De ochtenden van Thibault Christiaensen: ‘Hard werken, focussen, en dan drie uur lang knallen’
De kleine Thibault Christiaensen wou niet naar de maan vliegen of brandweerman worden. Wel ‘iets bij Studio Brussel doen’. Als copresentator van het ochtendblok en als zanger van het garagerockduo Equal Idiots is hij vandaag niet van de zender weg te branden. ‘Inderdaad, het kan alleen nog bergaf gaan.’
Vrijdagmiddag aan de Brusselse Reyerslaan. Thibault Christiaensens laatste ochtendshow van de week in tandem met Fien Germijns zit erop. Hij ontvangt ons goedhartig met een dubbele VRT-espresso (‘Neem ik ook altijd als Fien en ik hier ’s morgens om tien voor vijf aankomen’), een zacht zitje in de plantenlounge van StuBru en de vraag vanwaar we komen. ‘Brugge? Daar spelen we binnenkort met Equal Idiots een try-out in het Cactus Café.’
Ga je daar weer crowdsurfen?
Thibault Christiaensen: (grijnst) Dat doe ik altijd tijdens optredens. Hetzij naar de bar, hetzij naar onze geluidsman, en dan zo snel mogelijk terug. Want hoe langer ik zonder gitaar wegblijf, hoe minder interessant het schouwspel is voor het publiek. En hoe meer kans dat ik iets kwijtraak. Op het podium van Crammerock kwam ik laatst terug zonder het ontvangertje voor mijn in-ears monitor. Ik moet ook zien welk ondergoed ik aandoe, want ik heb al meegemaakt dat ik onderweg gebird werd. Ja, precies: broek in reet.
Lang voor monitors en onderbroekkeuze een bekommernis waren voor Thibault Christiaensen (29) trok hij met zijn ouders en broers op kampeerreis, in het gezelschap van een oom, een tante en neven. Een van die neven had een discman en enkele cd’s van De afrekening mee.
‘Ik heb nooit gesolliciteerd bij Studio Brussel.’
Christiaensen: Door rond mijn achtste groepen te beluisteren zoals Papa Roach, Sum 41 en Limp Bizkit is mijn liefde voor Studio Brussel ontstaan. Daar wou ik ooit terechtkomen, nam ik me voor. Dat zei ik zelfs voor ik ‘iets met muziek’ wou doen. Maar gesolliciteerd heb ik nooit. Ik ben erin gerold door zelf muziek te maken en er daardoor geregeld over de vloer te komen. Waarbij ik mijn droom niet onder stoelen of banken stak. Zo heb ik eens tegen Stijn Van de Voorde gezegd: als er hier bij StuBru nog eens iets is van jobkes of zo, laat maar weten. Dat was nadat hij me had uitgenodigd voor een korte reeks over Belgische muziek. Ik ben hem dankbaar dat hij dat onthouden heeft.
Niet lang daarna trokken jullie voor de online docureeks Rock ‘n’ Roll High School, over Kurt Cobain, Joey Ramone en Ian Curtis, naar de VS en Engeland.
Christiaensen: We waren met drie, met de cameraman erbij. In mijn ogen was dat een heel kleine ploeg en toch hebben we een inhoudelijk sterk eindresultaat afgeleverd. In een tweede reeks zijn we van Memphis naar Detroit gereisd op zoek naar de geboorteplaats van de rock. Een derde Rock ‘n’ Roll Highschool-reeks is afgeblazen door corona en is er nadien nooit meer van gekomen.
De naam leeft wel voort als vlag waaronder Stijn en jij deejayen. Afgelopen zomer stonden jullie op Pukkelpop.
Christiaensen: Dat doen we zonder ambities, gewoon omdat mensen ons vragen. Ik draai ook enkel als het met Stijn is. Hij heeft een usb-stick met goeie songs erop en daar kiezen we er elk om beurt eentje uit. Wat we willen bereiken, is mensen doen meezingen en dansen en ze een goeie tijd bezorgen. Zonder ook maar enige pretentie dat wij hét dj-duo zijn. Toch is het opvallend dat wij op Gladiolen in mei de afsluitende set mochten draaien en de hele festivaltent voor ons was volgelopen. Vaak bij zulke gelegenheden – om niet te zeggen elke keer – zet Stijn vroeg of laat Equal Idiots op. (lacht) Ik wéét dat het zal komen, maar het is altijd lichtjes gênant.
Even gênant als je eigen groep op de radio horen passeren in het programma dat je mee presenteert?
Christiaensen: Ik had nooit gedacht dat ik in zo’n situatie zou belanden. Maar Fien zegt: ‘We doen daar niet belachelijk over, StuBru draaide Equal Idiots al voor je hier werkte.’ Meestal neemt zij die aankondigingen voor haar rekening, met een kwinkslag naar mij. Kijk, als StuBru Equal Idiots pure shit zou vinden, even goeie vrienden. Maar omdat dat niet zo is, zou het vreemd zijn om onze muziek uit De Ochtendshow te weren.
Nog voor je bij StuBru begon te freelancen, was je bekend door het in 2017 zes afleveringen lang vol te houden in De slimste mens.
Christiaensen: Ik vermoed dat mensen van Woestijnvis bij Linde Merckpoel, die toen nog bij StuBru de ochtend presenteerde, hadden gepolst naar profielen die interessant konden zijn. Wellicht dacht ze aan mij, door onze overwinning in De Nieuwe Lichting van het jaar ervoor. Na een cafétest mocht ik meedoen. Ik studeerde toen nog. Als ik nu die beelden terugzie, denk ik: amai, zo apathisch dat ik was. En zo jóng. Ik zat soms doodmoe in die stoel. En mijn moeder maar zeggen: ‘Meer lachen, Thibault!’ Ik ben competitief ingesteld, dus nadat ik de eerste aflevering had overleefd, was ik erop gebrand zo lang mogelijk te blijven. Raar: onlangs sprak iemand in een winkel in onze buurt in Antwerpen me nog aan op De slimste mens, terwijl het al zo lang geleden is.
‘Ik moet zien welk ondergoed ik aandoe, want ik heb al meegemaakt dat ik bij het crowdsurfen gebird werd. Ja, precies: broek in reet.’
Zitten we hier vandaag dankzij De slimste mens?
Christiaensen: Ik denk dat dat heeft meegespeeld. Waarom StuBru mij heeft binnengehaald, heb ik eigenlijk nooit gevraagd. Ik werk als freelancer. Na mijn eerste programma op zondagavond, Rock & Ros, ben ik alsmaar meer beginnen te doen. Toen kwam corona en vielen alle optredens weg waarnaar we met Equal Idiots zo hadden uitgekeken. StuBru heeft mij dan aangeboden om samen met Michèle Cuvelier de ochtend te doen. Ik dacht: werk! Fulltime! Uiteraard!
Toen Humo-lezers Fien Germijns vorig jaar tot bekwaamste radiofiguur van 2023 verkozen, betrok ze jou in haar dankwoord. Ze noemde het ‘een geweldig comfort om iemand te hebben met wie het muurtje tussen werk en privé is gesloopt’.
Christiaensen: Ik heb dat toen ook gelezen. Het is heel mooi dat ze dat zei. Het gevoel is volledig wederzijds. Het helpt dat we ’s morgens samen vanuit Antwerpen naar Brussel carpoolen. Dan praten we over koetjes en kalfjes en het werk, maar ook over persoonlijke en minder leuke dingen. Het is een vorm van therapie. Daarna komen we tien voor vijf aan op de VRT en beginnen we aan de voorbereiding voor de uitzending. Dat is hard werken, focussen, drie uur lang knallen en daarmee hopelijk fijne ochtendradio maken. Mijn collega’s zijn geen collega’s, maar vrienden. Mocht ik tegen mijn zin met iemand moeten samenwerken, dan zou ik zeker niet elke dag om acht uur gaan slapen en om halfvier opstaan. Dit is de leukste job die ik me op dit moment kan inbeelden. Het kan vanaf hier alleen maar bergaf gaan. (lacht)
Jouw beste vriend is nog altijd Pieter Bruurs, de drummer met wie je Equal Idiots hebt opgericht en nu een derde plaat uitbrengt.
Christiaensen: Vier jaar na de vorige. Maar het is niet omdat we die vier jaar níét samen muziek hebben gemaakt dat Pieter en ik minder close geworden zijn. Zeker niet. We zijn nog altijd elkaars beste maten. In het weekend drinken we samen een pint of gaan we naar een concert. Ik ben net verhuisd, en dan is Pieter ook degene die zich spontaan aanbiedt met zijn camionette, en vier keer heen en weer rijdt.
In de nieuwe plaat zit veel ernst. Er staat zelfs een akoestische ballad op.
Christiaensen: Het hoeft niet altijd ‘joepiejoepie’ te zijn bij Equal Idiots, dat wilden we eventjes tonen. We hebben de tijd genomen om na te denken over de richting die we uitwilden. Ik denk dat de behoefte om het ook over minder prettige dingen te hebben te maken heeft met het ouder worden.
Rainbow gaat over iemand die je is ontvallen.
Christiaensen: Het gaat om een jeugdvriend van Pieter en mij, dezelfde over wie Hippie Man ging, op onze eerste plaat. Iemand met wie ik vanaf de kleuterschool veel sleutelmomenten heb beleefd: de eerste fuif, de eerste pint, de eerste onderbouwde discussie. Zijn dood heeft me hard geraakt. Rainbow was mijn manier om afscheid te nemen. Toen we bij zijn uitvaart buitenkwamen, verscheen plots de zotste regenboog die ik ooit in mijn leven heb gezien. Ik ben niet bijgelovig, maar ik zag er een teken in van hem.
We moeten het ook over aardbeien hebben.
Christiaensen: Er zitten er inderdaad best veel in de plaat, is mij nadien opgevallen.
In een song met de titel This Place Is Home But I Don’t Know It Anymore noem je de aardbei een symbool van thuis.
Christiaensen: Misschien moet ik het er de volgende keer niet zo dik opleggen. (glimlacht) Hoogstraten, vanwaar ik afkomstig ben, staat bekend om zijn aardbeien. Al gaat het nummer Strawberry daar juist níét over. Het is een heel positief liedje over mijn lief die nu mijn thuis is, zoals Hoogstraten dat vroeger was.
Noem je haar ook ‘aardbeitje’?
Christiaensen: Dat nu ook weer niet. (lacht) This Place… gaat over wegtrekken uit een plek die je heel erg gevormd heeft. De subtiele afbeelding op de hoes – waar verder alleen onze groepsnaam groot op staat – komt uit de online erfgoedbank van Hoogstraten. Mogelijk heb ik mij die illegaal toegeëigend, maar je ziet de Sint-Katharinakerk nadat die tijdens de Tweede Wereldoorlog was gedynamiteerd. Dat heftige en intrigerende beeld vond ik passen bij liedjes waarin ik over een aangetaste thuis pieker. Niets blijft zoals het was. Hetzelfde voor mijn werk bij Studio Brussel. Ik ben me ervan bewust dat dat van de ene op de andere dag kan stoppen.
Wat zou je dan doen?
Christiaensen: Het eerste wat ik zou proberen, is bij radio of televisie achter de schermen werken. Iets in de muzieksector is ook een mogelijkheid. Met mijn bachelordiploma zou ik kunnen overwegen om les te geven, Nederlands en Engels in het secundair onderwijs.
‘Carpoolen met Fien Germijns is een vorm van therapie.’
Strawberry bevat het tafereel ‘Nightshop cold canned beers/ Singing ‘Once’ in tears.’ Het nummer van Pearl Jam?
Christiaensen: Neen, van Liam Gallagher, uit zijn tweede soloplaat. Súpermooi. Strawberry gaat zoals gezegd over mijn lief en Once betekent voor ons heel veel. Als dat in de living opstaat, pakken we elkaar vast en fluister ik de tekst in haar oren. Een aanrader voor iedereen, trouwens. Ik snap niet dat dat geen wereldhit is geworden. Het is een liedje over vergankelijkheid, hoe kansen zich maar één keer aandienen. Dat sluit perfect aan bij veel liedjes op onze nieuwe plaat, realiseer ik me nu. Maar dat is niet de reden waarom ik het in Strawberry noem. Die tranen? Bij mijn lief wellen die nogal snel op, zowel bij iets zwaars en emotioneels als bij iets schoons.
Tot slot: heb je geprobeerd om tickets te scoren voor de Oasis-reünieshows?
Christiaensen: Ik héb tickets! Waarvoor ik opnieuw mijn goede vriend Stijn Van de Voorde moet bedanken. Ik zat klaar achter meerdere computers en heb ook veel mensen gemobiliseerd, maar Stijn is binnengeraakt op een pre-sale en zo is het gelukt. We gaan dus naar Wembley met het Rock ’n’ Roll High School-trio. Mensen zullen denken dat wij zulke kaartjes gewoon kunnen krijgen – wat we, ik geef het toe, ook wel geprobeerd hebben – maar niet dus. Wat ik nog ga proberen, is zo’n nieuw Man City-truitje aan te schaffen dat Noel Gallagher heeft ontworpen. Ik hoop er eentje aan Stijn cadeau te kunnen doen. Als hij het zelf al niet gekocht heeft, want meestal is hij heel snel in die dingen.
Equal Idiots
Uit op 27.09 via Pias.
Thibault Christiaensen
Geboren in 1995, opgegroeid in Hoogstraten.
Wint De Nieuwe Lichting 2016 als helft van Equal Idiots, met drummer en jeugdvriend Pieter Bruurs.
Heeft een bachelor in Taal- en Letterkunde en master in Meertalige Professionele Communicatie.
Wordt BV na zes afleveringen in De slimste mens van 2017.
Debuteert in 2019 bij Studio Brussel als presentator van Rock & Ros en maakt later de docureeks Rock ’n’ Roll High School en de podcast Thank You, Boomer.
Presenteert sinds 2020 de ochtend op StuBru naast Michèle Cuvelier, daarna met Fien Germijns.
Brengt nu met Equal Idiots een derde, titelloze plaat uit, na Eagle Castle BBQ (2017) en Adolescence Blues Community (2020).
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier