Belgische belofte Yusuf: ‘Ik heb mijn kuren, maar zonder die kuren was er geen muziek’
Knack Focus brengt u in de laatste weken van 2018 de beste verhalen van het afgelopen jaar. Een daarvan is dit interview met Yusuf, aka Jonas Steurs, die dit jaar voor het eerst de neus aan het venster stak.
Hij is 22, komt uit Kessel-Lo en is net op tijd om de soundtrack bij de herfst te leveren. Maak kennis met Jonas Steurs, aka Yusuf.
Lees hier de rest van de beste Knack Focus-verhalen uit 2018.
Een donderdag in augustus, net iets te vroeg in de ochtend. Jonas Steurs, 22, zit op de zolderkamer van het ouderlijke huis in Kessel-Lo, de suburbs van Leuven. Locals spreken van K-Low of Kessel-Loco, maar gekker wordt het hier doorgaans niet. Ik had hem gevraagd om in zijn studio af te spreken. Het blijkt dit te zijn. Straks begint hij aan zijn tweede jaar pop- en rockmuziek aan de PXL in Hasselt, maar hij woont en werkt nog bij zijn ouders thuis.
Zijn laptop staat open. Hij scrollt door Spotify, op zoek naar achtergrondmuziek, en zet iets stemmig van Stars of the Lid op. De slaap staat nog in zijn ogen. Binnen twee uur moet hij aan de slag als jobstudent in de chocoladefabriek van Tienen. Niet wat u daarbij verwacht: ‘Het is veel minder Willy Wonka dan je zou denken’, zegt hij. ‘Af en toe zie je iemand in een gigantische ketel chocolade roeren, maar verder is het vooral ketels kuisen, dozen vullen en af en toe aan de band bijspringen. Gisteren heb ik drie uur Tony’s Chocolonely’s met pepernoot in wikkels gedaan.’
Weer een illusie armer.
Hij beseft het misschien niet helemaal, maar hoogstwaarschijnlijk is hij bezig aan wat De Laatste Zomer heet, de zomer waarna alles verandert. Hij staat op het punt om te debuteren als Yusuf, zijn ietwat apart getitelde soloproject. De naam gaat al even rond als het over Belgische beloftes gaat. Begin dit jaar bracht hij Sins uit, zijn eerste single, waarmee hij de finale van De Nieuwe Lichting haalde. Hij won niet, maar hij liet wel van zich horen. Steurs maakte niet de meest radiovriendelijke pop van alle finalisten, maar hij had wel het interessantste geluid: als een van de weinigen klonk hij niet als iets dat we al kenden. Het hielp ook dat hij iets uitstraalt op een podium. Iets mysterieus. Iets intens. Iets gedrevens.
Deze week brengt hij zijn debuut-ep Balm uit – Engels voor ‘balsem’ – waarmee hij evenveel beloftes inlost als nieuwe verwachtingen schept. Zes nummers lang doet hij atmosferische dingen met echoënde gitaren en donkere elektronica. Alleen: wat hem boven alle andere artiesten tilt die atmosferische dingen met echoënde gitaren en donkere elektronica doen, is dat hij dat ook nog eens combineert met een indrukwekkende stem, een soort breekbare falsetto met kerkvibes. Fans van James Blake gaan hem goed vinden, maar de echte referenties zijn Seekae, Arca en Ry X. In het bijzonder de tristesse van die laatste lijkt haar stempel gedrukt te hebben. Want dit moet u wel weten: vrolijk gaat u van Yusuf niet worden.
Dat is oké.
Zeker dat je artiestennaam nog vrij is?
Jonas Steurs: Hoezo?
Gaat De Artiest Die Voorheen als Cat Stevens Bekendstond en Daarna als Yusuf Islam tegenwoordig niet door het leven als Yusuf?
Steurs: Ik geloof het wel, ja. Hij is alleszins de eerste hit als je ‘Yusuf’ intikt in Spotify. Maar ik zag dat zijn officiële naam daar ‘Yusuf / Cat Stevens’ is, dus ik denk niet dat het een probleem is. We zullen wel zien of hij belt, zeker?
Zit er bij jou een betekenis achter die naam?
Steurs: Neen. Ik heb een tijdje verteld dat het de Arabische versie van mijn voornaam is, maar dat klopt niet – Jonas komt van het Hebreeuwse Jona. De waarheid is dat het gewoon een naam is die al jaren in mijn kop zat. Al in 2016, lang voor dit allemaal begon, wilde ik mezelf Yusuf noemen. Beschouw het als een soort alter ego. Het is makkelijker om iemand anders te zijn dan mezelf.
Hoe lang bestaat Yusuf al?
Steurs: Vraag je nu hoe oud ik ben?
Nee. Ik vraag hoe lang je al muziek maakt onder de naam Yusuf.
Steurs: Ah. (lacht) Anderhalf jaar, schat ik. Begin 2017 zat ik in het zevende jaar muziek in Antwerpen. De zomer ervoor had ik geprobeerd om binnen te raken aan het Kask in Gent en de PXL in Hasselt, maar ik was niet toegelaten. Dat zevende jaar was een soort voorbereidingsjaar voor ik een nieuwe poging zou ondernemen. Het was niet de gelukkigste tijd in mijn leven. Eigenlijk was het pure tristesse, als ik erover nadenk. Ik zat alleen op kot in Berchem. Het was fout aan het lopen met mijn vriendin. Er was geen kotleven – het was een middelbare structuur en alle andere leerlingen gingen om vier uur naar huis. Uit pure eenzaamheid bleef ik vaak na op school. Ze hadden daar een kamer met een piano waar ik veel avonden heb doorgebracht. Ergens in maart heb ik daar Sins geschreven, de eerste track van Yusuf.
Zat er een idee achter?
Steurs: Niet echt. Ik schrijf en maak alles, maar live zijn we wel een band. Ik zie Yusuf als de laatste act voor de dj. Geen feestmuziek, maar wel dansbaar en met beats. Muziek voor ’s nachts. Een beetje zoals Arca en Oneohtrix Point Never dat zijn.
Niemand wil nog een gitaarband hebben, hè?
Steurs: Bands als Slowdive vind ik super. Ik luister veel naar Khruangbin, Mac DeMarco en Whitney. Maar dat is niet waar het voor mij gebeurt, inderdaad. Ik denk dat het moeilijk is om veel impact te maken met twee gitaristen, een bassist en een drummer. Ik weet niet of je mensen zo nog echt kunt verrassen en het publiek het gevoel geven ‘Wat is die hier aan het doen?’
Bij een beatmaker as Oneohtrix Point Never heb ik dat wel. Elke keer dat ik naar zijn muziek luister, vraag ik me af hoe hij dat gedaan heeft. Als je ziet hoe hij erin slaagt om de ideeën in zijn hoofd eruit te krijgen. Mocht hij dertig jaar geleden muziek maken, dan zouden dat perfecte popsongs op gitaar zijn.
Was je voor Yusuf al met muziek bezig?
Steurs: Als kleine pagadder deed ik klassieke gitaar aan de muziekschool. Negen jaar lang heb ik daar een instrument leren beheersen. Maar negen jaar lang heb ik er ook een soort complex gekweekt. Dat ik niet cool genoeg was om echte muziek te maken. Toen ik een jaar of vijftien was, begon ik naar Mount Kimbie en Blawan te luisteren. Als je dan thuis in Kessel-Lo de suites van Bach aan het oefenen bent op gitaar, lijkt dat onbereikbaar. Het leek niet mijn wereld. Ik bedoel: Kessel-Lo, dat is niet eens Leuven.
Na het middelbaar ben ik filosofie gaan studeren. Net omdat muziek geen optie leek. Maar aan de universiteit is het zwaar misgelopen. Nieuwe mensen, nieuwe lokalen, nieuwe docenten, nieuwe boeken: het voelde als één grote horror. In de zomer had ik al zo veel stress opgebouwd dat ik op was toen het academiejaar begon. Tijdens een werkzitting heb ik achteraan in de aula een psychose gekregen. Een week heeft dat geduurd. Ik heb daarna geprobeerd verder te studeren, maar bij mijn eerste mondelinge examen kreeg ik een tweede psychose. Deze keer duurde die een maand.
Wat houdt zo’n psychose in?
Steurs: Dat is moeilijk om uit te leggen aan iemand die het niet zelf heeft meegemaakt. Het was niet alsof ik mijn kleren wilde uittrekken en door de sneeuw gaan rollen. Ik voelde me vooral extreem raar en angstig. Psychoses kunnen verschillende vormen aannemen, bij mij was het een pure disconnectie. Alsof je naar jezelf aan het kijken bent.
Het rare is dat net die periode in mijn leven ervoor gezorgd heeft dat ik nu muziek maak. De maanden na mijn tweede psychose voelde ik me compleet numb. Ik was totaal verdoofd. Vlak. Het enige wat me nog triggerde, was muziek. Mahler. Chopin. Bon Iver. Nils Frahm. Dat waren de dingen die me hier hielden. Ry X heb ik in die periode ook leren kennen: dat zal niet helemaal toeval zijn. Het ding is dat daarna ook mijn twijfels over zelf muziek maken verdwenen zijn. Ik heb over veel dingen twijfels en angsten. Heel veel dingen. Maar niet over of ik met muziek bezig moet zijn. Daar ben ik nu wel zeker van.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Ben je zeker dat je al die dingen wil vertellen?
Steurs: Komt het raar over of zo?
Nee. Maar het is de kant van de rock-‘n-roll die meestal onder de mat geveegd wordt.
Steurs: Ik vertel het vooral zodat je het geheel begrijpt. Ik denk dat het ene niet zonder het andere gaat. Ik heb mijn kuren, maar zonder die kuren was er ook geen muziek.
Het laatste jaar vertellen meer en meer artiesten openlijk over hun mentale gezondheid, van Demi Lovato tot Kanye West.
Steurs: Ik vind het goed dat er over gepraat wordt. Je moet een artiest in zijn totaliteit kunnen nemen en niet enkel staan juichen als hij of zij iets moois maakt. Het is gewoon de andere kant van de medaille.
Ik moet wel zeggen: soms vraag ik me af of het niet te veel een promoverhaal aan het worden is. Ik zag pas een documentaire over soundcloudrappers. Jonge gasten met geblondeerde dreads en vijfentwintig tatoeages in hun gezicht die Xanax pakken alsof het snoep is en rappen over hun depressies. Daar heb ik het heel moeilijk mee. Ik geloof wel dat die jongens weinig toekomst hebben, maar mentale issues zijn geen levensstijl die je kunt etaleren. Je moet ze aanpakken.
Hoe therapeutisch is muziek voor jou?
Steurs: Dat is een totaal cliché, toch?
Er zit een opmerkelijk soort kilte in je muziek.
Steurs: Iets desolaats, bedoel je? Dat hoor ik wel meer. Ik denk dat dat te maken heeft met de manier waarop ik mijn nummers maak. Ik schrijf niet voor de lol. Ik merk dat ik enkel nummers schrijf op momenten van grote emotie. Soms is dat als ik euforisch ben, maar vaak ook als ik het gevoel heb dat alles op mij is gevallen. Ik schrijf in een soort waas. Mijn nummers zijn een soort innerlijke kreten.
Het klinkt misschien wat raar, maar soms is dat ook lastig op een podium. Bij Fold, meestal het laatste nummer in de set, zit een stuk waar ik a capella moet zingen. Elke keer moet ik slikken of ik heb het vlaggen. Alles wat in dat nummer zit, komt opnieuw boven. ‘Niet wenen’: dat is wat ik tijdens dat nummer zit te denken.
Dat klinkt zwaar.
Steurs: Ik zou niet weten hoe het anders kan. Hoe kun je volstrekt normaal zijn en dan nog muziek schrijven die ertoe doet? Er moet toch een laag zijn waarin je muziek zich voortbeweegt die dieper gaat dan dat? Het is toch meer dan wat op een gitaar rammelen en zingen?
Maar als het een geruststelling kan zijn: de laatste weken merk ik dat de nummers die ik schrijf iets minder triest zijn. Ze zijn nog altijd melancholisch, maar ze komen niet meer voort uit pure droefenis. Er is plaats voor nieuwe emoties.
Het gaat goed met mij. Net door die muziek, denk ik. Toen ik vroeger in de AB stond en me nog maar voorstelde dat ik ooit op dat podium zou staan, begon ik al te zweten. Die angst is verdwenen. Live spelen is mijn grootste gelukzaligheid. Als mijn rol duidelijk is en ik weet wie ik ben en wat ik moet doen, glijden alle twijfels van me af en gaat alles me makkelijker af. Er is geen plek waar ik liever ben dan op een podium. Het is mijn veilige haven.
Balm
Uit op 7/9 in eigen beheer.
Yusuf
Echte naam Jonas Steurs
Leeftijd 22
Woonplaats Kessel-Lo.
Bekend van Sins, zijn eerste single. Zijn deelname aan De Nieuwe Lichting. Zijn cover van Madonna’s La Isla Bonita.
Bezig met de release van Balm, zijn eerste ep. Verschijnt met een kortfilm en livevideo’s van alle tracks.
Voor fans van James Blake, Seekae, Ry X, Arca.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier