Waarom Joris Brys het moeilijk vindt om naar ‘Bompa Bockie’ te kijken

© Anneke D’Hollander

Tussen voetbal en muziek, tussen weemoed en werkplezier: Joris Brys, de zachtste stem van Studio Brussel en Play 4. ‘Hoe meer routine, hoe moeilijker ik het heb.’

‘Costa Rica is zo mooi. Ik ben er hele­maal tot rust gekomen.’

Een gesprek met een van de hardstwerkende mannen in showbizz moest het worden. Een man die – haal even diep adem – van ­maandag tot vrijdag elke ochtend Music@Work presenteert op Studio ­Brussel, op zondagavond in Vuurland zijn ­favoriete melancholische muziek ­selecteert, op Play 4 ­samenvattingen van voetbalwedstrijden aan ­elkaar praat, regelmatig opduikt in de voetbal­podcast 90 Minutes, dit voorjaar ook te zien was in onder meer Ik vraag het aan, het programma van Niels Destadsbader waarin hij via Enjoy the Silence van Depeche Mode weer dicht bij zijn overleden vader kwam, en straks – we zijn er bijna – opnieuw live te horen zal zijn vanaf de festivalweides van Rock Werchter en Pukkelpop.


Druk, druk, druk dus. Zeker nu het voetbalseizoen op zijn einde loopt en de festivalzomer zich langzamerhand weer op gang trekt.

‘Onlangs werd ik met tranen in de ogen wakker na een droom waarin ik als jonge gast aan het voetballen was. Ik besefte: zo snel zal ik nooit meer kunnen lopen.’


Maar nee. Joris Brys is net terug uit Costa Rica. Twee weken was hij er en aan zijn Instagramprofiel af te lezen deed hij er weinig meer dan naar watervallen en de altijd veran­derende oceaan kijken.


‘Nee, nee’, lacht Brys. ​‘Op het strand liggen is niets voor mij. Ik heb er vooral veel ­gewandeld en ook een keer gesurft. En veel met de auto rond­gereden, iets wat ik ­sowieso graag doe. Urenlang rijden en ondertussen het landschap zien veranderen met mijn favoriete muziek erbij: geweldig.’


Brys is een man die van muzikale ­herhaling houdt en zodoende bestaat de Costa Rica 2024-afspeellijst op zijn Spotify­profiel uit slechts vier songs: Need It van Half Moon Run, Hold Me van Annie-­Rose Maloney, Low Sun van Hermanons Gutiérrez en How to ­Listen to This Album van Stereoclip.


‘Die vier nummers’, zegt hij, ‘tien keer per dag, in de auto: dat was Costa Rica.’

○○○

Om in het thema te blijven ­stappen we in het Antwerpse Park Den Brandt drie keer hetzelfde rondje, langs het kasteel, de vijver en ‘Blote David’, de manshoge replica van de David van Michelangelo.

Brys loopt, fitnest, speelt padel en sinds hij vijf jaar geleden de over­leden Christophe Lambrecht opvolgde als presentator van Music@Work staat hij elke dag met veel werkplezier op. ‘Tot dan had ik eigenlijk nooit over radio nagedacht’, zegt hij. ‘Ik wilde altijd tv maken.’


Maar hij doet ook graag veel en hij wil niets missen, vertelt hij. ‘Als het lukt en ik vind het fijn, waarom zou ik het dan laten passeren? Ik spaar bijvoorbeeld niet doelbewust, want als er over vijf jaar iets met mij gebeurt, dan staat dat geld daar.’

© Anneke D’Hollander

‘Als je op alles ja zegt, verlies je je focus en gaan de mensen niet meer weten waarvoor je staat’, zei je eind vorig jaar nochtans in De Morgen.

Joris Brys: Klopt, maar dat bedoelde ik dan wel puur op jobvlak.

Waarvoor wil je staan?

Brys: Het belangrijkste in deze job vind ik geloofwaardigheid. Dat je op tv of op de radio overkomt zoals de persoon die je ook in het dagelijkse ­leven bent. Oké, bij Music@Work of Sports Late Night blijf je ergens gebonden aan de rol van ­presentator. Maar ik wil wel zo veel mogelijk blijven wie ik ook daarnaast ben. Oprechtheid is voor mij het allerhoogste. Als ik naar mensen op tv kijk, voel ik altijd snel wie ik geloof of wie er een rolletje aan het spelen is. En de eerste categorie levert altijd de mooiste tv op, vind ik.

Wanneer heb je voor het laatst een voorstel geweigerd?

Brys: Vandaag nog. (lacht) Het ging om een televisieopdracht waarvan ik eerst dacht dat het niet slecht zou zijn om ze aan te nemen, puur qua visibiliteit, maar ik had me in een rol moeten duwen waarbij ik niet ­volledig mezelf had kunnen zijn en daar had ik dan toch geen zin in. Drie jaar geleden heb ik zo een ­programma voor VRT 1 ­geweigerd, nadat ik eerst wel screentests had afgelegd. Het bleek allemaal wat ­stijver en klassieker dan me vooraf was verteld en toen ik thuiskwam, heb ik tegen mijn vriendin ­gezegd dat ik me er echt niet goed bij ­voelde. ‘’Niet doen’, zei ze. Waarna ik een moeilijk telefoontje met de VRT heb moeten plegen.

En zij een dag later Niels Destadsbader maar hebben aangetrokken?

Brys: (lacht) Dat vette contract was eigenlijk voor mij bedoeld! En zie mij hier nu lopen! Nee, om maar te zeggen dat het uit de grond van mijn hart moet komen of dat het anders ergens diep in mij begint te wringen.

Een eigen tv-programma lijkt nochtans wel de logische volgende stap.

Brys: Ik denk daar hard over na, inder­daad. En sommige ideeën zijn ook al vrij concreet. Maar het is vandaag niet gemakkelijk om een eigen idee op televisie te krijgen, merk ik. Hopelijk komt het er ooit van.

○○○

Als kind droomde Brys ervan om Frank Raes te worden. Hij groeide op in Oosthoven, bij Turnhout, en door zijn leven liepen toen al dezelfde twee slagaders als nu: voetbal en muziek.

In de platenkast van zijn vader vond hij albums van Pink Floyd, Fleetwood Mac, Creedence Clearwater Revival en Depeche Mode. En het voetballen lukte zo goed dat hij op een dag met het grote Antwerp FC mocht meetrainen. Maar toen ­enkele jongens van ’t Stad hem na een geslaagde actie toebeten dat hij, het schuchtere jongetje uit de Kempen, zich geen illusies hoefde te maken bleef Brys toch maar waar hij was.


Wat later ging hij journalistiek studeren en via de regionale zender RTV belandde hij bij Play 4 en betaalzender Play Sports. Daar was de sfeer vrediger dan op het voetbalveld en beet niemand hem ook maar iets toe.


‘Vijftien jaar geleden had ik ­direct getekend voor het leven dat ik nu leid’, zegt Brys. ‘Ik ben erg blij met hoe het nu allemaal gaat. ­Misschien is dit wel de schoonste periode van mijn leven: ik ben financieel onafhankelijk, ik doe de dingen die ik graag doe, ik heb fijne vrienden en een goede relatie. Maar toch heb ik het moeilijk om wat er nu gebeurt ten volle te waarderen.’

© Anneke D’Hollander


Brys is geen lezer, zegt hij. Hij heeft er het geduld niet voor, wat hij jammer vindt, maar vorig jaar ­begon hij op een strand in Portugal dan toch in De kracht van het nu te lezen, de bestseller van de Duitse spirituele ­leraar Eckhart Tolle. ‘Stilzitten op een strand is niets voor mij, maar ik ben toch dertig pagina’s ver geraakt’, zegt hij. ‘”Sta er even bij stil hoe vaak je, ook tijdens het lezen van dit boek, niet in het nu zit”, schrijft Tolle. ­”Betrap je brein erop hoe vaak het denkt aan iets wat in het verleden of in de toekomst ligt, of het nu vijf minuten geleden of over tien jaar is.” Dat was confronterend. Ik doe dat eigenlijk constant.


‘Ik word ook gemakkelijk weer terug in de tijd geworpen, door ­muziek, geuren of een smaak. Dan ben ik opeens weer zestien, acht of vierentwintig en voel ik me echt weer even zoals ik me toen ­voelde. Heel fijn, maar ik ben er wel ­altijd even niet goed van. Zo ben ik ­onlangs met tranen in de ogen ­wakker geworden na een droom waarin ik als jonge gast aan het voetballen was. Mijn hele jeugd heb ik met veel plezier gevoetbald en ineens besefte ik: zo snel als toen zal ik nooit meer kunnen ­lopen, zo hoog zal ik nooit meer kunnen springen. Daarom vond ik het bijvoorbeeld ook zo moeilijk om naar Bompa Bockie te kijken: er zaten prachtige fragmenten in, maar het was te confronterend voor mij. Ik werd er onrustig van, van te zien hoe het is om ouder te worden.’

○○○

‘Deze week heb ik het er opnieuw lastig mee’, zegt hij dan. ‘Het houdt mij dagelijks bezig, en soms ­belemmerend.’

‘Wat precies?’


En terwijl het zonlicht – ­eindelijk, eindelijk – rijkelijk door de bomen valt: ‘Het leven en de ­eindigheid ervan.


‘Het komt door de routine’, gaat hij verder. ‘Hoe meer routine, hoe moeilijker ik het heb. En dit is een week waarin er opnieuw wat ­routine in mijn leven is gekomen. In Costa Rica dacht ik er ook over na, maar daar kon ik het in mijn hoofd positief draaien: “Als ik oud mag worden, ga ik met veel plezier terugdenken aan deze momenten.” Terwijl het me op een routineuze dag zoals vandaag veel meer overvalt, vaak op dode momenten ­zoals onder de douche of wanneer ik in bed lig. Deze week lukte slapen weer even niet, omdat ik te lang aan het nadenken was over “er ooit niet meer zijn”.’

‘Als ik naar mensen op tv kijk, voel ik altijd snel wie ik geloof of wie een rolletje aan het spelen is. En de eerste categorie levert altijd de mooiste tv op.’


Die weemoed heeft een duidelijke bron: in april 2012 stierf Brys’ vader Jef, opeens en onverwacht. Van de weeromstuit trok Joris naar Canada, in zijn eentje, met de wandel­schoenen van zijn vader aan de voeten en alleen maar ­Every Kingdom van Ben Howard in zijn oren.


Sindsdien kan hij niet goed om met routine en stilte. Altijd en ­overal heeft hij muziek nodig, ­vertelt hij. Van tevoren mailde hij al dat het allemaal veel te snel voorbijgaat, ‘dat is mijn grootste angst’.


Nu zegt hij: ‘Ik sta nuchter in het leven. Maar tegelijk hoop ik wel dat er hierna nog van alles is. Ik zou ­papa supergraag willen terugzien of op een bepaalde manier nog eens willen gewaarworden. En daar geloof ik in. Omdat ik het wil geloven.’


Het doet denken aan de ­beroemde Black Mirror-aflevering San Junipero, die bol stond van de nostalgie en waarin de ­fictieve kuststad San Junipero wordt ­bewoond door zowel levenden als ­overledenen. Aan de pas ­verschenen documentaire Eternal You ook, waarin de Duitse filmmakers Hans Block en Moritz Riesewieck in de wereld duiken van de start-ups die AI gebruiken om digitale avatars van overledenen te ontwerpen.

© Anneke D’Hollander


Brys: ‘Thuis hebben we nog veel videobanden liggen, over Sinter­klaas, Kerstmis en onze nieuwjaars­brieven. Ons mama filmde ­altijd en papa loopt er ­natuurlijk ook in rond. Ze zijn allemaal ­gedigitaliseerd, maar ik heb ze nog altijd niet durven te bekijken. Ik zou papa opnieuw zien bewegen en praten en dat kan ik voorlopig nog niet aan. Maar de next step, dat je met een of andere VR-bril opnieuw in dat filmpje kunt stappen, dat lijkt me wel deugddoend, ja. Voor één keer en daarna waarschijnlijk nooit meer, omdat het te pijnlijk is om er opnieuw uit te stappen. Maar ooit moet dat toch kunnen?’


Met een glimlach: ‘Ik ben over­nostalgisch en -weemoedig, ik weet het. Ik kijk veel meer terug dan ­vooruit. En dat is een beetje mijn ­probleem. Ik haal wel veel voldoening uit al dat terugkijken, maar ik moet nog een manier vinden om het om te keren naar iets wat mij energie geeft.’

○○○

We zijn toe aan ons derde rondje door het park. Als vanzelf komt ons gesprek op de aflevering van het VRT 1-programma Door de bomen met Stef Bos, waarin de zanger van Papa en Is dit nou later? na een fictief telefoontje met zijn overleden ouders tranen in de ogen kreeg.

‘Erg herkenbaar’, knikt Brys. ‘Ik zou héél graag nog eens bellen met papa. Toen we nog in hetzelfde huis woonden en ik op mijn werk ­vertrok, bij RTV nog, belde ik hem ­altijd ­direct op, ook al zagen we ­elkaar een uur later sowieso. “Hoe is het?” vroeg ik dan. “Ik ben binnen een uur thuis. Weet je al wat we gaan eten? En is mama daar?” Dat. (zwijgt even) De laatste twaalf jaar heb ik zijn raad hard gemist. Het had me veel ­twijfels en zenuwachtigheid kunnen ­besparen. De ultieme goede raad kwam altijd van papa.’


Mijmerend: ‘Nog één keer met papa kunnen bellen, ik zou er veel geld voor overhebben.’


○○○

‘Ik ben toch niet te negatief geweest, hoop ik?’

Het laatste rondje door het park is gedraaid. We nemen afscheid. Waar is Eckhart Tolle als je hem ­nodig hebt?


In het nu zijn er de ijskar die ­volop klanten lokt en de sirenes van ziekenwagens die almaar dichterbij komen. En in de nabije toekomst is er ook veel moois: waar kijkt Brys het meest naar uit, het ­Europees ­kampioenschap voetbal of de festival­zomer?


Hij denkt even na en zegt dan: ‘Eind juni komt Ben Howard ­optreden op Live Is Live hier in ­Antwerpen en in september vier ­Moby 25 jaar Play in het Sportpaleis. Maar het meest kijk ik toch uit naar het EK voetbal. Ik ben een ongelooflijke fan van de grote voetbal­toernooien: de samenhorigheid die dan onder een volk ontstaat, ontroert me ­iedere keer weer. Samen ­meezingen met je favoriete band is geweldig, maar bij een beslissend doelpunt pak je ­elkaar ook spontaan vast. Dan wordt het lijfelijker en dus intenser.’


Alleen, het eeuwige lied: ‘Ook zo’n toernooi is altijd weer veel te snel voorbij.’

Music@Work

Elke werkdag van 9 tot 12 u, Studio Brussel.

Vuurland

Elke zondag van 20 tot 23 u, Studio Brussel.

Sports Late Night

Elke zaterdag- en zondagavond, Play 4.

90 Minutes

Elke week via uw favoriete podcastleverancier, VRT Max en YouTube.

Joris Brys

Geboren
op 28 oktober 1988 in Turnhout.

Woont tegenwoordig in Antwerpen.

Een van de vaste gezichten van Sports Late Night.

Presenteert
op Studio Brussel elke weekdag ­Music@Work en op zondag Vuurland.

Speelt zo nu en dan padel.

Traint momenteel voor een trailloop
in de Ardennen, al willen nog niet
alle spieren mee.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content