Voorstelling - The Wild Stage
Regisseur - Aïda Gabriels
Gezelschap - Muziektheater Transparant / oester
Locatie - /
Cast - Casper Clausen, Mustav Ahmeti, Matteo Sedda, Pieter Theuns, Timo Tembuyser, Jon Birdsong, Adriaan De Roover, Rob Hayden
Aïda Gabriëls levert met The Wild Stage een voorstelling af die muzikaal beklijft maar op vlak van spel, songwriting en dans onvolgroeid is.
Persmappen zijn handige dingen om je ervan te vrijwaren dat je de namen van alle medewerkers correct spelt. Heel soms is zo’n persmap een sleutel tot een voorstelling. Dat is nooit goed nieuws. Als het verhaal, de ‘boodschap’ of het thema van een voorstelling pas tot je doordringt na het uitpluizen van het persverhaaltje dan schort er wat aan het stuk. Dat is, helaas, aan de hand bij The Wild Stage.
TROMPETTIST JON BIRDSONG OPENT OP Z’N MOOIST
De setting van The Wild Stage is nochtans prachtig. Tegen een zilveren wand – het lijkt een landschap van verkreukeld en terug gladgestreken zilverpapier – geven muzikanten Casper Clausen, Pieter Theuns, Jon Birdsong, Timo Tembuyser en Adriaan De Roover plus performers Mustav Ahmeti Matteo Sedda en Rob Hayden het beste van zichzelf in donkere kostuums met elegante, groene glinsteraccenten.
Het is trompettist Jon Birdsong die de voorstelling machtig mooi opent. Nadien vervoegen collega’s Casper Clausen, Pieter Theuns, en Adriaan de Roover hem. De muzikanten omhullen de zang van Timo Tembuyser met melancholische klanken. Dit klinkt niet toevallig als de release van een introspectief singer-songwriteralbum. Maar dan mét extra dans en in een oogstrelende setting.
Cruciale vraag: wat dansen de dansers? Het eerlijkste antwoord: geen idee.
Cruciale vraag: wat dansen de dansers? Het eerlijkste antwoord: geen idee. Muzikanten en performers spelen en dansen rondom een hart van wit gips dan boven het podium hangt. Dat blijkt het hart van – persmap-alert! – Jim Mahoney, het hoofdpersonage uit Aufstief und Fall der Stadt Mahagonny, de opera van Kurt Weill en Bertolt Brecht uit 1930. Er is weinig van die opera terug te vinden in deze voorstelling. Behalve dit: de muziek is even aanstekelijk.
The Wild Stage is een gewaagd, knap antwoord – of beter: een heel inventieve remake – van de opera. Maar het blijft ontzettend jammer dat de voorstelling er in haar eentje – dus zonder uitleg vooraf of nadien – niet in slaagt om dit aan de toeschouwer duidelijk te maken. De songs gedragen zich als poppy uitingen – helaas mét ‘zwakzweverige’ lyrics als ‘Show me the waiting, what’s the waiting’ – van een naar rust snakkende ziel. Wie snakt niet naar rust anno 2023? Wie wil niet even vluchten uit de rush? De muziek is prachtig, de lyrics zijn zo efemeer dat ze weinigzeggend worden.
Gabriëls bewees vorig jaar met het bijzondere Dance of the Seven Veils dat ze gretig een nieuwe goudader in het muziektheater aansnijdt door klassiekers – toen: de legende rond Salomé – in een heel hedendaags, poppy jasje te hijsen. Muzikaal en visueel is ook deze productie opnieuw veelbelovend. Maar de dramaturgie mankt. Ferm. Door simpelweg nergens – noch in de muziek, noch in de teksten – eventjes te verwijzen naar haar inspiratiebron, verwijdert Gabriëls een pijler waarop haar voorstelling rust. Zo houdt ze haar publiek weg van de betekenis die verstopt zit achter de schoonheid van het spel, de zang en de dans. Zo zonde.
The Wild Stage van Muziektheater Transparant en oester reist deze maand langs Brugge, Antwerpen, Mechelen en Hasselt. Alle info: oester.club en transparant.be
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier