Big Next in Gent: stadsfestival met toekomst
Het stadsfestival als microbiotoop is in opgang. In Gent kan je ze bijna niet meer op één hand tellen. De Gentse Feesten, natuurlijk, maar ook het showcasegebeuren Glimps (van 10 tot 12 december), en, terwijl zaterdag OdeGand in de binnenstad dagjesmensen verblijdde, voor de tweede keer Big Next op de Doksite, niet ver van waar enkele weken eerder Wastelands zijn dobber achter het muzikale sleepnet uitwierp.
Dok, ‘werfplek voor verpozing en creatieve manoeuvres’, is een polyvalente locatie, al voor het vierde jaar op rij een ’tijdelijke invulling’ van een zone in het oude havengebied waar een nieuw stadsdeel moet verrijzen. Big Next, georganiseerd door Democrazy in samenwerking met de muziekblog Disco Naïveté, vult er drie podia met namen waar toekomst in zit. Een circustent, een overdekte ‘box’ en de kantine. Die laatste heeft een capaciteit van 89 mensen, lezen we op een papiertje aan de ingang. De bekendste naam op de affiche komt uit Brussel. Big Next mikt dus niet op de grote massa, en die liet zich dan ook niet zien.
Stilte en leegte zijn de grootste vijanden van ieder festival, en het zijn stilte en leegte die ons verwelkomen op Dok. De wandelafstand tussen de drie podia telt slechts twee of drie minuten en de veertien namen op de affiche haken netjes in elkaar. Na ieder concert verplaatsen de toeschouwers zich simpelweg in stoet van het ene naar het andere podium. Biertenten, circusattracties noch andere randanimatie versperren hen daarbij de weg. Van mij hoeft dat ook niet, maar het zorgt voor een wat vreemde, gezapige dynamiek.
Singer-songwriter Anna B. Savage voelt het ook, wanneer ze solo met een mooie semi-akoestische gitaar de circustent bij de les tracht te houden. Op de vier songs die haar jongste ep uitmaken, heeft de Britse wel onder meer drums en piano in steun, in een warme productie van DM Stith, maar het is het lot van menigeen, beginnend artiest: met weinig middelen de baan op, je noeste arbeid in de studio uitgekleed voor de leeuwen werpen.
Ze heeft een krachtige, warme en flexibele stem, Anna B. Savage. Ze bewandelt een pad tussen PJ Harvey en Trixie Whitley, een pad dat haar in Gent recht door hardnekkig geroezemoes stuurde. Volgens één van de runners was Savage erg opgetogen met de pas verkozen voorzitter van de Labourpartij, maar daar viel weinig van te merken, moederziel alleen op het podium. Tien minuten eerder dan gepland, maakte ze abrupt een einde aan haar set. Flets applausje. Hoe een artiest met toekomst lijden kan.
De noiserock van Rats on Rafts steunt op vier paar schouders, maar ook zij blonken evenmin uit in zelfzekerheid. De Rotterdamse band haalde z’n naam bij een song van Mudhoney, en gaat prat op een agressieve, fuzzy, in reverb badende, analoge sound. Op hun tweede album Tape Hiss jakkert dat lekker weg, op het podium in de box bleef de aangekondigde geluidsmuur weg.
‘Het probleem bij zulke groepen is dat ik niet versta wat die mannen zingen’, overhoorden we iemand opperen na het concert. Moet ik altijd om lachen. Want muziek als deze moet je voelen, niet mee lippen. Alleen, daar stak te veel respect voor de geluidsnomen een stokje voor, tijdens Rats On Rafts. De letters ‘Satan’ op je basdrum tapen is leuk, ‘God is dead’ op je t-shirts printen waarschijnlijk ook, maar dan willen we het vagevuur horen losbarsten. Pas driekwart ver leken de Rotterdammers – of de aangewezen geluidsman – hun voet van de rempedaal te halen, en kwam hun psychedelische gitaarbrij dan toch tot leven. ‘Parquet Courts, maar dan minder goed’, beoordeelde onze fotograaf. Daar zit iets in.
Om 19u serveerde Dinner in de circustent ‘stadionrocksongs, gezongen door de dorpsidioot’, aldus de man zelf. Anders Rhedin heet ie in het echt, en met z’n breed uitgevallen kostuumjasje leek hij van ver op David Byrne van Talking Heads, circa Stop Make Sense, inclusief houterige dansjes.
Behalve drie ep’s op Captured Tracks bracht Rhedin ook een ‘meditatiegids’ op tape uit. Zijn verwoede pogingen om het publiek naderbij te hypnotiseren stuitte eerst nog op typisch Vlaamse gereserveerdheid, maar dorpsgekken dragen we een warm hart toe in Gent, dus verzamelde de bescheiden menigte zich uiteindelijk toch vooraan het podium.
De met geaffecteerde bariton gezongen eenmansbombast van Dinner neigde soms naar oude Depeche Mode; galmende synthpop in betonnen pijlers die jammer genoeg uit een doosje kwam. Dat gaf Rhedin de handen, armen en benen vrij om over het podium te hossen, maar na 25 minuten is ook daar de lol af.
Dat Dinner met zijn kitsch in het kwadraat tegenwoordig het voorprogramma verzorgt van die andere zelfverklaarde dorpsidioot, Mac Demarco, verbaast niet, maar muzikaal bleven wij op onze honger zitten. Dan maar snel een broodje kort gebakken entrecote naar binnen spelen. Lekker.
Kai Hugo is een langharige Amsterdammer met een uitgebreide collectie vintage synthesizers, sequencers en drummachines. Palmbomen is zijn uitlaatklep voor acid-house-achtige italodisco, en net als zijn landgenoten van Rats On Rafts prefereert Hugo de warme gloed van analoge tape boven de high definition van digitaal.
Hij deed het op Dok zonder projecties van zijn gepersonaliseerde visuals, dus speelden we de onbestaande, retro-futuristische film waar Palmbomen de soundtrack bij verzon maar af in onze hoofden. Om een idee te geven: op zijn jongste album Palmbomen II zijn alle tracks genoemd naar randpersonages van The X-Files. De beats en dromerige klankenkronkels van Hugo brachten de box in beweging, maar voor extase bleek het nog te vroeg.
Het cliché van de Gentenaar die laat in beweging komt, werd wat later herbevestigd door Blue Daisy. Kwesi Darko heten en toch voor een artiestennaam kiezen. ‘Ik wil een kat in de jungle zijn’, vertelde Darko enkele weken geleden in Knack Focus. ‘Onder de mensen zijn én er tussenuit steken. Bewust of onbewust, je voelt dat ik er ben’.
En of, dat Dok het voelde. De 29-jarige Brit is bepaald geen muurbloempje. Al bij het eerste nummer dook hij breedgeschouderd het publiek in, stem vervormd tot een griezelige grom, als een over industriële beats rappende weerwolf. Je hoort de dreiging van Massive Attack in z’n muziek, en de sjamanistische exorcismes van Tricky, die Darko een voorbeeld noemt.
Blue Daisy maakte met zijn uitstraling en inleving goed wat vele andere soloperformers op Big Next ontbeerden. Dynamiek. Spanning. Lef. De in-your-face bulderdrang van Henry Rollins, gekoppeld aan onverschrokken rommelen aan vastgeroeste percepties. Abstract, maar geenszins hermetisch, want deze keer sloeg de vlam wél over naar de opeengepakte toeschouwers.
Blue Daisy behoort sinds kort tot de stal van R&S, en beide oprichters van het legendarische label, Renaat Vandepapeliere en Sabine Maes, stonden goedkeurend toe te kijken hoe hun nieuwe volbloed zieltjes won. ‘Eigenlijk is het pure punk, wat ie doet’, tekenden we op bij Vandepapeliere, terwijl Darko in ontbloot bovenlijf een tandje bij stak. Als Renaats buikgevoel goed zit horen we nog mooie dingen van Blue Daisy. Want weet: ook Aphex Twin en James Blake begonnen ooit bij R&S
Intussen speelde Chris Baio ten dans in de circustent. Baio is de bassist van Vampire Weekend, maar maakt onder z’n eigen familienaam dansbare electropop. Hij had een gitarist bij zich, en nam zelf plaats aan de toetsen. Alweer, roeien met de voorhanden zijnde middelen.
Dat Big Next de horizon afspeurt naar potentieel is bewonderingswaardig, maar misschien moeten ze meer uitgroeien tot happening dan festival. Het kan compacter, en waarom geen standjes van platenlabels en/of bevriende clubs en promotors uitnodigen, en zo een nog bredere waaier kleine maar kwalitatieve namen bieden op een muzikale braderie? Het al lang ter ziele gegane Futurama mikte ooit ook op what’s bubbling under, en deed dat in de Brielpoort met twee podia. Links concert, rechts opbouw. Een andere formule waar Big Next misschien eens kan over nadenken.
Er zit dus vast en zeker toekomst in Big Next. Vorig jaar noteerden we geslaagde passages van Sinkane, Nick Hakim, BRNS en Kevin Morby, maar deze editie leed jammer genoeg onder een gebrek aan aangename verrassingen en te veel aan eenmanspassages.
Top of the bill Vuurwerk lokte zeker extra volk naar de dokken, en ís ook een binnenlands product met exportmogelijkheden. Maar het feestje van de Brusselaars hadden we de voorbije zomer al regelmatig op een festivalpodium gezien. Tja, de één z’n next big thing is de ander zijn yesterday’s news.
Bekijk het volledige beeldverslag van fotograaf Tom Verbruggen hier
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier