Voorstelling - Ode to a Love Lost
Regisseur - Benjamin Abel Meirhaeghe
Gezelschap - Toneelhuis
Locatie - /
Cast - Désirée Cerocién, Finn Ronsdorf, Jelle Haen, Benjamin Abel Meirhaeghe
Regisseur en contratenor Benjamin Abel Meirhaeghe rekent af met liefdesverdriet met Ode to a Love Lost. De voorstelling is zijn debuut als maker van het Antwerpse Toneelhuis.
Eerst en vooral, noteer: Finn Ronsdorf. Dit is de naam van een Berlijnse singer-songwriter. Vanachter de vleugelpiano op het podium van Ode to a Love Lost geeft hij het publiek vleugels. Meer zelfs: de voorstelling ontleent haar titel aan zijn song Ode to a Love Lost. Die song brengt hij ook tijdens de show.
Helaas ontbreekt de dans alles wat de beginscènes wél bezitten: focus, finesse, scherpte, emotionele zindering, betekenisvolle betekenisloosheid.
Over naar die show. Meirhaeghe en zijn vier performers spelen de voorstelling in wellicht het allermooiste en meest imposante decor van het jaar. Overdrijven we? Geen letter. Stel je voor. Je zit in de Bourla. Het brandscherm is neergelaten. Ineens hoor je een schetterend geluid dat je amper kan omschrijven. Het klinkt eerst als een zwerm paniekerige vogels. Het geluid zwelt aan. Je spitst de oren nog meer. Je denkt minstens een miljoen holle stalen buizen te horen die tegen elkaar kletteren. Oei. Kan dat? Jazeker. Enter decorontwerpers Bart Van Merode en Zaza Dupont. Zij ontwierpen een gigantische windgong bestaande uit een zee van smalle stalen buizen die boven het podium hangen en kletteren van zodra de wind tussen hen in speelt.
Met een beetje verbeelding doet het geluid je denken aan een hart dat verbrijzelt. Die openingsscène is verbluffend mooi. Je ziet de windgong, het immense lichtgroene tapijt op het podium en de zwarte vleugelpiano. Ronsdorf komt op, gaat zitten en zingt zich je hart in. Alweer: prachtig. Vervolgens komt Meirhaeghe op. Vóór de voorstelling begroette hij, uitgedost als eenzame Oscar Wilde, het publiek met vriendelijk geknik en gelach. Nu, tijdens de voorstelling, draagt hij een sobere zwarte broek, hemd en blazer. Zijn ogen laten de zaal geen seconde los, zijn lichaam beweegt heel zacht en rustig op de melodie en weg van de piano.
Mogen we dat bewegen ‘dansen’ noemen? Natuurlijk. Maar helaas ontbreekt die dans alles wat de beginscènes wél bezitten: focus, finesse, scherpte, emotionele zindering, betekenisvolle betekenisloosheid. Ook performers Jelle Haen en Désirée Cerocién weten ondanks hun imposante présence niet voluit te beklijven.
Meirhaeghe verklankt en visualiseert de doelloosheid die je overvalt wanneer je hart aan diggelen aan je voeten ligt. Dat beeld beklijft maar de variaties op dat beeld zijn te summier om anderhalf uur lang te beklijven.
Meirhaeghe verklankt en visualiseert de doelloosheid die je overvalt wanneer je hart aan diggelen aan je voeten ligt. Dat beeld beklijft maar de variaties op dat beeld zijn te summier om anderhalf uur lang te beklijven. Pas wanneer Meirhaeghe zijn muze erbij haalt – de muziek – gloeit Ode to a Love Lost, met dank aan, onder meer, Robbie Basho’s Blue Crystal Fire of Prélude à l’après-midi d’un faune van Debussy én Ronsdorf die de voorstelling een onvergetelijke gloed geeft.
Deze voorstelling is Meirhaeghes Toneelhuisdebuut. Meirhaeghe toont zich ten volle als een integer maker die zonder schroom intiem en kwetsbaar op de grootse scène prijkt. Dat hij op die scène ook troosteloze stilte en doelloosheid laat zinderen, is moedig. Maar zijn scenografen en muzikant tonen dat een grootse scène ook groots spel vergt. Daar zet Meirhaeghe iets te zuinig op in.
Ode to a Love Lost van Toneelhuis reist tot 8 maart 2023 door Vlaanderen en Nederland. toneelhuis.be
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier