Maarten Vangramberen: ‘Waarom moest ik nu ook weer per se sportjournalist worden?’
Niets is zo verbindend als sport, vindt Maarten Vangramberen. Maar begint het Sporza-gezicht straks aan zijn laatste ‘monstersportzomer’? ‘Het is een groot misverstand dat je als openbare omroep alleen maar op de kleine sporten zou moeten inzetten.’
‘Zweet maar zoveel je wilt. Geen probleem, ik ben dat gewoon.’
We zijn net binnen bij Maarten Vangramberen en de fietstocht van het station van Tienen naar het dorpje waar de sportjournalist woont, mondt zoals gevreesd uit in een festijn van lichaamsvocht en schaamte.
Maar meteen wordt duidelijk: Vangramberen weet hoe hij met zwetende mensen moet omgaan. Al jaren verzorgt hij de aankomstinterviews bij wieler- en atletiekwedstrijden en ook in zijn persoonlijke leven is sport essentieel. We zagen het in de drie seizoenen van Wereldrecord, waarin hij zich verdiepte in iconische wereldrecords in de meest uiteenlopende sporten, en hij zal het deze ochtend ook meer dan eens beklemtonen.
‘Zet je fiets aan de kant en ga zitten. Ik zal je ondertussen een glas water uitschenken.’
Het is half elf en Vangramberen is pas terug van een looptocht met zijn vrouw, die als personeelsmanager bij productiehuis De Mensen werkt. ‘Ik probeer mijn conditie het hele jaar door op peil te houden’, zegt hij. ‘Ik stel me vaak de vraag: als het moest, zou ik dan vandaag een marathon kunnen lopen? Als het antwoord “nee” is, word ik ambetant.’
Ook deze zomer zal Vangramberen door zwetende mensen worden omringd. Van het EK atletiek, dat deze vrijdag start in Rome, over de Ronde van Frankrijk en de Tour de France Femmes naar de Olympische Spelen in Parijs: overal en altijd zal hij opduiken, deze man van 45 die elke woensdagavond een Orval-afspraak heeft met zijn vrienden en die vanaf zaterdag samen met Linde Merckpoel Plankgas naar de Spelen presenteert op VRT 1, waarin meer dan vijftig scholen strijden om een toegangsticket voor de Olympische Spelen.
‘Zweten is trouwens een teken van conditie, wist je dat? En op zich is zweten zeer goed: het betekent dat je lichaam zijn hele koelsysteem snel in gang zet en je temperatuur begint te regelen.’
Op het aanrecht liggen twee kabeljauwfilets te ontdooien. Een kat met de naam Zorro sluipt door het huis. In de boekenkast leunen reisgidsen over landen als China en Japan tegen titels van Tolstoj, Dostojevski en Thomas Mann.
Over die boeken straks meer. Eerst vertelt Vangramberen – in hoog tempo – dat er van weekends en vakanties al twintig jaar weinig sprake is. ‘Als je jong en ambitieus bent, is dat allemaal niet erg. Maar op den duur weegt het wel door natuurlijk. Het is een job die nooit stopt, ik ben er 24 op 24 en zeven op zeven mee bezig. Er is altijd sportnieuws, er is altijd iets te lezen of te beluisteren. Pas de laatste jaren heb ik geleerd om het op vakantie met het gezin even een week los te laten.’
In Vangramberens handbagage steekt altijd een setje loopkleren, zegt hij. Maar ook zijn liefde voor The Cure is onderhand bekend en in Ik vraag het aan, de shiny-floorshow met Niels Destadsbader, haalde hij via Golden Brown van The Stranglers onlangs herinneringen aan zijn vroeggestorven grootvader op.
Wat staat er op zijn Spotify-lijst voor deze zomer? ‘In drukke periodes luister ik vooral naar podcasts’, zegt hij. ‘Je pikt altijd wel iets op dat je kunt meenemen in een interview. Alleen wanneer ik me aan het voorbereiden ben, luister ik naar muziek. Om tot rust te komen. Jazz vaak. Kind of Blue van Miles Davis heb ik zo al miljoenen keren opgezet. De plaat Ik ben aanwezig van Gorki ook, waar de nummers Wie zal er voor de kinderen zorgen en Adam is dood op staan. Als ik die hoor, ben ik op slag weer student en zit ik weer op mijn kot in Leuven.’
En, wie zal er voor de kinderen zorgen deze zomer?
Maarten Vangramberen: (lacht) Mijn vrouw dus. Zij heeft ook een drukke job, maar ze is zeer goed in plannen. Het is niet dat ik haar daarom in huis gehaald heb, maar het is wel erg handig. (lacht) Het valt me elk jaar moeilijker om te vertrekken, moet ik zeggen. Hoe ouder we worden, hoe hechter onze band wordt. En hoe bewuster ik me daarvan ben. Mijn zoon wordt zestien deze zomer. Toen ik zelf zeventien was, ben ik op kot gegaan in Leuven. En nadien ben ik nooit meer echt teruggekeerd naar huis, behalve in het weekend en tijdens de vakanties. Onze tijd samen is kostbaar, begin ik te beseffen.
De eerste dagen in het buitenland zijn de moeilijkste. ‘Waarom moest ik nu ook weer per se sportjournalist worden?’ Dat soort gedachten heb ik dan altijd. Mijn maten gaan straks ook weer naar festivals en mij lijkt dat ook wel eens fijn: licht beschonken met goede muziek op de achtergrond staan lullen tegen elkaar.
Zeg het maar: waarom moest je per se sportjournalist worden?
Vangramberen: De kiem voor wat je later gaat doen ligt vaak in je jeugd, denk ik. En dat was bij mij ook zo: al van toen ik zes jaar was en voor het eerst de Ronde van Vlaanderen op tv zag, en daarna het WK voetbal in Mexico en de Spelen in Seoul, voelde ik: wauw, daar wil ik bij zijn. Ik ging boeken halen in de bibliotheek, stelde vragen aan mijn papa die veel van sport afwist en gaf er spreekbeurten over. Enfin: de droom was geboren en sindsdien is het nooit meer gestopt.
○○○
Vangramberen groeide op in Aarschot en droomde als kind dus van een leven in de sport. De demarrages in het hooggebergte tijdens de Tour, de combinaties en de doelpunten van de Rode Duivels: hij was de speelvogel, de dromer, de jongen die door het raam naar buiten keek en zich verloor in zijn verbeelding.
Het werd uiteindelijk een master in de Bewegingswetenschappen, en daarna de journalistiek. Via Rob TV belandde hij in 2005 op de sportredactie van de VRT.
‘Als topsporter zou ik nooit bij al die geweldige momenten kunnen zijn, daar had ik niet genoeg talent voor’, zegt Vangramberen. ‘Dus heb ik het op een andere manier geprobeerd. De drang was te groot: ik wilde de atleten ruiken, zien, hen als eerste vragen kunnen stellen, mee bepalen wat er op tv te zien was…’
Dit zou weleens je laatste ‘monstersportzomer’ kunnen zijn. ‘Sport moet absoluut aan bod komen op een publieke zender, maar focus eindelijk toch eens op de kleinere sporten in plaats van mee te gaan in die strijd om de steeds duurdere voetbalrechten’, zei Vlaams Belang-kopstuk Chris Janssens onlangs in De afspraak.
Vangramberen: Ik heb dat nadien ook gelezen. Het is een groot misverstand dat je als openbare omroep alleen maar op de kleine sporten zou moeten inzetten. We doen dat al, voor alle duidelijkheid, maar je hebt de grote sporten absoluut nodig om de kleinere mee te trekken. Als wij na een koers een manche in het veldlopen programmeren, kijken er plots honderdduizenden mensen naar die kleinere sport. En met basket, volleybal of ropeskipping gebeurt hetzelfde. Mensen blijven hangen, net dankzij die grote sport. Anders kijkt er al helemaal niemand naar en blijven ze een kleinere instroom hebben. Ze zijn bovendien ook klein voor een reden. Als wij op zondagnamiddag – wat zal ik zeggen, om niemand te schofferen – badminton of boogschieten zouden uitzenden, zullen dat niet opeens superpopulaire sporten worden. Voetbal en wielrennen zijn hier traditioneel de grote sporten, en in de sporten daaronder hangt het er fel van af of er wereldtoppers zijn. De laatste jaren hebben we bijvoorbeeld meer en meer aandacht voor vrouwensporten, vooral wat betreft basketbal en wielrennen, maar dat hebben die vrouwen vooral zelf afgedwongen. Je kunt als openbare omroep wel een beetje helpen en een hefboom proberen te zijn, maar een sport breekt pas echt door als er ook topprestaties worden geleverd.
Even tussendoor: naar welke kleinere sport zouden ze je elk weekend mogen uitsturen?
Vangramberen: (denkt na) Doe maar veldlopen, dan. Maar zolang er een voldoende grote cardiovasculaire prikkel is, smul ik van elke kleinere sport. Daar wordt er nog gesport om de sport, en niet omdat er toevallig veel geld mee te verdienen valt. Maar tegelijk word ik er onnozel van als mensen darts of biljart topsport noemen. Discussies dat ik daar al over heb gehad! (lacht)
In Nederland stond het klaar en duidelijk in het hoofdlijnenakkoord van de nieuwe, rechtse regering: de openbare omroep moet honderd miljoen euro bezuinigen. En als het aan Geert Wilders (PVV) lag, was alle overheidssteun eenvoudigweg stopgezet.
Vangramberen: Ik weet het, ik heb goede connecties met mijn collega’s van de NOS. Maar op onze redactie heb ik voorlopig niet de indruk dat de angst voor zo’n scenario ook hier leeft. Toen ik bij de VRT begon, hadden we de Champions League nog, alle Formule 1-rechten, de Belgische voetbalcompetitie… We hadden alles. In die twintig jaar dat ik er werk, is het alleen maar minder geworden. We zijn het gewoon geraakt om het met almaar minder te doen, jammer genoeg, maar we blijven wel relevant. Nu zijn we weer de rechten op de Europa League en Conference League kwijt (die Europese voetbalwedstrijden worden vanaf volgend seizoen uitgezonden door Telenet en Proximus, nvdr.): dat is niet leuk, maar gelukkig hebben we nog wel de Spelen, het EK, de Tour en de wielerklassiekers. En het merk Sporza is nog altijd zeer sterk. Maar uiteraard voel je dat er minder budget is en op sommige plekken is het personeelsverloop inderdaad groot. Er wordt meer van ons gevraagd, met minder middelen. Maar ik probeer in alles altijd het positieve te zien, zonder naïef te zijn, en ik heb het geluk dat ik nog altijd met getalenteerde en gemotiveerde mensen mag samenwerken.
‘Mijn vrouw heeft ook een drukke job, maar ze is zeer goed in plannen. Het is niet dat ik haar daarom in huis gehaald heb, maar het is wel erg handig.’
Hoe groot is je zendertrouw na twintig jaar nog?
Vangramberen: Er is in het verleden wel al eens aan mijn mouw getrokken en zeg nooit nooit, maar ik hou nog altijd van de VRT. Er wordt enorm over ons gezaagd, het is populair om op ons te bashen, maar ik ga nog altijd met veel plezier naar het werk. Ik ken er na al die jaren ook veel mensen, van de poetsers tot de regisseurs, en ik kom op veel verschillende redacties: Sporza, de nieuwsdienst, VRT 1, VRT Canvas, Studio Brussel, Radio 1, Radio 2, Klara…
Zelfs op Klara?
Vangramberen: (lacht) Onlangs nog, ja. Het ging over boeken, voor de jeugd en over sport. Die ochtend was ik tegelijkertijd te horen op Radio 2, Studio Brussel én Klara.
‘Ik ben aanwezig’, zong Luc De Vos.
Vangramberen: Inderdaad. (lacht) Niet dat ik dat dan meteen zit te posten op Instagram, maar ik moest wel even gniffelen.
De afgelopen maanden was er de rel rond het al of niet uitzenden van de documentaire over Bart De Pauw, het spreekverbod van CEO Frederik Delaplace, de berichten over toxisch leiderschap op de redactie Jong: verkoopt de VRT zichzelf voldoende goed?
Vangramberen: Alles wat op de VRT gebeurt, ligt onder een vergrootglas. Dat is gewoon zo. Er werken veel bekende mensen. Maar we zijn nog altijd extreem relevant, we bedienen nog altijd enorm veel mensen en we zijn een van de goedkoopste openbare omroepen van heel Europa. Altijd maar dat bashen op de VRT: ik vind dat heel vermoeiend. Niemand zal ontkennen, ook ik niet, dat er fouten worden gemaakt. En misschien zijn wij niet de allerbesten in het verkopen van onszelf, dat zou kunnen. Maar nu wordt het kind met het badwater weggegooid.
Ook op de sportredactie was het allesbehalve rustig: Eddy Demarez kwam in opspraak na zijn uitspraken over de Belgian Cats, Karl Vannieuwkerke wordt om de zoveel tijd verweten dat hij zijn kledinglijn te veel promoot en Ruben Van Gucht is ook geen onbesproken blad.
Vangramberen: We hebben enkele woelige waters doorzwommen, dat klopt. Maar Eddy is bijvoorbeeld wel kunnen blijven zitten en is een soort verzoeningstraject met de basketbalspeelsters in kwestie aangegaan: prachtig toch? Op elke redactievergadering duwt hij de vrouwensporten nu zo hard naar voren dat we hem soms moeten intomen. (lacht) De sportredactie is niet meer het bannenbastion van vroeger: ook deze zomer zullen er weer veel vrouwelijke analisten en presentatrices op tv te zien zijn. En nogmaals: dit soort verhalen komen in veel bedrijven voor. Maar als het over de VRT gaat, wordt het direct breed uitgesmeerd. Van nature ben ik zelf eerder een verzoener, ook op het werk: als ik eens te hard roep tegen een collega, ga ik me achteraf meestal excuseren.
Je bent nog misdienaar geweest en in Humo zei je ooit over je breuk met de katholieke kerk: ‘Met het ouder worden ontwikkelde ik steeds grotere reserves tegenover mensen die heel, héél zeker zijn dat iets wit of zwart is, en dat ook heel, héél luid verkondigen.’
Vangramberen: Mijn haar is grijs geworden en ik heb tegelijkertijd beseft dat de hele wereld grijs is, ja.
Oei. Dan toch een tjeef?
Vangramberen: Nee, nee, dat zeker niet. (lacht) Maar elk verhaal heeft twee kanten en de waarheid is niet wit of zwart, dat heb ik ondertussen geleerd. Maar maak van mij alsjeblieft geen tjeef. Niets is zo verbindend als sport.
○○○
Bijna middag, de tijd is op. Vangramberen vertelt nog dat hij graag op begraafplaatsen rondloopt (‘Even de doden groeten, beseffen dat alles relatief is en hop, dan weer weg’) en dat hij nog geen enkele keer op mypension.be heeft gekeken hoe lang hij nog moet werken: ‘Ik hoop wel dat ik het zal kunnen loslaten, dat ik dan wél naar concerten zal kunnen gaan en wél boeken zal kunnen lezen. 1984 staat hier al jaren klaar in de kast. Alles van Dostojevski, Tolstoj of Thomas Mann ook. En al heb ik ze nog niet gelezen, ik heb die klassiekers graag in de buurt. Ik word daar rustig van.’
‘Allez, geef je drinkbus maar. Dan vul ik ze bij voor je vertrekt. Ik zal er ook een ijsblokje in doen. Wist je trouwens dat ijs ervoor zorgt dat je lichaam…’
Plankgas naar de Spelen
Vanaf 08.06 op VRT 1 en VRT Max.
Het EK atletiek is te volgen vanaf 07.06, het EK voetbal begint op 14.06, de Ronde van Frankrijk en Vive le vélo op 29.06 en de Olympische Spelen lopen van 26.07 tot 11.08.
Maarten Vangramberen
Geboren in 1978, groeit op in Aarschot.
Behaalt een master in Bewegingswetenschappen aan de KU Leuven.
Woont intussen in Meldert, bij Hoegaarden, met zijn vrouw en hun twee kinderen.
Werkt sinds 2005 op de sportredactie van de VRT.
Fietst en loopt veel, maar heeft ook elke woensdagavond een vaste Orval-afspraak met zijn vrienden.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier