Belgische muzikanten over de overleden Mark Hollis: ‘Van top van de commerce naar de bodem’
U kent ze misschien niet, maar bij vrijwel elke muzikant staat ze in de kast: de soloplaat die de pas overleden Mark Hollis 21 jaar geleden in alle stilte uitgebracht, maar sindsdien een cultklassieker pur sang is geworden.
Wat voorafging: in 1981 stampt Mark Hollis samen met Paul Webb en Lee Harris in Londen het groepje Talk Talk uit de grond. Drie jaar en twee albums later forceren ze een doorbraak met de singles It’s My Life en Such a Shame, maar met hun derde elpee, The Colour of Spring (1986), gooien ze het roer om: minder synths en pop, meer piano’s, gitaren en grandeur. Met Life’s What You Make It scoort het trio een wereldhit. Platenfirma EMI is in z’n nopjes en beloont de groep met een ongelimiteerd budget. In 1988 verschijnt Spirit Of Eden, na bijna een jaar lang improviseren en experimenteren met jazz, klassiek, dub en ambient. EMI is not amused en zet een punt achter het contract met Talk Talk. In 1991 blijkt Laughing Stock, ditmaal via Polydor, zo mogelijk nóg experimenteler, nóg tegendraadser. Net zoals haar voorganger wordt de plaat nooit live opgevoerd, er worden geen singles of videoclips uitgestuurd naar de media. En dan wordt het stil.
‘Ik ken geen enkele muzikant die de plaat niet goed vindt.’
Bert Dockx
Meer dan zes jaar duurt het, tot 1998, vooraleer Mark Hollis opnieuw van zich laat horen, met een titelloos, haast geruisloos uitgebracht soloalbum. In de weinige interviews die hij geeft ter promotie haalt hij Ravel en Miles Davis aan als inspiratiebronnen. Uncut schrijft: ‘You’ve never heard music like this before, you probably never will again.’ The Guardian prijst de plaat als ‘zo contemplatief, zo traag bewegend dat een publiek van meer dan een persoon haast ongepast lijkt’. NME heeft het over ‘een spookachtige symfonie, zo ondefinieerbaar als de tijd zelf’.
Zijn muziek biedt hoop en geloof. ‘C’est une fontaine d’amour, une fontaine d’énergie, quoi’ — woorden van Melanie De Biasio, in Knack Focus, in de zomer van 2014. De Biasio is een van de vele muzikanten die geen kans onbenut laten om de lof van Mark Hollis, de artiest en de plaat, te zingen.
An Pierlé is ook zo’n apostel. Ze nam zelfs een cover van Talk Talk’s It’s a Shame op. ‘Als mensen via mijn versie naar de albums van Talk Talk of de soloplaat van Mark Hollis gaan luisteren, is dat mooi meegenomen’, liet ze noteren. Jan Swerts, Arne Van Peteghem van Styrofoam, de mannen van Marble Sounds: allen staken ze de afgelopen jaren hun bewondering voor Hollis en zijn obscure plaat niet onder stoelen of banken.
Nooit melig
‘Ik ken geen enkele muzikant die de plaat niet goed vindt’, zegt Bert Dockx van Flying Horseman en Dans Dans vol overtuiging. ‘Voor mij is die plaat zoiets als het compleet tegenovergestelde van Star Wars. Iederéén kent Star Wars, het is een van de ultieme popcultuurfenomenen. Maar je kunt moeilijk zeggen dat Star Wars veel echt goede films heeft geïnspireerd. Mark Hollis is totaal niet bekend bij het grote publiek, maar zijn muziek heeft bij velen een grote invloed gehad’.
Zelf was hij naar eigen zeggen sceptisch, toen een vriend hem een tiental jaar geleden de laatste platen van Talk Talk en het solowerk van Hollis trachtte aan te praten. ‘Voor mij was Talk Talk iets van vroeger op tv. Foute synthpop, gezongen door die gast met zijn veel te dramatische stem’. (lacht)
‘Jarenlang dacht ik dat die plaat organisch z’n recht was gekomen, met muzikanten die u0026#xE9;cht naar elkaar luisteren. Maar het tegendeel is waar.’
Chantal Acda
Maar hij ging voor de bijl, voor Hollis’ breekbaarheid, en voor die sfeer waarin je jezelf kunt verliezen. ‘Mega-emotioneel, maar nooit melig’, aldus Dockx. ‘Er zit veel dubbelzinnigheid in de muziek, ze staat heel open voor interpretatie’, probeert hij de aantrekkingskracht op muzikanten te verklaren. ‘Hollis laat heel veel ruimte voor de luisteraar.’ Dat de soloplaat er kwam na zeven jaar stilte spreekt enkel in haar voordeel: ‘Hollis ging van de top van de commerce helemaal naar de bodem. Wie doet zoiets? Net daarom is zijn soloplaat een soort obscure coda geworden. Een juweeltje, dat móést gemaakt worden’.
Ruimte voor de luisteraar
Dockx wordt bijgetreden door Chantal Acda, die Mark Hollis aan bod liet komen in het Canvasprogramma Off the Record, waarin artiesten hun favoriete langspelers aanprijzen. ‘Er spreekt een grote urgentie uit de muziek. Iets zoals: dit moet er nú zijn. Net dat maakt dat album zo tijdloos en blijvend relevant.’ Acda leerde Mark Hollis kennen in het Brusselse appartement van een vriend, en herinnert zich haar eerste indrukken nog goed: ‘Alsof ik thuiskwam. Alsof iemand anders aan het zoeken was naar iets waarnaar ik zelf op zoek was. Nog steeds is er geen enkele andere plaat die me doet wat die plaat doet’.
Op haar album Bounce Back (2017) werkte Acda samen met producer Phill Brown, de man die ook Laughing Stock en Mark Hollis mee in goede banen leidde. ‘Hij kwam eerder toevallig voorbij zwemmen, toen ik met Chris Eckman van Walkabouts in de studio zat. Phill was eigenlijk al met pensioen, maar hoorde mijn stem en stelde zelf voor om samen een plaat te maken’.
Ze kent dus de keukengeheimen van Hollis? ‘Inderdaad. Jarenlang dacht ik dat die plaat organisch z’n recht was gekomen, met muzikanten die écht naar elkaar luisteren. Maar het tegendeel is waar: er werden tientallen verschillende muzikanten naar de studio uitgenodigd, die Hollis vaak niet eens te zien kregen. Jaren hebben ze zo gezwoegd aan de plaat, met enkel akoestische instrumenten en een paar microfoons die nooit werden verplaatst. Phill z’n huwelijk ging er bijna aan kapot! Maar dat was voor Hollis blijkbaar nodig om tot de essentie te komen. Een grote klus voor wat eigenlijk een kleine, intieme plaat is. En dat was het dan, zijn ultieme sluitstuk’. Na de release van zijn soloplaat werd het opnieuw stil, en verdween Mark Hollis voorgoed uit het publieke oog.
Grotendeels toch: in 1998 speelde hij piano op één track op Psyence Finction, het debuutalbum UNKLE, het project van triphop-pionier en Mo’ Wax-baas James Lavelle – zonder vermelding in de credits. Drie jaar later, in 2001, stak hij een handje toe voor twee songs op Smiling & Waving, een album van de Noorse zangeres Anja Garbarek. En dat was het dan. Een anticlimax. Geen grote finale, geen retrospectieven, geen interviews meer. En dus ook geen comeback. Enkel het eeuwige respect en de intense bewondering van zijn medemuzikanten en zijn luisteraars.
Een jaar geleden, in april 2018, schreef Knack Focus-journalist Jonas Boel een stuk over één van de platen die hem het nauwst aan het hart ligt: de eerste en enige soloplaat van Mark Hollis. Die plaat zou vorig jaar z’n 20ste verjaardag gevierd hebben, en het artikel zou verschijnen naar aanleiding van de Album Top 500 op Studio Brussel. De insteek: de plaat die u waarschijnlijk niet kent, maar bij iedere muzikant in de kast staat.
Het probleem: StuBru besloot vanaf 2018 om geen Album Top 500 meer uit te zenden. Het stuk verdween dus in de kast. Naar aanleiding van het Hollis z’n overlijden diepten we het alsnog op.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier