshit. Vroeger zou ik elk voorstel wikken en wegen. Ik dacht veel te veel na. Ik was te bang om te springen, waardoor ik veel kansen door mijn vingers heb laten glippen. Ik was ontzettend angstig voor het onbekende. Daar probeer ik nu iets aan te veranderen.
Voor de videoclip van Alive ben ik uit een vliegtuig gesprongen. Plots hang je daar boven de wolken, en overvalt een zekere rust je. Ik werd er emotioneel van, omdat ik mij zelden zo vrij en rustig heb gevoeld. Sindsdien weet ik: als er zich nog zotte kansen voordoen, spring ik.
Betekent springen dat je, verkleed als raaf, Adèle zou zingen in een populair VTM-programma?
Coely: Haha! Ik zou eerst aan mijn claustrofobie moeten werken om in zo’n pak te kruipen.
Alive
Uit op 17.03 via Top Notch / Universal Music Belgium.
Coely
Op 25.03 in de AB, Brussel en op 31.03 in De Roma, Antwerpen.
Coely
Geboren als Coely Mbueno op 5 januari 1994 in Antwerpen. Woont tegenwoordig in Dendermonde.
Breekt in 2012 door met de single Ain’t Chasing Pavements. Vincent Kompany out zich meteen als fan.
Debuteert in 2016 met het album Different Waters, met daarop singles als Don’t Care en Celebrate.
Maakt in 2022 een comeback met de single Run It Up. Wint daarmee een MIA in de categorie hiphop, wat de teller op drie zet.
Zou zomaar eens raaf kunnen zijn in The Masked Singer. (Of anders is het wel héél toevallig dat alle tips – Dendermonde, therapie, God, comeback – in dit interview aan bod komen.)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier