Daan & Jeroen Swinnen over die opvallende Metejoor-cover in ‘Liefde Voor Muziek’
Héél verrassend was de deelname van Daan aan Liefde voor muziek nu ook weer niet. Achter de schermen loopt al tien jaar zijn vaste muzikale compagnon rond: Jeroen Swinnen, de man met het vreemdste cv uit de belpop. Een dubbelgesprek over K3, kerstsingles en – uiteraard – die cover van Metejoor.
De derde aflevering van Succession. De finale van The Last of Us. De verschijning van Matteo Simoni in de eerste aflevering van De mol. De exit van Matteo Simoni in de eerste aflevering van De mol. We hebben de voorbije maanden vaak met ongeloof voor het tv-scherm gezeten, maar geen enkele keer kwam onze blik in de buurt van die van Metejoor toen hij deze week de coverkeuze van Daan hoorde in Liefde voor muziek. ‘Echt? Gade gij de intro doen?’
Het was vreemd geweest als Daan een ánder nummer van Metejoor had gecoverd
Een snelle recap. Intro is een track van Metejoor met enige cultstatus. In 2021 opende Metejoor zijn debuutplaat met een ongewone muziekloze introductie van twee minuten en vijfenveertig seconden waarin hij rechtstreeks de luisteraars toesprak om hen te bedanken voor hun aankoop, een shout-out deed naar zijn zus en de radio’s en de thema’s van de plaat persoonlijk uit de doeken deed. Precies die track pikte Daan – de kapitein Haddock van de belpop, aldus Metejoor – eruit om te coveren in aflevering drie. Dat was verwarrend in een VTM-setting. Nóg verwarrender was de uitvoering zelf, een bombastische, bezwerende ode aan de figuur Metejoor met klokkengeluiden, pauken en koorstemmen, die er zo ver over ging dat het volstrekt onduidelijk werd of het nu een loflied was dan wel een poging om hem in zijn gezicht uit te lachen. Iets waar, te oordelen naar de blikken van de andere artiesten in de sofa, niemand over uit was. Alleen al voor de reactieshots: het televisionele én muzikale moment van het voorjaar.
Hij leek de vreemde eend in de bijt in het gezelschap van K3, Stef Bos, Metejoor, Jaap Reesema, Portland en Günther Neefs, maar drie afleveringen ver blijkt de format van Liefde voor muziek op maat van Daan Stuyven (53). Wat, bij nader inzien, ook niet zo verwonderlijk is. Tussen kunst en kitsch situeerde zich altijd al zijn favoriete speelveld. Gooi Daan in een reality-omgeving en er gebeurt iets. En vooral: hij is er muzikaal op zijn gemak. Jeroen Swinnen (50), sinds dag één de musical director en orkestmeester van Liefde voor muziek, is al 21 jaar de producer, toetsenist en vaste compagnon van Daan. Een man van vele muzikale levens ook: Swinnen verzorgde de synthesizers bij Vive La Fête, overtuigde Stan Van Samang om Een ster te coveren, reed Joost Zweegers naar Bangor en schreef mee aan Me and My Guitar, het Eurosong-avontuur van Tom Dice. Onder meer.
Aanvankelijk was het de bedoeling dat het gesprek daarover zou gaan: hun muzikale vriendschap van de voorbije twee decennia, hun gedeelde liefde voor klassiek en synths en hun spreidstand over verschillende muzikale werelden. Maar dan kregen we hun cover van Metejoor te horen.
Er waren al maanden geruchten dat Daan Intro had gecoverd, maar ik dacht dat het een grap was. Het was dus echt.
Jeroen Swinnen: Het was zeker echt, ja. (lacht)
Ik heb met open mond zitten kijken.
Swinnen: Jij niet alleen. Ik heb het pas nog eens geteld: ondertussen hebben we met Liefde voor muziek al 400 covers gebracht. Maar dit was de allereerste keer dat alle artiesten in de zetel van de eerste tot de laatste seconde met een kin tot op de grond zaten toe te kijken. En allemaal hadden ze dezelfde blik: wat is dit?
Sinds Liefde voor muziek gebruikt Daan Intro ook in zijn bindteksten. Hij heeft het er al maanden over hoe hij “eigenlijk een soort van gezegend is” met zijn fantastische band.’ Jeroen Swinnen
Wat wás dit eigenlijk?
Daan: (grijnst) Zoals ik in de aflevering zeg: een ode aan Metejoor en zijn veelbesproken dankbaarheid. Het is heel gewaagd en controversieel om je album te openen met een drie minuten durend dankwoord, maar hij heeft ook een punt: wij als zangers bedanken onze omgeving te weinig. Of dat nu aan het begin van een plaat moet gebeuren, dat weet ik dan weer niet. Maar het getuigt wel van durf. En dus dacht ik: er is al zo veel gezegd over die Intro, laat ik het anders glorifiëren met een Falco-achtige hymne. Bij wijze van hart onder de riem.
Je was hem niet aan het uitlachen?
Daan: Nee. Ik heb hem ondertussen leren kennen: Joris is een oké gast. Ik wilde oprecht dat hij er een goed gevoel bij had. Metejoor, zoals mijn cover heet, is een raar ding natuurlijk. Iedereen mag dat van mij op zijn eigen manier interpreteren. Maar voor mij is het niet uitlachen. Voor mij is het een poging om een ietwat bijzondere tekst naar the next level te brengen met een gezonde dosis Belgische absurditeit.
Hoe kwam je erbij om Intro te kiezen?
Daan: Ik kende Metejoor op voorhand niet. Ik wist dat hij een populaire artiest was, maar ik had zijn muziek nog nooit gehoord. Toen ik in mijn omgeving vertelde dat ik meedeed aan Liefde voor muziek, had de man van Isolde Lasoen gesuggereerd dat ik eens naar het begin van Metejoors debuutplaat moest luisteren. Het begon nogal vreemd, zei hij. Dat heb ik dus gedaan. Zodra ik die intro hoorde, wist ik: ik heb prijs.
Swinnen: Toen ik de eerste keer bij Daan thuis kwam om zijn coverkeuzes te bespreken, zei hij met een glimlach dat het bij Metejoor makkelijk was gegaan. ‘Je hebt gewoon het eerste nummer gepakt, hè’, zei ik. ‘Ja’, was het antwoord. (lacht)
Ik dacht dat het wel zou klikken met de andere artiesten. Op dat vlak volstond het al dat K3 meedeed. K3 is popart.’ Daan
Daan: Om helemaal eerlijk te zijn: ik ben ook nooit verder geraakt in mijn research. Tijdens de opnames was ik heel benieuwd om de rest van zijn muziek te ontdekken. Ik kende maar één nummer: Intro.
Swinnen: Nu, Daan kennende zou het vreemd geweest zijn als hij dat nummer niet gekozen had. Hij houdt van parlando’s. Hij houdt van covers waar hij iets onverwachts mee kan doen. Het was niet zonevreemd, zeg maar. Maar het was wel meteen duidelijk dat áls we dit wilden coveren, we er ook volledig voor moesten gaan. Niet gewoon een beatje met de tekst erover. Het moest poepchic zijn.
Dat is wat Metejoor zo bijzonder maakt. Niet de grap op zich, maar dat jullie zo ver zijn gegaan in de uitwerking ervan.
Daan: Daar hebben we ons misschien wat in laten meeslepen, ja. Ik was al behoorlijk groots gegaan in het arrangement, van het klokkenspel in het refrein tot de drums in de strofes die – grappig weetje – dezelfde zijn als in Robbie Robertsons Somewhere Down the Crazy River. Maar dan heeft Wietse Meys, de arrangeur, zich nog eens over het refrein gebogen en bleek het allemaal nog net iets grootser te kunnen.
Swinnen: Tijdens de repetities stapte Wietse op een ochtend binnen met vermoeide ogen: hij had niet veel geslapen, zei hij. Hij had de hele nacht aan het refrein geprutst. Toen hij liet horen wat hij gemaakt had, moest ik even gaan zitten. Koorstemmen, pauken, violen. Compleet erover, maar tegelijkertijd geweldig.
Daan: De overtreffende trap van Gangsta’s Paradise, zeg maar.
Je hebt de integrale tekst van Metejoor gebruikt, van ‘Hey, ik wil jou oprecht en hoogstpersoonlijk bedanken’ tot de passage over hoe hij ‘eigenlijk een soort van gezegend is’. Heb je die hele tekst van buiten geleerd?
Daan: Ondertussen ken ik de hele tekst, denk ik, maar tijdens de opnames hebben we met een teleprompter gewerkt.
Swinnen: Zelfs zijn eigen lyrics kent hij niet uit het hoofd. Altijd staat er wel een strategisch partituurstandje op het podium of loopt er een prompter mee tijdens de concerten. Bij veel artiesten, trouwens.
Daan: Ik vond het wel belangrijk om Intro integraal te brengen. Het moest, euh, respectueus tegenover zijn tekst zijn. Dat gezegd zijnde, was het een serieuze uitdaging om het in een nummer te gieten. Ik was blij dat hij af en toe het woordje ‘Metejoor’ liet vallen, zodat ik iets had om een refrein rond te bouwen. Ik had namelijk geen regel dat ik een stukje tekst niet mocht herhalen. En het woord ‘gezegend’ was ook een cadeautje.
Metejoor heeft een muzikaal antwoord klaar op Daans cover. Je gaat verrast zijn. Het kan niet dat je niet verrast gaat zijn.’ Jeroen Swinnen
Swinnen: Sinds Liefde voor muziek gebruikt hij het ook in zijn bindteksten. Hij heeft het er al maanden over hoe hij ‘eigenlijk een soort van gezegend is’ met zijn fantastische band. (lacht)
Was je niet bang voor de reactie van Metejoor?
Daan: Daar was ik redelijk gerust in. Ik was vooral bang van de camera’s. Ik ben niet zo’n fan van televisie-opnames. Maar ik voelde toch een zekere opluchting toen ik weer ging zitten. Hij was blij. Dankbaar ook. Meteen na de show heb ik hem met zijn manager horen bellen: ‘We hebben een intro voor de shows in het Sportpaleis!’
Hebben jullie eigenlijk plannen om Metejoor live te brengen?
Daan: Nog niet over nagedacht eigenlijk. Het was zeker niet de bedoeling. Maar bon, het gaat nu zijn eigen leven leiden. You never know.
Swinnen: Na tien jaar Liefde voor muziek kan ik zeggen: je weet op voorhand nooit welk nummer opgepikt wordt. Als de mensen het leuk vinden, kunnen we het altijd in de bis smijten. Maar ik zou er nu niet meteen een Daan-concert mee openen. (lacht)
Als het een indicatie kan zijn: ik krijg het refrein al de hele dag niet uit mijn hoofd.
Swinnen: Het is een verschrikkelijk oorwurm, hè. Tijdens het mixen had ik er ook veel last van.
Daan: Van mijn vriendin mag ik het niet meer opzetten. Anders hoort ze een hele dag ‘Metejoo-o-oor’ in haar hoofd.
Drie afleveringen ver is Liefde voor muziek bezig aan een van zijn sterkste seizoenen, iets waar de inbreng van Daan voor veel tussen zit. De voorbije negen jaar was dat ook je grootste frustratie als musical director: dat het zo moeilijk is om artiesten uit de alternatieve scene te overtuigen.
Swinnen: Dat is nog altijd een probleem. Als er alleen maar artiesten meededen die op Studio Brussel gespeeld worden, dan zei iedereen die we belden meteen ja. Maar er zitten ook pop-, schlager- of danceartiesten in en dat schrikt sommigen af.
Pakweg Balthazar of Oscar and the Wolf in Liefde voor muziek: ik zou het wel willen zien.
Swinnen: Iedereen weet dat ze zich muzikaal geen zorgen moeten maken. Dat is een ferme band die daar staat. De Vlaamse Wrecking Crew. Maar je moet ook in een villa met die mensen samenleven. Als je het gevoel hebt dat dat niet gaat, is het een grote stap. Ik snap dat ook wel: als artiest sta je daar met je carrière. Maar het blijft spijtig. Het enige wat we kunnen doen is koppig ons ding blijven doen en laten zien dat artiesten er volledig zichzelf kunnen zijn.
Hoe vaak heb je Daan moeten vragen?
Swinnen: Heel vaak.
Daan: Elk jaar wel, denk ik. Maar altijd kwam er iets tussen. Sommige jaren was ik zelf bezig met een plaat en had ik geen tijd. Andere jaren zaten er een of twee artiesten tussen waarvan ik dacht: dat gaat niet tof zijn. Niet op muzikaal vlak, maar gewoon: het zou niet marcheren in de sofa.
‘Jeroen had zich zodanig hard gegeven tijdens de opnames van The Ride dat ik hem niets meer kon weigeren’, was je uitleg over waarom je dit jaar wel toezegde.
Daan: Dat is te sterk uitgedrukt. De echte reden was dat het dit jaar simpelweg wél paste. The Ride was al opgenomen: ik had mijn ei gelegd. En ik dacht dat het wel zou klikken met de andere artiesten. Op dat vlak volstond het al dat K3 meedeed. K3 is popart. Mijn insteek is altijd: waar kan ik iets zots mee doen?
Swinnen: Het stak hem ook al jaren dat hij elke zomer de helft van zijn crew naar de zon zag vertrekken, terwijl hij thuis bleef. De roadies, de tourmanager, de mixer en de helft van de band werken voor Liefde voor muziek.
Je lijkt je ook wel geamuseerd te hebben.
Daan: Ik had er goesting in, ja. Daarom ben ik ook met de auto gegaan: ik wilde er met mijn paard naartoe trekken. Het enige waar ik beducht voor was, was het samenleven in de villa. Voor hetzelfde geld eindig je zoals in die ene film met al die rijke mensen op dat strand.
Swinnen:Triangle of Sadness?
Daan: Die, ja. Maar dat was het dus niet. Het was een heel levendige sfeer. Zeker met al dat jong volk ertussen. Ik heb veel bijgeleerd over apps.
Swinnen: Je merkte dat iedereen dit jaar met heel veel zin is aangekomen in Barcelona om er iets van te maken. K3 had hun danscoach mee. Stef Bos had van elke artiest niet één, maar twee of drie nummers voorbereid. Daan heb ik dingen zien doen waar nog geen enkele andere artiest zich aan gewaagd heeft. Hoe hij een visuele act maakte van Stef Bos’ Tussen de liefde en de leegte was ongezien. Of hoe hij dat hamertje wegsmeet in Metejoor. Het was misschien een heel ongewone groep mensen dit jaar, maar het heeft een van de beste jaargangen opgeleverd. De lat is opnieuw verlegd.
Hoe groter de clash tussen de artiesten, hoe beter de formule werkt.
Swinnen: Dat is zo. Pas op: Liefde voor muziek is niet de Grote Prijs Om Het Meest Uit Je Comfortzone Gaan. Ik druk de artiesten altijd op het hart dat ze een cover zo veel mogelijk naar zich toe moeten trekken. K3 moet K3 blijven. Daan moet Daan blijven. Maar als K3 Daan covert en vice versa, dan is dat effectief wel interessanter dan twee artiesten die gelijkaardige muziek maken. Werelden die ver van elkaar liggen spreken meer tot de verbeelding.
Volgende week is het aan jou en wagen Metejoor, K3, Günther Neefs, Jaap Reesema, Portland en Stef Bos zich aan jouw songs. Hoe was dat?
Daan: Precies Kerstmis. Iedereen brengt pakjes. Het enige wat jij moet doen is die pakjes opendoen. Al blijft het een raar gegeven. Het is veel makkelijker om iemands nummer te coveren dan in die sofa te zitten terwijl ze jouw songs uitkleden.
Swinnen: En om een tipje van de sluier te lichten: Metejoor heeft een muzikaal antwoord klaar op Daans cover van Intro. Je gaat verrast zijn. Het kan niet dat je niet verrast gaat zijn.
Heb je het droog gehouden?
Daan: Om het met de Everly Brothers te zeggen: I’ll do my crying in the rain. (lacht) Nu, ik was wel een aantal keren geraakt. Ik hoor mijn teksten nooit door iemand anders gezongen. Als iemand je nummers dan interpreteert met de nodige emotie, dan komt dat hard binnen. Alsof je een spiegel voorgehouden krijgt. Maar je gaat me niet zien wenen voor de camera.
Swinnen: Wat ik vooral goed vind aan de aflevering is dat het een heel goed portret van Daan is geworden. Je krijgt Daan te zien zoals ik hem ken. Het is geen flauw afkooksel.
Daan: Op voorhand was ik op mijn hoede voor de reality. Ik had geen zin in interviews waarbij men van alles uit je probeert te sleuren. Maar de makers hebben me daar heel vrij in gelaten. Ik mocht zelf voorstellen wat ik wilde, ze volgden me blindelings. En dan kan het al eens gebeuren dat je op rare plekken terechtkomt en plots postkaartjes aan het maken bent met afval uit de vuilnisbakken samen met de K3’tjes.
Terzijde: in de eerste aflevering zei je langs je neus weg dat je K3 vooral kende van Wie zit er aan mijn lijn?. Niemand reageerde, wat ik dan weer grappig vond.
Daan: Dat was gewoon verwarring. Wat ik graag heb. Er zijn wel meer versprekingen geweest.
Swinnen: Hebben ze Is dit nu water? erin gelaten bij Stef Bos?
Daan: Ik hoop van wel. (grijnst) Voor ik met Dead Man Ray begon, heb ik een ietwat ludieke periode doorgemaakt waarin ik cassettes vol heb opgenomen met vertalingen en parodieën van Belgische artiesten. Adamo. Bea Van der Maat. Er was een cover van Louis Neefs waarvan ik de titel niet hardop durf uit te spreken. En ik herinner me ook een volledige tribute aan Isabelle A in de stijl van Gainsbourg. Bij welke van de zes artiesten ze mij ook hadden samen gezet, er zat een parodie klaar.
De discografie van Jeroen Swinnen blijft ook iets bijzonders. Het voorbije jaar heb je de laatste plaat van Daan, de soundtrack van 1985, de zomerhit Lekker blijven hangen en de benefietsingle People Help the People geproducet.
Swinnen: Als ze mij voor iets vragen en ik kan er iets mee, dan doe ik het. Vorige week heb ik me voor de allereerste keer aan popdance gewaagd: ik heb de nieuwe single van Sylver geproducet. Had ik ook nooit verwacht.
Kwam ik ook tegen op je Discogs: de Zwitserse inzending voor Eurovisiesongfestival van 2020.
Swinnen:Répondez-moi van Gjon’s Tears. Als er één ding in mijn leven is waar ik kwaad over ben…
Hoezo?
Swinnen: Ik heb dat nummer mee geschreven en geproducet. Ik was zelfs de platenbaas. En ik ben er nog altijd van overtuigd, tot op de dag van vandaag, dat we er het Songfestival mee hadden kunnen winnen. We stonden bij de bookmakers op twee – alleen IJsland stond hoger – maar ik wist dat als het publiek hem dat nummer live ging horen brengen, hij nog een plaats zou stijgen. Het énige wat nog moest gebeuren, was dat het Songfestival doorging. En dan kwam covid en werd alles afgelast. Dat vergeef ik corona nooit. Het jaar erop deed hij met een nieuw nummer mee, waar ik door omstandigheden niks meer mee te maken had.
Kerstsingles: dáár ligt voor mij de grens.’ Daan
Hoe belandt de Zwitserse inzending voor het Eurovisiesongfestival bij jou?
Swinnen: Ik draai al een tijdje mee in die wereld. Sinds Me and My Guitar. In dit geval komt het doordat Suisa, de Zwitserse Sabam, me elk jaar uitnodigt om een nummer te schrijven. Het is een tof format. Een nummer mag niet langer dan drie minuten duren. Het mag niet politiek zijn. Je mag niemand uitschelden. En al de rest mag. Een plezant universum voor een songschrijver.
Zit er ergens ook een muzikaal statement in dit alles?
Swinnen: Appetijt, denk ik.
Daan: Toevallig heb ik vorige week, op mezelf in de studio, een cover van Don’t Fence Me In opgenomen. Dat vat veel samen. Ik heb nu voor dit beroep en voor deze passie gekozen. Dan wil ik ook het gevoel hebben dat er geen grenzen zijn.
Eén keer heb je Jeroen nochtans laten weten dat hij te ver was gegaan.
Daan: Is dat?
Swinnen: Toen ik een kerstsingle voor Christoff had geschreven, heb je een bericht gestuurd: nu ga je erover. Maar ik weet niet of dat aan Christoff lag of aan het kerstgegeven.
Daan: Het kerstgegeven. Daar heb ik het heel moeilijk mee. Ik heb zelf ook één keer geprobeerd om een kerstnummer te schrijven. That’s Why Christmas Sucks, heette het. Maar ik moet me corrigeren, inderdaad. Kerstsingles: dáár ligt voor mij de grens.
Liefde voor muziek
De aflevering rond Daan is op 25.04 te zien op VTM.
Daan
Speelt op 26.04 in de AB, Brussel; op 04.05 in De Roma, Antwerpen; op 10.05 in de Vooruit, Gent en op 20.05 in Het Depot, Leuven.
Jeroen Swinnen
Leeftijd 50.
Woont in Merchtem.
Beroep producer, muzikant en songschrijver bij onder meer Daan en Joost Zweegers. Musical director bij Liefde voor muziek.
Zat in Vive La Fête.
Producete en/of schreef Touche Pas van Vive La Fête, Een ster van Stan Van Samang, Me and My Guitar van Tom Dice, Verover mij van Niels Destadsbader, Because van Novastar en de soundtracks van onder meer Beau Séjour, De twaalf en 1985.
Daan
Leeftijd 53.
Woont in Overijse.
Recentste albumThe Ride (2022).
Bekendste nummersSwedish Designer Drugs (2002), Victory (2004), Housewife (2004) en Icon (2009).
Vreemdste nummer (en videoclip)Promis Q (2006).
Doet mee aan het negende seizoen van Liefde voor muziek.
Coverde al De 3 biggetjes (K3), Tussen de liefde en de leegte (Stef Bos) en Intro (Metejoor).
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier