Nico Sturm: ‘Ik had zo’n goede vader. Ik probeer dat ook te zijn’
Nico Sturm maakte samen met Hugo Matthysen Macadam, een revue vol hoop en dansende lijven.
Sinds het heengaan van Reinhilde Decleir leidt Nico Sturm het sociaal-artistieke gezelschap Tutti Fratelli. De man doet zijn achternaam eer aan. De acteur, regisseur en scenarioschrijver – bekend van onder meer Wat als? – stormt van de ontbijttafel naar de opnamestudio, de filmset en de bühne. Daar werkt hij nu aan Macadam voor Tutti Fratelli.
Waarom koos je die titel?
Nico Sturm: Ken je het stapliedje (zingt) ‘macadam macadam en steenweg’? Bij ‘macadam’ stap je vooruit, bij ‘steenweg’ achteruit. Dat is een metafoor voor het leven. Ook al wil je vooruit, je dromen tegemoet, soms ga je achteruit. En dan lijken je dromen zo onbereikbaar als een horizon. Ik heb aan alle spelers tachtig vragen over hoop gesteld. Met hun antwoorden trok ik naar Hugo Matthysen. Tijdens het consumeren van liters koffie gaf hij geestige scènes een scherp randje. Hij schreef bijvoorbeeld een stukje over een pet die zorgt dat je au sérieux wordt genomen. Met de geweldige eenmansband van Laurens Dierickx monteren we de scènes tot een revue die je doet lachen, slikken én de hoop terugvinden.
‘Ik probeer mijn spelers de beste biotoop te geven om te helen.’
Geloof je dat theater dat kan?
Sturm: Ja. Ruth Lasters schreef onlangs een prachtig stadsgedicht over ons. Ze beschrijft hoe dit huis als een scheepstouw is, waar mensen zich aan kunnen optrekken. Uit hoe meer koordjes een touw bestaat, hoe steviger het is en hoe meer kracht je eruit kan putten. Tutti Fratelli is daar een schoolvoorbeeld van.
Je hebt drie kinderen. Waaruit put jij voor hen hoop in deze bewogen tijden?
Sturm: Uit hen. Telkens wanneer een kind ter wereld komt, wordt hoop geboren. (zwijgt) Vorige zomer overleed mijn papa. Ik had zo’n goede vader. Op zijn rouwkaartje stond een citaat uit The Muppet Show: ‘It’s nice to be important. But it’s more important to be nice.’ Ik probeer dat ook. Thuis en op mijn werk. Mijn kinderen probeer ik de beste biotoop te geven zodat ze kunnen opgroeien tot goede mensen. Mijn spelers – die bij ons verzeilen omdat ze even de weg kwijt zijn – probeer ik de beste biotoop te geven om te helen. Samen spelen, zingen, babbelen en eten helpt. We doen niets speciaals. Behalve oprechte, zorgzame aandacht geven aan elke mens en zijn verhaal, en daar onze verbeelding op loslaten. Bij Macadam zorgt dat voor een stuk waarin lijven centraal staan. We dansen tot de wanhoop swingende hoop wordt. Het wordt héél plezant.
Macadam
10-12.01 in De Roma, Antwerpen, daarna op tournee.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier