Colin van Eeckhout: ‘Dit zijn de gelukkigste jaren van mijn leven’

© Guy Kokken

Het hoeft niet altijd postmetal te zijn. Colin van Eeckhout (Amenra) trok naar een Zeeuwse kerk met gospeltroubadour Broeder Dieleman en kwam terug met een pastorale folkplaat, Sober Maal.

‘Ik had een interview met Broeder Dieleman gezien en dacht: die kerel is met hetzelfde bezig als ik.’

Zijn ontmoeting met Tonnie Dieleman was er eentje uit zijn wildere dromen, vertelt Colin van Eeckhout vanuit het busje waarmee hij met Amenra twee weken langs de Amerikaanse oostkust tourt. ‘Ik bedoel daarmee: zingeving, het leven bevragen, het geloof in vraag stellen zonder het belang ervan te ontkennen. Toen we elkaar voor het eerst tegenkwamen op een festival hebben we de hele avond gepraat – over het leven, kinderen, domme dingen – en leute gemaakt. Soms gebeurt het dat je iemand ontmoet en het gevoel krijgt dat je die al jaren kent. We voelden: we moeten ooit iets samen doen.’

Ik luister naar de gronden zaai me uit in zonen duizend beeldenmijn hart blijft boordevolalleen wie dood waskent het leven

(Uit ‘Zaaier’)

Ze hebben dan ook veel met elkaar gemeen. Colin van Eeckhout ontwaakte artistiek pas echt toen zijn vader een kwarteeuw geleden stierf. Geen tijd meer te verkwanselen, dacht hij, voortaan moet alles betekenis hebben. Broeder Dielemans eerste plaat Alles is ijdelheid (2012) ging over het overlijden van zijn moeder. Zo werd het werk van beide mannen – samen vormen ze De Mannen Broeders – een bedding waar rouw, verdriet, duisternis en loutering doorheen stromen. Ook hun gelijkaardige dialecten zorgden voor een band – ‘het woord asem gingen we al zeker gebruiken’, klinkt het. Verder koesteren de twee een voorliefde voor symboliek en rituelen. Veelbesproken zijn Van Eeckhouts publieke performances met vleeshaken en de amputatie van zijn tepels als offer voor een ziek familielid.

‘Tonnie, die reformistisch is opgevoed, vindt het interessant hoezeer religie mij boeit, hoewel ik uit een vrijzinnig nest kom’, aldus Van Eeckhout. ‘Al mijn vriendjes gingen voor hun eerste en plechtige communie naar de catechese en ik niet. Mijn oma had een grotteke in haar tuin waarin ze kaarsjes brandde. Ik liet dat allemaal passeren. Tot ik miserie meemaakte in mijn leven en de waarde van religie inzag. Je hebt iets nodig om op te steunen, ook al weet je rationeel dat het er niet is.’

Broeders zustershier raken wede kern van het levenvoor heel evenvoor evenongrijpbaar aanwezig

(Uit ‘Van licht ontdaan’)

De keuze om het album in een godshuis op te nemen lag voor de hand. Zowel Amenra als Broeder Dieleman traden vaak in kerken op. Amenra’s kring van gelijkgestemde kunstenaars en medewerkers heet Church of Ra, en zes platen van de band werden Mass gedoopt. ‘Ik bezoek graag kerken’, zegt Van Eeckhout. ‘Je praat er stiller, je stapt trager. Dat een ruimte zoiets afdwingt, vind ik magisch. Voor mij blijft een kerk een plek van worship. Als je daar iets kunt creëren, meng je een saus doorheen je muziek die je nergens anders vindt. Je hoort op de plaat onze galmende stemmen en de krakende vloer, en je vóélt bijna de luchtverplaatsing van dat kerkorgel.’

‘Ik bezoek graag kerken. Je praat er stiller, je stapt trager. Dat een ruimte zoiets afdwingt, vind ik magisch.’

Voor het maken van de Mannen Broeders-plaat viel de keuze op de doopsgezinde kerk in Middelburg, waar Dieleman woont. Vijf dagen verbleven Van Eeckhout en Dieleman er, in het bijzijn van pianist-orgelspeler Pim van de Werken en Amenra-bassist Tim De Gieter als producer. Dieleman nam zijn trouwe banjo op schoot en haalde er voor de moederhymne Onze lieve vrouwe het koor van zijn vrouw bij. Van Eeckhout had dan weer de draailier mee die hem ook op zijn solowerk als CHVE vergezelt. ‘Een instrument waarmee je de hele tijd moet tjolen, want het luistert niet altijd’, zegt hij lachend. ‘Maar ik voel graag de trilling van die snaren en omarm de imperfecties die erin sluipen. Ik combineer het wel met pedalen en loops. Zo maak ik een brug tussen het oude en het nieuwe. Net zoals we met de teksten voor De Mannen Broeders doen.’

De Mannen Broeders © Stefaan Temmerman

Inspiratie voor Sober maal putten Van Eeckhout en Dieleman uit de bijbels van hun grootvaders en rommelmarktvondsten zoals zangboeken en dichtbundels van pastoors. De tekst van Zaaier komt van de Nederlandse priester en beeldend kunstenaar Omer Gielliet (1925-2017). Voor Grafschrift, een ode aan vriendschap, was een gedicht van predikant Jan Scharp (1756-1828) de bron. Muzikaal schurken De Mannen Broeders volgens Van Eeckhout aan tegen het meditatieve Dead Can Dance en de godsvruchtige americanafolk van David Eugene Edwards (Wovenhand en 16 Horsepower). De grootste verwantschap voelt hij met de Ierse folkband Lankum, die net als Amenra aartsdonker, hard en zwaar durft te zijn. ‘Bij Amenra vecht ik tegen de oorzaak van de pijn, verzet ik me, in de hoop daar sterker uit te komen’, legt hij uit. ‘Maar als we met Amenra akoestisch optreden, wéntel ik me veeleer in die pijn. Wat ook een deel is van het traject om dat gevoel los te schudden. Bij mijn solowerk en De Mannen Broeders is het ook zo. Het draait niet om catharsis.’

Asem wegenasem klankasem levenasem dank

(Uit ‘Asemruumte’)

Waarrond dan wel?

Dankbaarheid, zegt Van Eeckhout meermaals. Vandaar de plaattitel Sober maal. ‘Onze geluidstechnicus bij Amenra, Hein Devos – die trouwens de koster speelt in de clip van Verteere heel – begon daar eens over op tournee. Hij had op een katholiek internaat gezeten en één keer per week was het er ‘sober maal’: enkel soep en brood als teken van dankbaarheid voor al wat je op de andere dagen tot je mag nemen. Ook wij hebben deze plaat gemaakt vanuit een zekere nederigheid.’

Colin van Eeckhouts blik schiet even weg van het scherm, het voorbijflitsende landschap van Virginia in. ‘We touren nu voor de achtste of tiende keer in Amerika, en altijd moeten we dan weer enkele treden omlaag in vergelijking met optreden in Europa. Een kleinere bus en crew. Met vier in een hotelkamer en met twee in een queensize bed. Toch geniet ik er op mijn 45e meer dan ooit van. Omdat ik het nog altijd kán doen en we nog allemaal gezond zijn. Dit zijn misschien wel de mooiste jaren van ons leven. Dat gevoel van dankbaarheid heeft die kerk in Middelburg ook uit Tonnie en mij gesleurd. Net als de bevestiging dat saamhorigheid iets mooiers en sterkers oplevert dan wanneer iedereen zijn ego gestreeld wil zien.’

‘Bij Amenra verzet ik me tegen de pijn. Op deze plaat wéntel ik me erin.’

Van Eeckhout vertelt nog dat er met het ouder worden ‘een soort rust’ over hem neerdaalt. Het is hem helderder geworden waar zijn hart ligt. In die mate dat hij na dertig jaar niet meer straight edge is – onlangs nam hij tot verbijstering van de Amenra-leden een biertje aan. ‘Ik heb mezelf moeten leren loslaten, want ik ken aan alles te veel gewicht toe’, zegt hij. ‘Die last draag je constant mee. Ik leef nog steeds een gematigd leven, maar sta mezelf meer toe te genieten met vrienden, van wat we samen hebben. Niet dat ik nu ga wachten tot de dingen in mijn schoot vallen. De voorwaartse drive blijft. Mijn vader is amper vijftig geworden. Nú moeten we het doen.’

Sober maal

Uit op 11.10 bij Relapse.

Colin van Eeckhout

Geboren in 1979 in Kortrijk.
Studeert af als maatschappelijk werker.
Richt in 1999 samen met vrienden de postmetalgroep Amenra op.
Werkt samen met kunstenaars als Berlinde De Bruyckere en Michaël Borremans.
Speelt naast Astrid Stockman in de opera Dance of the Seven Veils van Aïda Gabriëls (2022) en debuteert als acteur in de film Skunk (2024) van Koen Mortier.
Brengt, nu de agenda van ‘moederschip’ Amenra het toelaat, de in 2021 opgenomen plaat Sober maal met De Mannen Broeders uit.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content