De Belgische D’Angelo heet Adja en komt gewoon uit Mortsel

© Wouter Van Vaerenbergh
Jonas Boel
Jonas Boel Jonas Boel is medewerker van Knack Focus

Ze maakt ‘sophisticated soul’ die perfect in een bruine jazzkroeg past, vergelijkt haar werk met de Japanse lijmtechniek kintsugi en heeft haar zinnen gezet op De Columbus van Wim Lybaert. Maak kennis met jazz- en soulbelofte Adja.

‘Hier om de hoek staat een speciale kunstinstallatie opgesteld die een heel mooi effect gaat geven voor jullie foto’s. Kom maar mee.’

Adja Fassa neemt meteen het heft in handen wanneer ze Knack Focus enthousiast begroet in de gezellige cafetaria van de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten (Kask) in de Gentse Bijloke. Nadat de videoprojectie in kwestie – Ethereal Garden van de Antwerps-Iraakse kunstenaar Hussein Shikha – is goedgekeurd door onze fotograaf, poseert de Brusselse zangeres, actrice en theatermaker met een opvallend natuurlijke, zelfverzekerde flair voor zijn lens.

En dat voor iemand die pas drie jaar geleden, in de hete coronazomer van 2020, met enige terughoudendheid haar allereerste selfie deelde op een pas aangemaakt Instagram-profiel – ‘een serieuze poging om het leven wat minder serieus te nemen’, zoals het onderschrift bij de foto luidde. Het jaar nadien werd ze in de Ancienne Belgique uitgeroepen tot een van de laureaten van het podium- en kansenparcours Sound Track en zette ze haar handtekening onder een platencontract van het fijnproeverslabel Sdban Records. Via die Gentse stal van jazzavonturiers als Stuff, De Beren Gieren en Black Flower verschijnt deze week Adja’s debuut-ep Ironeye, de voorlopige tussenstop in een lange persoonlijke en artistieke zoektocht die Fassa tien jaar geleden voor het eerst naar het Kask bracht.

Op mijn 21e ging ik zes maanden alleen naar India. Mijn moeder verklaarde me gek, maar het was de beste periode uit mijn leven.

Je koos toen niet voor een muziekopleiding, maar voor de richting drama. Was acteren je eerste liefde?

Adja: Rond mijn zesde begon ik op woensdagnamiddag lessen voordracht te volgen. Ik vond gedichten voordragen leuk en ik liep de hele tijd met een cassetterecorder rond waarmee ik mensen interviewde. Ik was een verteller. Anders gezegd: ik kon mijn bakkes niet houden. (lacht) De theaterschool leek dus een evidentie. Een van de drijfveren was iets dat mijn moeder ooit zei: ‘Het is niet wat je zegt, maar hoe het je zegt.’

Speciaal advies voor een kind.

Adja: Mijn moeder was altijd heel trots op en verwonderd over de manier waarop ik dingen zei of neerschreef. Maar ik was luid en extravert en had het niet gemakkelijk om een connectie te maken met de andere kinderen in de kleuterklas en op de lagere school, waar ik veel gepest werd. Ik had dus niet zozeer nood aan op de planken staan, maar wel een grote drang om mezelf begríjpbaar te maken en anderen te begrijpen. Ik weet dat het een cliché is, maar daaruit is het allemaal gegroeid.

Vertellen en performen kwamen dus van nature. Wanneer is het muzikale zaadje beginnen te kiemen?

Adja: Ik heb altijd graag gezongen. Het eerste nummer dat ik vanbuiten kende was Fallin’ van Alicia Keys, hedendaagse r&b met gospelelementen die ik zalig vond. Op de kunsthumaniora in Brussel had ik voor het eerst echt goede vriendinnen en die studeerden jazz. Zij leerden me de klassiekers kennen, maar ook Joni Mitchell. ‘Wauw,’ dacht ik toen ik haar hoorde, ‘dat is nóg een andere manier om te vertellen’. Toen is het muzikale zaadje geplant.

Maar eerst moest je nog op reis.

Adja: Er waren nog een paar omwegen, ja. (lacht) Waaronder mijn solotrip naar India en Nepal. Net voor ik aan mijn bachelor moest beginnen, was ik gestopt met drama aan het Kask. Ik werd geplaagd door zware paniekaanvallen die gelinkt waren aan klierkoorts, oververmoeid en overprikkeld zijn. Ik moest dus ergens naartoe waar ik mezelf kon verplichten om te relaxen. En dus ging ik zes maanden naar India, alleen, op mijn 21e. Mijn moeder verklaarde me gek toen ik vertrok, maar het was de beste periode uit mijn leven.

Heb je er verlichting gevonden?

Adja: Om een lang verhaal kort te maken: ik heb er niet per se verlichting, maar wel mezelf gevonden. En ik ben er mijn eigen beste vriend geworden. Dat was het belangrijkste.

Jazzgrootheden John en Alice Coltrane vonden in de jaren zestig inspiratie in het hindoeïsme.

Adja: Mij sprak het ook aan. Het hindoeïsme is zeer kleurrijk en bombastisch en véél, een beetje zoals ik. (glimlacht) Ik heb me vooral verdiept in ayurveda, de traditionele geneeswijze en voedingskunde op basis van persoonlijkheid en temperament. Gezien mijn ervaringen met hypothyreoïdie (een trage werking van de schildklier, nvdr.) heb ik die inzichten op vlak van gezondheid en energie zeer intensief bestudeerd. Ze hebben me een tweede leven geschonken. Toen ik terug naar België vertrok, heb ik ze weer wat losgelaten, om opnieuw te kunnen aarden in deze realiteit.

© Wouter Van Vaerenbergh

Dan is er nog één tussenstation: jouw hoofdrol in Baba Yega: The Movie, in 2018 het kinderfilmvehikel rond de gemaskerde breakdancecrew die twee jaar eerder Belgium’s Got Talent won. Hoe ben je daarin terechtgekomen?

Adja: Dat is een vreemd verhaal. Mijn meter was destijds directrice van het Antwerpse theaterhuis Paljas. Via haar kreeg ik een mail doorgestuurd van een productiehuis voor een soort auditie annex wedstrijd. Ik kreeg toen verschillende opdrachten à la (schakelt over op hyperactieve televisiestem) ‘Hier is een steekkaart! Ga naar die locatie! We ontmoeten je binnen een half uur en dan moet jij ons een rondleiding geven, go go go!’ (lacht) Ik ging ervan uit dat het om een soort presentatiejob ging, omdat ik zo veel moest praten tegen de camera. Het was allemaal nogal vaag.

Aha, een spirituele film, dacht ik toen ik de hoofdrol kreeg in Baba Yega: The Movie. Of een variant op E.T.. Maar dat draaide anders uit.

Raar.

Adja: Ik was net terug van een half jaar India, álles was raar! Uiteindelijk kreeg ik onverwacht die filmrol aangeboden. Voor een verhaal, zo werd me verteld, over een meisje dat haar stem verliest en op basis van trillingen leert zingen door buitenaardse wezens. Aha, iets spiritueels, dacht ik. Of een variant op E.T.. Maar dat draaide dus anders uit. (glimlacht) Indrukwekkend hoor, op zo’n filmset staan met gerespecteerde acteurs als Joke Devynck en Stefaan Degand. Maar het eindresultaat was toch niet echt, euhm, helemaal mijn ding. En tóén ben ik jazz gaan studeren in Antwerpen.

Zo’n ‘presentatiejob’ zou jou nochtans goed liggen. Je praat vlot en gearticuleerd en hebt gevoel voor humor. Zou je het alsnog zien zitten om iets voor televisie te doen?

Adja: Het is mijn droom om een grote, vintage bus om te bouwen tot een muziekstudio, daarmee de wereld rond te reizen, reportages te maken over lokale muzikanten en samen met hen muziek te maken.

Rondreizen met een grote, vintage bus, dat klinkt als…

Adja: Yep, ik heb mijn zinnen gezet op De Columbus van Wim Lybaert. Kan iemand mij helpen om die bus van hem af te pakken, alsjeblieft? (lacht)

Ze zullen het graag horen bij Sdban, dat je een contract voorschotelde na je doortocht op Sound Track. Was er nog interesse van andere labels?

Adja: Ja. Ook van een groot label, waar ze zeiden dat ze ‘wel een Lianne La Havas konden gebruiken in België’. Tja. Ik wil dan toch eerder de D’Angelo van België zijn. Samen met Erykah Badu en Nai Palm, de zangeres van Hiatus Kaiyote, is hij mijn grote voorbeeld. Ik noem mijn muziek zelf geen jazz, trouwens. Ik plak er liever het etiket ‘sophisticated soul’ op.

Je bent nu letterlijk de first lady van Sdban, de eerste zangeres op een label dat al bijna tien jaar inzet op instrumentale bands als Stuff, Black Flower en De Beren Gieren. Labelbaas Stefaan Vandenberghe werd omver geblazen door je stem en ziet in jou het internationale potentieel van een Melanie De Biasio.

Adja: Ik heb bij Sdban getekend omdat ze meteen een concreet voorstel op tafel legden, me daar voldoende bedenktijd voor gaven en heel erg bereikbaar zijn, maar vooral omdat ik voelde dat ze open stonden voor mijn ideeën. Geurstickers op de hoes van de ep, bijvoorbeeld.

Geurstickers?

Adja: Geuren, kleuren, beweging: voor mij maakt het samen met theater en muziek deel uit van de taal die ik de voorbije jaren voor mezelf ontwikkeld heb. Het ‘Adjabet’, zoals mijn bachelorproef heet, een drieluik dat ik momenteel aan het afwerken ben aan de Luca School of Arts in Leuven en waarvan het eerste deel is uitgemond in Ironeye, mijn debuut-ep. Mijn schrijfproces is nogal hybride: bij een bepaalde herinnering of ervaring hoort een bepaalde energie, en bij die energie past een kleur. Dan denk ik na over de vorm van die kleur, hoe de kleur beweegt en hoe ze ruikt, welk getal daarbij past, of dat getal een geslacht heeft enzovoort. Dat leidt dan weer tot een tekst of melodie en zelfs tot de poses en bewegingen die ik maak wanneer ik op een podium sta. Want ook live wil ik graag met die overlappingen aan de slag, mét mijn achtkoppige band. En daar wil Sdban dus allemaal mee over nadenken. Of me afremmen, indien nodig. (glimlacht)

Dat klinkt behoorlijk complex, of toch voor de pure, ongekunstelde muziek waar je uiteindelijk bij uitkomt.

Adja:(lacht) Geen paniek, ik maak inderdaad geen vreemde soundscapes met ingewikkelde laagjes. Mijn muziek past perfect in een bruine jazzkroeg zoals Het Damberd op de Korenmarkt in Gent, waar ik mijn tweede optreden ooit heb gegeven. Maar zo werkt het bij mij. Ik wil zélf zo graag die totaalbeleving ervaren en totaal geabsorbeerd worden door mijn performance. Tot het niet meer voelt alsof ik aan het performen ben en ik helemaal kan transcenderen of transformeren.

Nu snap ik waarom je jezelf daarnet ‘véél’ noemde.

Adja: Ik moet nog een beetje leren kiezen, hè. (denkt na) Weet je wat kintsugi is? De Japanse kunst om vazen te herstellen, te lijmen dus, met goud. Zo zie ik mijn traject: de scherven beschouw ik als alle dingen die ik geleerd, gelezen en gestudeerd heb. De gouden naden zijn de verbinding tussen die elementen. Die breuklijnen, dáár loopt mijn verhaal.

Denk je soms nog aan de pestkoppen op de lagere school?

Adja: Niet echt. Of toch niet op een persoonlijke of rancuneuze manier. Ooit stond een van die meisjes aan mijn voordeur om zich te excuseren. Ze vertelde dat ze zelf bang was om gepest te worden en daardoor mij begon te viseren. Ik had een beetje medelijden met haar. Pestkoppen zitten vaak zelf om een of andere reden niet goed in hun vel. Terwijl ik mezelf eigenlijk altijd best leuk heb gevonden. (lacht)

Ironeye Uit op 24.02 via Sdban Records.

Adja Speelt op 01.03 in Beursschouwburg, Brussel, op 02.03 in Hnita Jazz Club, Heist-op-den-Berg, op 15.03 in De Centrale, Gent, op 16.03 in De Roma, Antwerpen, op 19.03 in 30CC, Leuven en op 23.03 in Cactus, Brugge.

Adja

Echte naam Adja Fassa

Geboren op 1 maart 1993 in Mortsel, woont in Brussel.

Studeerde drama aan het Kask in Gent, jazz-zang aan de Jazz Pop-studio in Antwerpen en volgt momenteel drama aan het Luca in Leuven, waar ze ook artist in residence is in cultuurcentrum 30CC.

Werd in 2021 uitgeroepen tot een van de laureaten van het podium- en kansenparcours Sound Track.

Tekende bij Sdban Records, het label van onder meer Stuff, TaxiWars, Black Flower, Echt en De Beren Gieren.

Noemt als muzikale voorbeelden D’Angelo, Erykah Badu, Nina Simone, Joni Mitchell en Nai Palm van Hiatus Kaiyote.

Lees meer over:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content