Theater: Prachtig gespeelde ‘Passions Humaines’ lijdt onder stroeve tekst

passions humains, guy cassiers © © kurt van der elst | www.kvde.be
Guido Lauwaert
Guido Lauwaert Opiniemaker

Guy Cassiers regisseert ‘Passions Humaines’ (Toneelhuis / Mons 2015) en geeft het stuk een mooie vormgeving maar die mooie beelden kunnen onvoldoende tegenwicht bieden aan het kaduke stuk dat Erwin Mortier schreef.

Na in Mons in première te zijn gegaan, was het de beurt aan Antwerpen om het nieuwe, tweetalige toneelstuk van Erwin Mortier den volke aan te bieden. Als vanouds was de naaste vriendenkring van het Toneelhuis aanwezig en is er met succes in geslaagd ruim twee uur wakker te blijven voor een botsende bal. Maar dat hij rakelings naast het doel scheert, ligt niet enkel aan de auteur.

Erwin Mortier is definitief doorgebroken met emo-boeken. Over de laatste levensjaren van Gerard Reve en van zijn moeder, Gestameld liedboek [2011]. Ligt er een artistieke coryfee te zoeken naar zijn laatste adem is Erwin Mortier er mee in de buurt. En eenmaal die kwijt mag Mortier bij het afscheid met de literaire kwispel zwaaien. Alle kippen uit het mediahok aanwezig.

Een tweede reden van Mortiers succes is zijn gekunstelde taal, sa grande musique. Hij schrijft in de stijl van de overgang van de negentiende naar de twintigste eeuw.

Eb noch vloed

Die stijl hoorde bij zijn tijd, de tijd van Maurice Maeterlinck en Pierre Louÿs. Zwier die naar de hedendaagse en je hebt een literair genre van porselein en marsepein. Heeft zijn recht van bestaan en slaat aan… voor romans. Als toneeltaal is die echter ongeschikt. Tenzij je de lef hebt van Maeterlinck en vooral Oscar Wilde, zijnde de kunde van ‘de spanning van de ontspanning’. Helaas mist Erwin Mortier die culot. Waardoor de voorstelling eb noch vloed kent. Als toeschouwer zit je te kijken naar het wel en wee van een stukje geschiedenis, geplukt uit de wereld van de kunst met een mecenas. In deze Leopold II, de tweede koning van België. Hij wilde Brussel herscheppen naar de geest en de wet van Parijs. Een voorbeeld ervan is het reliëf van Jef Lambeaux, De menselijke driften / Passions humaines. Et voilà, tijd, taal en titel van het toneelstuk van Erwin Mortier zijn bereikt.

De controverse

Het toneelstuk focust niet op de schepping van het kunstwerk, maar op de controverse er rond. Het pro van de koning tegenover het contra van het artistieke milieu, met als schoothondje de pers die van twee walletjes eet. Die club wil het hof te vriend houden en tegelijk de volkstuin. Het slachtoffer van de controverse is Victor Horta. De beroemde architect wordt door de koning gevraagd om voor dit monumentaal bas-reliëf een paviljoen te bouwen. Hij aarzelt, maar plooit. Met als gevolg dat zowel het bas-reliëf als het paviljoen tot op de dag van vandaag onderwerp van discussie is. Kunstwerk door de erotische inslag en bouwwerk wegens zijn neoklassieke vorm, die al in het begin van de twintigste eeuw aan waardering verloor.

De herenliefde

Allemaal voer om er een boeiend toneelstuk van te maken, en zou dat ook geworden zijn, als Mortier dieper had gegraven. Wat nu op schrift staat en in beeld is gebracht, is oppervlakkige info rond de geschiedenis van zowel het paviljoen als het bas-reliëf. Om de kachel te laten gloeien heeft hij aan zijn toneelstuk een element toegevoegd dat past bij de tijd van Leopold, Horta en Lambeaux: de herenliefde. Goed gevonden, want dit aspect van vrijere menselijke relaties botst met de conventies van de 19de eeuw en past bij de frustraties rond de wil van Leopold II en de wens van Jef Lambeaux.

Het gedoe rond de herenliefde beperkt zich echter tot insinuaties, zowel in woord als beeld [twee heren die al terug in hun eigen broek zitten maar nog zitten te frutselen met de knoopjes van hun hemd]. De indruk dat voor de uitwerking van dat aspect D.H. Lawrence op de schouder van Mortier zat, met in de hand van Lawrence diens roman Women in Love [meesterlijk verfilmd in 1969 door Ken Russell], werkt contraproductief.

Alles bij elkaar geklutst is het resultaat daarom te zwak om van een sterk stuk te spreken. Het zal zijn tijd wel duren, om nadien enkel nog te pronken op het palmares.

Halfduister spektakel

Regisseur Guy Cassiers heeft oprecht getracht Passions humaines naar een hoger niveau te tillen. Heb je echter een kaduuk stuk, zit je met een helse klus. De beeldvorming is mooi, hij is en blijft een vormgever, maar Cassiers richt al zijn aandacht daarop. De acteur moet voor zijn personage een eigen schwung zoeken. Daarenboven zit de toeschouwer te kijken naar een spektakel dat zich in het halfduister afspeelt. Het enige geslaagde aan de regie is het slotdeel, waar de bovenwereld van het hof – met Leopold II [Très Vieux] en zijn minnares Blanche[Très Belle], en de onderwereld – met de hogere bourgeoisie en het journaille, verdwijnt en de volledige achterwand ingenomen wordt door de projectie van het kunstwerk. De ruimte ervoor symboliseert de grote zaal van het paviljoen.

Le chapeau avant le rideau tombe

Wat de acteurs betreft. Heerlijk spel, ondanks de last van een emotieloze spreektaal. De derde ster is aan hen te danken. Zij maken zelfs dat je niet moet tranen, van vreugde noch van verdriet, wanneer Leopold een mondje Vlaams spreekt. Misschien deed hij dat met een dozijn Vlaamse profeten en patriciërs, maar zeker niet met zijn liefje. Chapeau dus voor de acteurs, met op de eerste rij Katelijne Damen en Marc Van Eeghem, Thierry Helin [Leo II] en Serge Larivière [Jef Lambeaux].

Guido Lauwaert

PASSIONS HUMAINES – Erwin Mortier –regisseur Guy Cassiers – productie Toneelhuis, coproductie Théâtre de la Communauté française en Mons, Europese Cultuurhoofdstad 2015 – www.toneelhuis.be – De toneeltekst is uitgegeven door De Bezige Bij

Smaakmaker:

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content