Xander De Rycke: ‘Ik was als een asielhond die voor het eerst gestreeld wordt’
Een vaste job bij de radio, vijf shows in de Lotto Arena en een prettig pril vaderschap: het gaat comedian Xander De Rycke voor de wind. Dat was ooit anders, en ook nu nog voelt hij onrust: ‘De mensen met wie ik mijn geluk wil delen, zijn er niet meer. Dat doet pijn.’
Op een miezerige donderdagmiddag, op een breedtegraad waar het Waasland begint en de Oosterweelverbinding verrijst, bellen wij aan bij een bel-etagewoning. Comedian, mediacriticus en radiopresentator Xander De Rycke zwaait de deur open en gromt: ‘Tien minuten te vroeg.’
In december en januari speelt hij vijf keer Xander De Rycke houdt het voor bekeken, de oudejaarsconference waarin hij – zowel met het scalpel als met de botte bijl – het mediajaar ontleedt. In de laatste rechte lijn naar de Lotto Arena speelt hij achttien try-outs waarin hij zijn materiaal afvuurt op een testpubliek. Gisteren beet De Rycke de spits af in Denderhoutem. Het was geen onverdeeld succes, zucht hij: ‘Op de eerste rij zat een koppel bejaarden, zich niet bewust van waar ze beland waren. Toen mijn eerste mop platviel, wist ik: die gaan twee lange uren tegemoet. (lacht)’ De fotograaf en ik zijn vanavond de chauffeurs van dienst om De Rycke naar de volgende try-out te brengen. Het gaat opnieuw richting Denderhoutem. Voor een herkansing, zeg maar.
‘Ik hang aaneen van de Zwanworsten en boterhamdriehoekjes. Ik heb het gestel van een zeventigjarige.’
Terwijl we door het forensenverkeer wroeten, vertelt De Rycke over zijn schrijfproces. Tijdens de zomer bekijkt hij bijna alles wat er te bekijken valt, ‘dus ook elke minuut van de bruiloft van Regi’. 2024 was een grand cru jaar, qua ‘boeiend slechte televisie.’ Denk aan Astrid & Natalia back to reality. En aan Bart De Pauw die aanschoof bij De tafel van Gert voor een opmerkelijk interview. Zowel de hardleerse gevallen held als de apathische gastheer waren gefundenes Fressen voor De Rycke: ‘Het was één lange koortsdroom.’
Een andere koortsdroom: de herverkiezing van Donald Trump. De Rycke is fan van de politieke satire van Saturday Night Live, maar toch blij dat hij de komende vier jaar niet op dezelfde oranje nagel moet kloppen: ‘Trump is een cadeau voor comedians, zeggen ze. Maar is het voor een kuisploeg een cadeau als iemand naast de pot heeft gekakt?’ De Rycke houdt zich ver weg van politiek: film, televisie en popcultuur zijn de lenzen waardoor hij naar de wereld kijkt. ‘Ik heb Xander De Rycke houdt het voor bekeken bedacht omdat niemand anders zoiets deed. Ik ben fan van Michael Van Peel, maar toen hij het niet over K3 had in het jaar dat de originele line-up uiteenging, dacht ik: dat klopt niet. In het begin werd HHVB niet voor vol aanzien, maar de populaire cultuur weerspiegelt nu eenmaal de tijdgeest.’
We naderen Gent, op de R4 stremt het verkeer. Een lichtspel van rode remlichten danst voor onze ogen. De Rycke: ‘Ik heb het gisteren nog nageteld met mijn lief. Het is mijn vijftiende show op achttien jaar tijd.’ De Rycke vergeleek het bestaan van de comedian al eerder met dat van de vrachtwagenchauffeur: ‘Ik hang aaneen van de Zwanworsten en boterhamdriehoekjes. Ik heb het gestel van een zeventigjarige.’ Maar recent heeft De Rycke zijn aanpak omgegooid: ‘Na iets wat je een burn-out kunt noemen. Na de eerste coronalockdown heb ik in elke zaal gestaan, klein en groot, soms voor 200 mensen, soms voor 40. Ik wilde bezig blijven, en heb toen 31 keer gespeeld op anderhalve maand, feitelijk onmogelijk. Ik heb mijn motor opgeblazen. Sindsdien bal ik alles samen in die vijf Lotto Arena’s. Ik ga niet meer naar het publiek, het publiek mag tot mij komen. (grijnst)’
Een bijkomende complicatie in het penibele evenwicht tussen werk en privé is Ferris De Rycke, een bundel van vreugde van dertien maanden oud. Het komt niet ongelegen dat De Rycke zes maanden per jaar een stabiele job heeft als sidekick van Eva De Roo bij Studio Brussel. In het voorjaar gaan ze terug op antenne: ‘Dat is natuurlijk een groot gemak. En het is een manier om zichtbaar te blijven.’ Is dat dan een zorg? ‘Vroeger meer dan nu’, zegt hij: ‘Het is frustrerend, maar voor de gemiddelde Vlaming besta je niet als je niet op het scherm komt. Zelfs mijn eigen moeder dacht er zo over: “Het gaat precies niet goed, want ik zie je niet meer op tv”.’
We verlaten de snelweg, wenden de steven naar het hinterland. Opgetogen: ‘Zijn jullie bekend met de ‘twijfelaar’? De frituursnack? Wacht maar. Straks.’
○ ○ ○
Denderhoutem. De kleedkamers van cultuurcentrum De Spot zijn een samenspel van snelbouwsteen en spiegelwanden. De Rycke klapt zijn laptop open en schikt een stapeltje papier. Hij had vroeger niet de gewoonte om shows uit te schrijven, maar nu wel: ‘Ik mag me niet laten betrappen op foute namen en cijfers, iedereen houdt in de gaten wat ik zeg. Zeker de BV’s.’
Toen De Rycke in 2007 de neus aan het venster stak, was woede zijn motor. In HHVB spaart hij nog altijd geit noch kool. Hij noemt namen en trapt daardoor op zere tenen.
‘Het kan me niet schelen als er niet gelachen wordt. Geen lach betekent niet dat het geen goed materiaal is.’
‘De BV’s die de moeite nemen om te komen kijken, zijn daar nogal coulant in. Maar ja, ik sta toch op enkele zwarte lijsten.’ De twitterrel met Jelle Cleymans komt voor de geest. ‘… en heb ik wel eens gelachen met Siska Schoeters? Ja, dat heb ik, en zij vond dat niet leuk. Dan zegt ze in Het Laatste Nieuws dat ze een franke teut heeft, maar dat ze niemand kwetst om te kwetsen, “zoals Xander De Rycke”. Dan denk ik: “Jij snapt niet wat ik doe.” Ik beledig niemand gratuit. Daar zou ik niet mee wegkomen, het publiek ruikt frustratie zoals een hond angst ruikt. Weet je hoe moeilijk het was om deze show te maken toen ik niet zo bekend was als nu? Dan kwam elk woord zogezegd voort uit “frustratie en jaloezie”. Maar waarom zou ik geen kritiek mogen geven op mensen die op tv komen?’
Ik wil weten waar De Ryckes grens ligt. Ooit zei hij dat Joyce De Troch niet gerijpt heeft als een goede wijn, maar als een broodje eiersla dat te lang op een dashboard in de zon heeft gelegen. Hij aarzelt: ‘Ik probeer moppen over het uiterlijk van mensen te mijden, maar in het geval van Joyce De Troch … Ze presenteerde toen op de zender van die rechtse antivaxer (Michael Verstraeten, nvdr.) en zette blackfacefoto’s van zichzelf op Instagram. Dan denk ik: “Jij bent echt niet oké.” Mensen willen kennelijk kunnen doen wat ze willen, maar verdragen dan geen weerbots? Dat spoort niet. Ik doe ook wat ik wil, en als ik reactie krijg: so be it.’
Een mogelijke bron van reactie: Studio Brussel. Zal de mediacriticus even hard oordelen over de openbare omroep, nu hij er zelf werkt?
‘Ik wist vorig jaar al dat ik die kritiek zou krijgen. En inderdaad: de enige recensent die negatief was over mijn show, schreef dat ik opvallend mild was voor de VRT. “Gast,” dacht ik, “ik heb een kwartier geroepen dat de VRT veranderd was in een VTM light. Hoezo, dus: milder? Dat bewijst dat hij zijn oordeel klaar had. En dit jaar kan ik helemaal niet om het drama op de VRT heen.’
Vandaag glijden de verwijten van hem af, maar er was een tijd dat De Rycke minder goed met kritiek omging. ‘Nu denk ik: steek het in uw hol. Maar kritiek komt ongemeen veel harder binnen als je carrière niet vlot. Dan is het alsof je stampen krijgt wanneer je al op de grond ligt.’
De Rycke heeft zijn zaakjes nu voor elkaar, maar het pad naar faam en fortuin was steil en bochtig: ‘Toen ik in 2007 Comedy Casino Cup won, werd ik uitgeroepen tot the next big thing. Dat draaide wel even anders uit: binnen het halfjaar was iedereen mij vergeten.’
‘Mijn moeder wilde een kind zoals een kind een puppy wil. Maar toen de puppy een eigen mening kreeg, stak dat haar tegen.’
Wie in de knipselmap graaft, zal krantenstukjes vinden over obscure en minder obscure comedywedstrijden. Waar de naam De Rycke valt, valt vaak ook die van Philippe Geubels.
‘Ik heb aan vier wedstrijden deelgenomen. Drie keer kwam ik uit tegen Geubels. Twee keer heb ik gewonnen. Na Comedy Casino dacht ik: ‘Dat hebben we gehad.’ Maar het publiek heeft die tweestrijd warmgehouden. Als wij samen toerden – we hebben samen honderd shows gedaan – kwamen de mensen achteraf zeggen: ‘Ik vond Geubels precies toch beter.’
‘Ik heb in die periode een cafétest gedaan voor De slimste mens, maar dat was een ramp: ik quizte slecht en was niet grappig. Geubels mocht wel meedoen, en na die ene aflevering schoot zijn carrière als een komeet omhoog. Er is toen een bitterheid in mij geslopen. Keer op keer werden wij vergeleken, en altijd moest ik de duimen leggen. Geubels kon daar niks aan doen, maar ik nam het hem wel kwalijk. Mijn carrière kwam niet van de grond, en ik had niet het gevoel dat het aan mij lag.’
Ik opper de mogelijkheid dat het wél aan hem lag, omdat hij – altijd kwaad – onhandelbaar leek. De Rycke knikt: ‘Ik was boos, ik was ongelukkig, en dat had te maken met mijn jeugd en waar ik vandaan kwam. Ik was op zes maanden tijd van een problematische opvoedingssituatie naar de top doorgestoten. Voor de eerste keer in mijn leven kreeg ik te horen dat ik ergens goed in was. Dat is naar mijn kop gestegen. Ik gedroeg mij als een mishandelde asielhond die voor het eerst gestreeld werd. Ik gromde naar alles wat bewoog. Als ik de gast die ik toen was nu zou terugzien, zou ik snappen: daar valt niks mee aan te vangen. (lacht)’
Na enkele moeilijke jaren en een gebrek aan interesse van tv-producers zette De Rycke alles op zaalshows. En die begonnen goed te draaien. Meer nog, het publiek begon storm te lopen voor zijn optredens. Tot zijn populariteit in 2015 plots weer een duik nam en de ticketverkoop instortte. De Rycke speelde voor halflege zalen. Toen zelfs zijn eigen manager er niet meer in geloofde, gooide De Rycke zijn laatste troef op tafel: Xander De Rycke houdt het voor bekeken. Na zes jaargangen beleeft hij zijn boerenjaar. Hij speelt binnenkort een cameo in Thuis, heeft vriendelijk bedankt voor Dancing with the Stars, maar schuift wel aan in Ik vraag het aan. Het publiek heeft de stratier nu eindelijk in de armen gesloten. Maar zit hij wel op zijn plaats bij zulke zoetsappige BV-onderonsjes? ‘(denkt na) Ik doe alleen mee als ik daar kan zitten als mezelf. Anders niet.’
○ ○ ○
Het is etenstijd. Iemand heeft een kolossale berg frituurkost voor ons gedeponeerd op de keukentafel. De Rycke graaft zich een weg naar bovengenoemde twijfelaar: een satéstokje met onder meer een bitterbal, een stuk frikandel, en een eindje cervela. Met gestrekte armen houdt hij het kleinood voor zich uit: ‘Hoe schoon is dat!?’ Zijn liefde voor de twijfelaar gaat zo diep dat hij er ooit een passage in zijn voorstelling aan wijdde. Wellicht is Harry’s Frietshop uit Denderhoutem de enige frituur die een name check kreeg in een uitverkochte Lotto Arena.
Na een korte soundcheck trekt De Rycke zich terug in zijn loge, met nog genoeg tijd om uit te buiken. Van stress heeft deze De Rycke geen last, merk ik op. ‘Dat zal anders zijn als ik in de Lotto Arena sta. En nu zal ik arrogant klinken, maar tijdens een try-out sta ik niet ten dienste van het publiek, maar andersom.’
Er wordt op de deur geklopt. Steven, sinds jaar en dag de vaste technicus van De Rycke: ‘Het publiek komt binnen.’ Showtime.
○ ○ ○
‘Het was een pak beter dan gisteren.’ Het applaus zindert nog na wanneer De Rycke zijn loge binnenkomt. Er is een last van zijn schouders gevallen, vandaag at het publiek uit zijn hand. Hij rommelt door zijn stapeltje papieren: ‘Het was een nuttige show. Ik voel wat er ontbreekt en wat geschrapt kan worden.’ Ik vraag of hij, net als Kamal Kharmach, soms een medewerker in het publiek zet om de lachsalvo’s te turven. De Rycke schudt het hoofd: ‘Kamal is geen comedian die economie heeft gestudeerd, maar een econoom die humor bedrijft – dat verklaart zijn werkwijze. Ik zet geen streepjes, en eigenlijk kan het mij zelfs niet schelen of er gelachen wordt. Geen lach betekent niet dat het geen goed materiaal is.’
Maar toch, legt hij uit, heeft hij die try-outs hard nodig: ‘Als ik na de zomer deze stapel heb bijeengeschreven, heb ik geen flauw benul of het grappig is. Voor hetzelfde geld is het kut.’ Proeflezers heeft De Rycke niet, hoogstens legt hij iets voor aan zijn lief, om te wikken of het haar aandacht kan vasthouden. Slechts in uitzonderlijke gevallen vertrouwt hij op anderen: ‘Vorig jaar is de voorstelling pas twee shows voor de première in zijn plooi gevallen. Het was een zware bevalling: ik heb in extremis een opname van een try-out naar Jelle (De Beule, nvdr.) gestuurd. Ik doe dat niet graag, er zijn weinig mensen aan wie ik mijn materiaal toevertrouw. Maar Jelle durft cru te zijn. Ik kreeg een mail van drie bladzijden terug en daar stonden dingen in die moeilijk waren voor mij, dat was slikken, maar als ik erop terugkijk: hij had voor de helft gelijk.’
‘Ik ben waanzinnig fier op mijn zoon en op mijn carrière zoals ze nu loopt.’
De Rycke gooit zijn rugzakje om zijn schouder, we duiken de nacht in. Na een show dobbert De Rycke nog even verder op de laatste sporen adrenaline, vertelt hij met schorre stem. De rit naar huis is de ideale decompressie, soms spookt hij nog een halfuurtje door het huis vooraleer de vermoeidheid komt.
We bomen door over de show. Ik vind hem nog altijd op zijn best wanneer hij verontwaardigd is. Over Astrid & Natalia back to reality bijvoorbeeld, met een ongepast luchtig commentaar op kansarmoede. De Rycke alludeerde daarstraks al op zijn moeilijke jeugd: ‘De eerste tien jaren van mijn leven waren best aangenaam, daarna volgden acht jaren hel.’
‘Ik ben opgevoed door mijn moeder, mijn vader is nooit in beeld geweest. Toen zij een kind wilde, heeft mijn moeder op café een deal gesloten met een man: “Je moet er nooit naar omkijken.” Ik heb hem een paar keer ontmoet, dat ben ik achteraf te weten gekomen: “Ah, die vent die ik zag toen ik mee op café moest?”’
Dat het desondanks eerst goed ging en daarna niet meer, heeft te maken met een noodlottig voorval. ‘Mijn moeder wilde een kind zoals een kind een puppy wil. Maar toen de puppy een eigen mening kreeg, stak dat haar tegen. Ze stuurde me naar elke opvang die ze kon vinden – voor en na school, in het weekend en tijdens vakanties. En dan ging zij op cafe. In 2000 had ze de perfecte oplossing gevonden: het internaat. Na drie weken kwamen ze mij uit de klas halen: “Uw huis is afgebrand.” Mijn moeder lag in het ziekenhuis met derdegraads brandwonden. Toen ze uit het revalidatiecentrum kwam, was de wereld veranderd, en ik ook: de puberteit was op mij ingereden als een trein. Zij kon dat niet aan en begon nog meer te drinken dan ze al deed. Tot er alleen nog het drinken was. Toen ik achttien was, ben ik gestopt met school, vijf maanden later ben ik ontsnapt aan mijn moeder. Dat was tenminste dat al, maar mijn levenskwaliteit was nihil. Ik leefde op een leefloon en sliep op een matras op de grond bij een maat.’
Het kan niet anders dan dat zo’n ellendige jeugd sporen nalaat, opper ik, zeker als je zelf vader wordt. De Rycke knikt: ‘Zowel mijn lief als ik zijn ons hard bewust van wat wij hebben meegemaakt – bij Michelle was de situatie gelijkaardig. Nu wij zelf een kind hebben, roept dat veel woede op over vroeger en hoe er met ons is omgegaan. Wij kunnen ons niet inbeelden dat je niet het beste voorhebt met je kind. Wij gaan niet dezelfde fouten maken als onze ouders. Maar wij zullen er andere maken. Wij zijn overbeschermend, geven Ferris alles wat hij wil. Hij wordt een verwende drol. Maar het kan me niet schelen.’
Het is bijna middernacht, we duiken een onwerkelijk lege Kennedytunnel in. Onze eindbestemming is in zicht. De kleine Ferris, al lang onder zeil, zal zijn grootmoeder nooit ontmoeten, merk ik op. De Ryckes moeder stierf in 2022 aan kanker.
‘Ik voel sindsdien veel verdriet en pijn. Niet om haar, maar om de veiligheid en geborgenheid die ze me nooit gegeven heeft. Als ik ooit een nieuwe zaalshow maak, zal de rode draad zijn: rouwen om je jeugd. Ik ben zo waanzinnig fier op mijn zoon, en op mijn carrière zoals ze nu loopt, maar de mensen met wie ik dat geluk wil delen, zijn er niet meer. De mensen op wie ik zou afstappen na een show in een uitverkochte Lotto Arena, zijn weg. Dat doet pijn.’
Xander De Rycke houdt het voor bekeken
Op 28, 29 en 30.12 en 03 en 04.01 in de Lotto Arena, Antwerpen.
Xander De Rycke
Geboren in 1987 in Gent.
Start met comedy op zijn achttiende.
Wint Homo Cabarectus (2006) en de Comedy Casino Cup (2007).
Debuteert in 2008 met Uw zoete 666.
Speelt dit jaar vijf keer Xander De Rycke houdt het voor bekeken in de Lotto Arena.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier