Het nieuwstedelijk (ontstaan uit de fusie van De Queeste en Braakland/ZheBilding) presenteert met Vuur een eerste creatie die meteen de bakens uitzet: sober, rakend en geëngageerd theater vertellen dat lokaal verankerd is maar toch buiten de dorpsgrenzen treedt en een universeel gevoel aanraakt. In dit geval: het gevoel van nietigheid en kwetsbaarheid tegenover (natuur)rampen.
The Play = Vuur
Gezelschap = het nieuwstedelijk
In een zin = Het nieuwstedelijk (ontstaan uit de fusie van De Queeste en Braakland/ZheBilding) presenteert met Vuur een eerste creatie die meteen de bakens uitzet: sober, rakend en geëngageerd theater vertellen dat lokaal verankerd is maar toch buiten de dorpsgrenzen treedt en een universeel gevoel aanraakt, benoemt. In dit geval: het gevoel van nietigheid en kwetsbaarheid tegenover (natuur)rampen.
Hoogtepunt = De scène waarin Van Thielen een moeder speelt die over haar menneke vertelt die in de brand bleef. Een milliseconde is zijn hoog stemmetje grappig om daarna hartverscheurend schrijnend te worden. Hoe knap!
Quote = ‘we hebben iets moeilijks ervaren
maar de verbondenheid die we hebben
is heel sterk
ik weet niet of dat er geweest zou zijn
als ons menneke d’er nog was’
Meer info: www.nieuwstedelijk.be
‘Zij wel’, bedenk je wanneer je twee meisjes met heldere maar gebroken ogen en stem hoort vertellen over hoe ze de busramp in Sierre overleefden. ‘Hij wel’, denk je wanneer je hoort dat een kleutertje van vijf jaar een hevige brand in Trazegnies overleeft terwijl zijn ouders en drie zusjes/broertjes stierven. (*) Hebben zij ‘geluk’ omdat ze er nog zijn en altijd zullen geplaagd worden door de beelden aan de ramp die ze overleefden?
Zulke vragen verouderen nooit en zullen ook gesteld zijn na de nacht van woensdag 23 januari 1974. Toen kwamen 23 internaatjongens om het leven tijdens een heftige brand in de slaapzaal van het internaat van het Heilig Hart-College van Berkenbos (Heusden-Zolder). De stemmen die over dit nieuws moesten berichten, trilden. Jonas Van Thielen gebruikt die zindering van een door emoties overmande stem meesterlijk in deze solo, geflankeerd door muzikanten Bert Hornikx en Myrthe Luyten. Op een heel ordentelijke manier vertelt hij het gruwelverhaal, chronologisch en telkens vanuit andere standpunten: de brandweerman die zich aan de dakgoot optrekt om toch maar te proberen bij de slaapzaal te geraken, het slachtoffer wiens verbrande handen altijd zullen blijven reiken naar hulp, de achtergebleven ouder die even gehavend is als het slachtoffer met de brandwonden. Van Thielen heeft niet meer nodig dan wat rekwisieten (van een brandweerpak tot een schaaltje met chocoladerepen), een andere lichaamshouding, een andere blik én een andere stem om compleet te transformeren. In transformeren is hij een krak, die Van Thielen. U kent hem als de man die tijdens De Laatste Show cruciale Hollywoodscènes naspeelde, in het bijzijn van de Hollywoordster die hij imiteerde. Maar hij zet zijn talent hier subtieler en daardoor indrukwekkender in dan ooit. Het knap parcours dat hij tot hiertoe aflegde, lijkt haast een oefenmatch geweest te zijn voor wat hij nu klaarspeelt. Hij speelt ingetogen, sober en is heel karig met grapjes die gretig door het publiek geconsumeerd worden. Gretig maar ook dankbaar dat het er niet meer zijn, dat verdraagt dit verhaal niet.
Wat dit verhaal wél had verdragen, is een iets steviger context. Er worden lijntjes uitgezet naar de politiek, naar het mogelijke kindermisbruik, naar de te conservatieve maatschappij. Die lijntjes hadden iets sterker kunnen aangezet worden, net zoals de textuur van de muziek iets rijker had gekund.
Al past de muzikale soberheid wel bij het gehele concept van dit stuk: het verhaal met zo weinig mogelijk franjes vertellen. Op locatie. Dat had oorspronkelijk de school moeten zijn. Door praktische omstandigheden werd dat ‘De Verdieping / ZLDR Luchtfabriek’ (een knap gerestaureerde mijnsite in Zolder), want de mijnwerkers waren indertijd een van de eersten die op de hoogte waren van de brand en de zware dodentol. Op de tweede etage timmerde het nieuwstedelijk een houten box te midden de zware metalen katrollen en kolenbakjes. Het ziet er niet uit. Maar het voelt exact zo beklemmend als die kleine houten hokjes – chambrettes – gevoeld moeten hebben waarin de slaapzaal verdeeld was. Elke leerling sliep in zo’n hokje. In de box ligt in een hoek een enorme, zwarte rubberen bal. Een prachtige verbeelding van het donkere verdriet dat altijd in een hoekje op de loer ligt.
Vuur is de eersteling van het nieuwstedelijk. Oorspronkelijk zou het een creatie van De Queeste zijn. Nu is voelbaar hoe binnen deze productie voor het eerst de handen in elkaar geslagen worden. De Queeste gooit zijn expertise in het minutieus uitspitten van lokale verhalen in de strijd, Braakland zet er zijn knowhow over muziektheater en maatschappelijke reflectie tegenover. Ze vinden elkaar nog schuchter maar overtuigend in dit aangrijpend Vuur dat een rakend tijdsdocument is van deels vervlogen tijden. Deels, ja. Want machthebbers blijven hun macht misbruiken en branden blijven jonge levens verkolen en slaan de samenleving telkens met verstomming. Gelukkig zijn er dan theatermakers. Zij vinden op zulke kwetsbare momenten de juiste, sterkende woorden. Zij wel.
Els Van Steenberghe
(*) Intussen is ook de kleuter overleden.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier