Voorstelling - Grind
Regisseur - Ineke Nijssen
Gezelschap - Kommil Foo
Locatie - /
Cast - Mich Walschaerts, Raf Walschaerts
Eindelijk draven de broers Walschaerts het podium op met nieuw materiaal. Naast hun gitaar, viool en vleugelpiano stoeien ze met een stalen stoel en houten blokken. Grind is ‘vintage Kommil Foo’. Perfect gezongen en gespeeld. Niet vernieuwend, wél hartverwarmend.
‘Oei, wat is er gebeurd?’, klinkt het plots op het podium. De voorstelling is flink op kruissnelheid als een toeschouwer op de eerste rij onwel wordt. Terwijl de security en een dokter helpen, kijken de broers Walschaerts geschrokken toe.
De verzorging gaat verder buiten de zaal. The show must go on. Ineens zie je de persoonlijkheid van de broers, zonder verhullende spots of sketches. Het is de jongste (Mich) die de eerste zet geeft: ‘Dames en heren, het komt goed. Dus we kunnen weer verder, denkt u ook niet?’ De oudste knikt, gaat zijn gitaar halen, draait zich om en grijnst: ‘Uw grap over beffen in Berlijn is nog nooit zo slecht gevallen, hè?’ De zaal giert het uit. Pure ontlading.
De broers vertolken hun schuifelende grootouders met ontroerend veel tederheid en humor
Voilà. Daarom vertellen we dit. De broers zijn gewiekst in het subtiel forceren van ontlading. Grind draait rond scènes uit hun leven – en dat van hun ouders – waarin de spanning zich opbouwt. Muziek of humor zorgen telkens voor de ontlading.
Het duo neemt ons mee naar het begin van hun bestaan: het moment waarop hun grootvader en zijn broer met de blokken spelen, ergens in het hart van Antwerpen. Vervolgens zitten we achterop de fiets van vader Walschaerts tijdens de ontmoeting met moeder Belinda aka Christiane. We rijden mee in vaders knalgele Ford. Nadien belanden we op restaurant met een niet altijd even galante Mich. Wanneer we bij hun schuifelende grootouders verzeild raken – die de broers met ontroerend veel tederheid én humor vertolken –, is er niemand in de zaal die niet aan zijn eigen grootouders denkt.
De ogenschijnlijk ontspannen flair waarmee de twee over de scène flaneren en vlot van de ene scène naar de volgende song schakelen – secuur geregisseerd door Ineke Nijssen –, zorgt voor een gemoedelijke sfeer.
Bovendien weten de heren hoe ze hun zielenroerselen zo moeten brengen dat het ieders zielenroerselen worden. Terwijl de gespeelde scènes vooral guitig en illustratief zijn voor hun avontuurlijke levenswandel, zijn de songs er om uit te zoomen. Tijdens het prachtige Jongen van vier zit iedereen oog in oog met zijn vierjarige zelve. De song De man die huilt om zijn vrouw is secondelijm voor elk gebroken hart. En dat geldt evengoed voor Laat mij je handen zijn.
Tijdens het prachtige Jongen van vier zit iedereen oog in oog met zijn vierjarige zelve.
Intussen worden er lachsalvo’s geoogst met Mich’ imitaties van bronstige vogels – Mich en zijn vrouw zijn, op advies van Raf, op documentaire-therapie (meer verklappen is zonde) – of de tuinman die de tuin jaarlijks kwam omspitten. Ook enkele pijnlijke familieverhalen worden gedeeld.
Het maakt Grind niet tot de meest vernieuwende Kommil Foo-worp maar wel tot een erg integere, doorvoelde en speelse show. Je gaat naar huis zoals je huiswaarts keert na een avondje met beste vrienden: je hebt goed gelachen, ook wat gehuild, zot gedanst. Je krijgt geen zakje met lekkere overschotjes mee naar huis. Wel een gelucht hart, helemaal ontladen, vol guitige (levens)wijsheden.
Grind van Kommil Foo tourt tot volgend seizoen door de Lage Landen. kommilfoo.be
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier