Auteur en presentator Tom De Cock: ‘Alles wat de VRT over cultuur maakt, vind ik zo blasé’

Tom De Cock © Anneke D’Hollander

Overdag kondigt hij Britney Spears aan op de radio, en ’s avonds leest hij de nieuwe Ocean Vuong. Het heilige vuur van Tom De Cock blijft branden. ‘Ik hou ervan om een onderwerp met de voeten vooruit te tackelen.’

‘Ik heb ooit een pinguïn geadopteerd. In Zuid-Afrika.’

We kennen Tom De Cock van zijn werk voor radio en tv. Momenteel is hij presentator op Qmusic, de hele zomer is hij te zien en te beluisteren vanuit het Q-Beach House in Oostende. Hij is ook schrijver van jeugdboeken. Met zijn reeks over Lily, een vijftienjarige rebel met een ooglapje, bereikt hij duizenden lezers uit de zogenoemd moeilijkste doelgroep: tieners. Daarnaast is hij al jaren ambassadeur voor Pleegzorg Vlaanderen. Samen met zijn man Maarten Janssen, ex-baas van VTM, is hij adoptie- en pleegouder. Minder bekend is De Cocks band met pinguïns in Zuid-Afrika.

‘Dan krijg ik telefoon van mijn boekhouder,’ gaat hij verder, ‘die me vraagt: “Zeg Tom, die pinguïn: waar was dat voor? Zullen we het anders weer op de rekening-courant zetten?”’

In de duinen van Westende weerklinkt een gulle lach. Wind in de rug, het zand stuift op.

‘Ik hou niet van laksheid’, zegt De Cock. ‘Ik wil all the way gaan, dat hoort bij mijn job. Als een koerier inbelt in ons programma, vertelt dat hij die dag al zeker honderd pakjes heeft bezorgd en vervolgens zegt dat hij graag met zijn dochter naar een concert van K3 zou gaan, dan begin ik op internet te zoeken tot ik nog ergens een ticket voor die man kan kopen. Onlangs heb ik zo een pingpongtafel laten opsturen naar een luisteraar die in ons programma had verteld dat hij er graag een zou hebben. Alleen bleek zijn appartement te klein. (lacht) En voor je het weet, heb je dus ook een pinguïn geadopteerd. Ik zie het als een soort boetedoening voor de privileges die mij te beurt zijn gevallen. Het heeft er ook mee te maken dat ik mijn moeder nog rekken heb zien vullen in de Spar. Ik ben niet rijk, maar ik verdien genoeg. Wie ben ik dan om mijn luisteraars hun kleine gelukjes te ontzeggen?’

*

Elke maand trekt deze wilde weldoener zich een weekend terug aan zee. Hij huurt er een appartement in Westende en werkt er aan een tafel bij het raam aan zijn volgende boek. Behalve een oude, grijze Playstation is er van afleiding geen sprake – De Cock speelt zo nu en dan Tony Hawk.

‘Ik ben nu het vierde en laatste boek van de Lily-reeks aan het schrijven’, zegt hij tijdens onze wandeling over de dijk en door de duinen. ‘Je zou het dystopisch of postapocalyptisch kunnen noemen, maar dat is het niet echt. Het is wel familie van The Last of Us, en er zit ook wat van The Hunger Games in. Het is vooral een clifiverhaal. Een klimaatverhaal over een wereld, honderd jaar in de toekomst ongeveer, waarin een meisje na een hele reeks klimaatrampen ontdekt hoe macht en verantwoordelijkheid werken. Langzaam evolueert ze van een oppervlakkige influencer in een activiste, en – het is young adult – zet ze een opstand tegen de volwassenen op. Op den duur wordt ze president van haar eigen land en zelfs leider van de wereld. Ik kan het einde van het laatste boek nog niet spoilen, maar de hele opzet is dat de wereld vergaat en dat Lily opnieuw mag beginnen. Het is avontuur, er ontploft op elke pagina wel een spreekwoordelijke bom, het is een liefdesverhaal, heel Hollywood allemaal, maar net zoals in mijn werk voor radio of televisie gaat het op een dieper niveau ook ergens over.’

© Anneke D’Hollander

Enthousiast gaat hij verder. ‘Ik geef ook lezingen in middelbare scholen, zo’n veertig per jaar. Ik ben gisteren nog in Bornem een lezing gaan geven, volgende week in Breda, de week erna in Tienen. Een uur lang praat ik dan met die gasten over het klimaat en andere wereldproblemen. “Als al het ijs op aarde zou smelten, zouden wij hier dan nu verdrinken?” Dat soort vragen.’

‘Hallo, ik ben Tom De Cock en ik kom de apocalyps voorspellen.’

Tom De Cock: (lacht) Helemaal. ‘En moet je daar nu huilend van in slaap vallen vanavond?’ Nee. ‘Kunnen we er iets aan doen?’ Ja. En dan wat later: ‘Klopt het dat er maar vijftien landen in de wereld zijn met een vrouw als staatshoofd?’ Nee, het zijn er zelfs nog minder. Tegen het einde van dat uurtje staan ze op hun stoel te roepen dat ze president willen worden. En dat is wat ik wil triggeren, en waarom ik die boekenreeks ook schrijf.

Ik moet nu denken aan Dead Poets Society, waarin leraar Robin Williams zijn leerlingen uitdaagt om vrijdenkers te worden.

De Cock: Helemaal die vibe, ja. Of Mr. Holland’s Opus (over een inspirerende muziekleraar op een middelbare school, nvdr.). Ik hou ervan om eerst met de voeten vooruit een onderwerp te tackelen, om er dan een betekenisvol gesprek over te hebben. Ik laat ook in elke klas een foto van mijn gezin zien en dan merk je dat het voor heel veel leerlingen nog een schok is om twee mannen met kinderen te zien. Zeker voor leerlingen met een religieuze achtergrond, en zo zijn er heel veel. Dan begin ik hen te bevragen: wat is er nu eigenlijk precies zo raar aan mij? En wat is dat nu juist, een norm? Stroop jullie mouwen eens op en kijk nu eens goed naar elkaars huidskleur: heeft iemand exact dezelfde huidskleur als de persoon naast zich? Nee toch? Wel, waar gaan al die grote discussies dan eigenlijk over? Daarom schrijf ik ook zo graag opiniestukken, over de paus bijvoorbeeld. Ik wil niet per se de luis in de pels zijn, maar ik wil wel diegene zijn die af en toe aan de ketting rammelt.

© Anneke D’Hollander

Op YouTube circuleert een filmpje van jou op je zeventiende. Je had net je eerste boek uit en je was samen met Jan Mulder te gast in het interviewprogramma Barend & Van Dorp op de Nederlandse televisie. ‘Ik wilde geaccepteerd worden om wie ik was’, zei je toen. En dat zeg je nu eigenlijk opnieuw.

De Cock: (lacht) Met Jan Mulder die me ervanlangs geeft, en hij had gelijk. Als ik naar mijn zeventienjarige zelf terugkijk, zie ik vooral een arrogante blaas uit een klein dorpje bij Leuven – heel beschermd opgevoed, naar een katholiek college geweest, onder een fijne glazen stolp opgegroeid – die nog heel weinig van de wereld wist.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

De branie spatte er al wel van af.

De Cock: Ja, maar dat was pose. Vandaag heb ik echte branie. Nu kan ik terecht zeggen dat ik op sommige vlakken heel goed ben en dat niemand mij er nog lessen in heeft te geven. Terwijl ik op andere vlakken dan weer een kind in de speelgoedwinkel ben dat heel graag nog veel wil bijleren. Maar het klopt wel wat ik toen zei, dat ik ben gaan schrijven om aanvaard te worden. Mijn geaardheid was nog volop aan het ontluiken, daar had het niets mee te maken, maar ik ben altijd wel fundamenteel anders geweest dan mijn leeftijdsgenoten. Ik was de jongen die altijd met zijn neus in de boeken zat en ik hield toen al enorm van betekenis, richting, intensiteit. Ik snapte niet wat mijn leeftijdsgenoten zo leuk vonden aan voetballen, achter de meisjes aanzitten – dat al helemaal niet – of rondhangen op een pleintje… Ik was schijnbaar al drie haltes verder, ik wilde niets liever dan filosoferen over het leven, en daardoor werd ik ook gepest. Nooit heel erg, maar ik lag niet goed in de groep in elk geval.

‘Ik ben gaan schrijven om aanvaard te worden.’

Achteraf bezien viel het allemaal wel mee, maar zelfs nu nog moet elke dag betekenis hebben. Met familie samenkomen en gewoon rustig wat samenzijn, ik heb dat echt moeten leren van mijn man. Hetzelfde met schrijven: voor mijn jeugdboeken heb ik zelf ook echt leren zeilen en ben ik ook echt naar IJsland geweest, om er de gevolgen van de klimaatverandering met eigen ogen te bekijken en nog eens van mijn sokken geblazen te worden door de natuur. Er is bijna niemand die dat weet, jeugdschrijvers worden nooit bij Radio 1 uitgenodigd, worden nooit serieus genomen, maar ik heb wel 15.000 boeken verkocht aan gasten die eigenlijk helemaal niet willen lezen. En dus neem ik het heel serieus.

Je zegt het nu terloops, maar je hebt dus niet het gevoel serieus te worden genomen?

De Cock: Door die gasten wel, maar niet door instituten als Radio 1 of andere culturele gatekeepers. Totaal niet. Die kijken op mij neer en negeren mijn bestaan, net als dat van veel andere goede jeugdschrijvers in Vlaanderen.

Steekt dat?

De Cock: (denkt na) Ondertussen minder. Ik vind eigenlijk alles wat door de VRT met name over cultuur wordt gemaakt zo blasé, zo openlijk elitair, zelfs als ze pretenderen dat het breed is. Ik werk al achttien jaar voor popzenders, er is altijd neergekeken op wat wij doen. Ik vind het oneerlijk, maar vooral dom. Al die slimme mensen die hippe cultuurprogramma’s maken – die zijn nu even een gemakkelijke boksbal – of al die mensen die krantenpagina’s vullen over moeilijke boeken: tja, hoe slim zijn jullie eigenlijk, als jullie alleen maar Luc Tuymans of de opera interessant vinden? Als jullie per se jullie hippe vrienden in Gent willen bedienen met ‘deze havermelkbar is echt de nieuwe shit’? Doe maar, denk ik dan, maar dan nemen jullie je werk eigenlijk niet ernstig. Er is namelijk nog een hele wereld buiten de eigen kerk waarvoor jullie aan het preken zijn.

© Anneke D’Hollander

Ik ga ook al eens naar de opera of het museum, ik lees graag moeilijke boeken, maar ik maak ook al achttien jaar met hart en ziel hitradio. Ik kondig Britney Spears aan en probeer tussendoor om de mensen die luisteren iets bij te brengen. Dat is stiekem moeilijker dan elke dag Bart De Wever interviewen op Radio 1. En let wel: ik heb de afgelopen jaren meer dan zeshonderd schrijvers geïnterviewd voor de VRT (voor De Boekathon, nvdr.), alleen hoefde de VRT het niet meer, hoewel het wel werkte. Ze vonden het al onaanvaardbaar dat mijn eerste vraag telkens was: ‘Waar gaat je boek over?’ Want dat moest ik toch weten? Maar kijk, mijn vader is een gepensioneerde bakker en hij heeft mij de liefde voor boeken uitgebracht, via Jommeke en Suske en Wiske en Nero tot Roald Dahl en Marc De Bel. Hij is een echte lezer, maar hij heeft nog nooit Tom Lanoye gelezen. Of Harry Mulisch. Hij leest Nicci French, alles van Pieter Aspe en alles van Stephen King.

In de verte hoor ik Bent Van Looy nu steigeren.

De Cock: Bent is natuurlijk een fijne en bekwame interviewer, maar waarom hoor je in dat soort programma’s nooit iemand als Toni Coppers? De man voor wie ze op de laatste Boekenbeurs het kot bijna moesten afsluiten omdat er zo’n lange rij stond, langer dan bij Jeroen Meus? Wanneer heb jij Toni Coppers, die nota bene nog voor Radio 1 gewerkt heeft, nog eens tien minuten horen praten over de briljante thrillers die hij schrijft? Waar zijn de paginabrede interviews? Ik word daar op een fundamentele manier boos over. Eigenlijk zeg je dan tegen mijn vader: jij bent geen lezer, jij telt niet mee. Degoutant. Ik heb literatuur gestudeerd, ik kan de boeken van Lanoye cultuurhistorisch analyseren als je dat wilt, daar gaat het niet om. Het gaat om de oneerbiedige uitsluiting van alles wat niet in het paradigma van de culturele elite past. Ik spuug daar al mijn hele leven op. Of nee: zij spugen op mij, en ik ben precies de enige die terugspuwt. En voor alle duidelijkheid, het gaat niet om ‘geef mij de erkenning’, het gaat om ‘stop nu toch eens met mij de erkenning te ontzeggen’. (lacht) Maar goed, genoeg gerant.

© Anneke D’Hollander

Nog even over een ander contrast: je doet sinds een aantal jaar intensief aan powerliften. De filosoof wil nu ook een brede borstkas?

De Cock: (lacht) Als kind was ik een nerdy boekenwurm, ik werd altijd als laatste gekozen bij voetbal en ben meermaals uitgelachen door de sportleraar. Pas op mijn 37e, toen ik na mijn vertrek bij MNM een schop onder mijn kont nodig had, ben ik op een ochtend meegegaan naar de gym van mijn man. Al vrij snel ben ik verslingerd geraakt aan het powerliften, aan het beter leren kennen en het finetunen van mijn lichaam, aan het meetbare: vandaag is er weer een halve kilo bij, dat idee. Powerliften heeft me psychologisch enorm veel deugd gedaan, het heeft me zelfs een therapeut bespaard. Dus waarom zou dat per se een contrast moeten zijn?

Hoeveel til je ondertussen?

De Cock: Ik zit nu aan een deadlift (vanaf de grond tot boven het hoofd heffen, nvdr.) van 170 kilo, een squat van 110 kilo en op de bench (op de rug liggend, nvdr.) behaalde ik deze week nog een nieuw persoonlijk record: 80 kilo.

*

Het casino van Middelkerke komt in zicht. We maken rechtsomkeert en keren met tegenwind terug naar Westende.

‘Ik zit nu in een fase waarin ik duidelijke keuzes maak’, zegt De Cock. ‘Het is een serieuze trip geweest, de laatste jaren. Mildheid, tegenover mezelf en de mensen rond mij, dat heb ik echt moeten bijleren. Zeker toen ik werd buitengewerkt bij MNM, een zender die ik mee heb opgericht en waar ik twaalf jaar hard voor gestreden heb. Dat was heel choquerend voor mij. Ik kan heel slecht om met autoriteit en de VRT, dat is ondertussen al wel voldoende gedocumenteerd, heeft last met mensen die kritische vragen stellen over het instituut. Uiteindelijk mocht ik dus gaan. Heel onrechtvaardig, vond ik, en ik heb me daar dan ook zwaar tegen verzet. Ik had er emotioneel serieus in geïnvesteerd en ik had het gevoel dat ik onderweg was naar iets wat mij werd afgepakt.’

‘De VRT heeft last met mensen die kritische vragen stellen over het instituut. Uiteindelijk mocht ik dus gaan.’

Waar was je naar onderweg?

De Cock: Een talkshow op VRT 1. Met liefst nog het journaal en het weer erbij. Het hoogste, het grootste. Maar uiteindelijk ben ik thuis geëindigd, in mijn eentje. Ondertussen zijn de plooien weer gladgestreken, maar door dat afscheid in mineur heb ik me wel goed moeten afvragen: wat wil ik eigenlijk nog in dit leven? Na een korte ballingschap heb ik ingezien dat ik gewoon graag radio maak en graag schrijf. Dat wil ik dus tot mijn dood blijven doen. Ik heb ’s avonds laat bij Q misschien nog een tiende van de luisteraars van op het piekuur bij MNM, maar ik ben een zo veel aangenamere collega geworden – hoop ik tenminste – dan ik toen was. En televisie hoeft ook niet meer, ik ben dolgelukkig met hoe mijn leven er nu uitziet. Ik ben opgegroeid met een jongere zus met een zware visuele handicap en dat heeft me altijd veel inzichten bijgebracht. Ik sta nooit in de file op de E40 te vloeken op het leven, ik besef dat ik heel blij mag zijn met het leven dat ik leid.

Ik heb me laten vertellen dat je desondanks goed voorbereid bent op het einde der tijden?

De Cock: (lacht) Niet op het einde der tijden, maar wel op een serieuze ramp, ja. Al die halfslachtige boodschappen à la ‘je moet voorbereid zijn op een paar dagen zonder elektriciteit’ die onze politici nu verspreiden: ik vind die raar. Ik ben al jaren voorbereid. Hoe kun je nu veronderstellen dat er altijd water uit de kraan zal blijven komen? In landen als IJsland of Argentinië is het heel normaal om in het tuinhuis een noodgenerator te hebben staan met nog wat naft erin. Hier zijn we een bende verwende nesten geworden, we zijn onze zelfredzaamheid kwijt. Mijn man en ik hebben voor een maand eten in huis, we hebben voor meerdere maanden drinkwater in huis, we hebben een kooi van Faraday met daarin een telefoon in zilverpapier die wél nog zal werken als de NAVO in Brussel met een atoombom gebombardeerd is. (lacht) Maar verder dan dat gaat het niet. Of wacht, ik heb ook nog een survivalcursus gevolgd om te leren hoe je een week kunt overleven in het bos.

‘Wij hebben thuis een kooi van Faraday met een telefoon in zilverpapier die wél nog zal werken als de NAVO gebombardeerd is.’

En je eigen houdbaarheidsdatum, tot slot, houdt die je ook zo fel bezig?

De Cock: Amai, die race tegen de klok… Ik ben een goede vriend kwijtgeraakt die net dertig was geworden. Christophe Lambrecht was een fijne collega. En zo heeft iedereen wel voorbeelden. Daardoor heb ik beseft: ik wacht nergens op. Heel dat gedoe over pensioenleeftijd, dat kan me nu eens echt niets schelen. Ik heb ook weinig spaargeld, ik ben daar totaal niet mee bezig. In mijn hoofd ga ik nooit met pensioen: ofwel blijf ik werken, ofwel ben ik dan al dood. Ik wil nu, vandaag, fantastische dingen doen. Niet morgen. En al zeker niet na mijn pensioen. Ik wil met de essentie bezig zijn. Geen idee of dat lukt, maar ik wil het wel elke dag opnieuw proberen.

Tom De Cock

Geboren in 1983 in Schoten.

Werkt als dj bij Qmusic, na vele jaren bij Donna en MNM (VRT).

Schrijft op 16-jarige leeftijd zijn eerste boek. Hij schrijft non-fictie en youngadultboeken.

Is samen met zijn man adoptie- en pleegouder.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content