Komiek Arnout Van den Bossche ontsnapte aan een burn-out: ‘Na vijf slechte try-outs zit je heel, heel diep’
Met zijn nieuwe voorstelling Burn-out voor beginners raakt Arnout Van den Bossche een maatschappelijk probleem aan dat ook zijn eigen leven beheerste. ‘We nemen een voorprogramma mee, vaak om niet alleen te hoeven zijn.’
Na 400 voorstellingen van zijn debuutshow De relatiefluisteraar en een emotioneel zware periode heeft comedian Arnout Van den Bossche een nieuwe voorstelling klaar. In Burn-out voor beginners neemt hij de bedrijfscultuur op de hak die hij zo goed kent vanuit zijn verleden als consultant: ellenlange e-mailconversaties, nutteloze meetings en bazen die hele dagen doordraven over objectieven en challenges. Daarover vertellen doet hij als de verpersoonlijking van het milieu waarmee hij spot: een keynote speaker, in pak, mét flipover en knullige powerpointpresentatie.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Een unieke vertelvorm, zeker in de Vlaamse comedy. ‘Ik ben een visuele denker. Ik kan een assenstelsel tekenen en daar iets bij zeggen, ik kan met wat pijlen en vierkanten een verhaal opbouwen, maar verbaal ben ik niet sterk’, zegt Van den Bossche, ingenieur van opleiding.
Bij Humo keken ze dan ook raar op toen de Oost-Vlaming in 2009 hun Comedy Cup won. ‘De andere kandidaten stonden daar in jeans en T-shirt, een pint in de hand. Ik kwam recht van het werk en had m’n kostuum nog aan. Maar dat is hoe ik ben. De essentie van comedy is authenticiteit. Je kan zaken uitvergroten, maar je kan je niet fundamenteel anders voordoen.’
Hoe rolt een consultant in het vak van stand-upcomedian?
ARNOUT VAN DEN BOSSCHE: ‘Hoegaarden organiseerde een tournee in al haar cafés met comedians, in een tijd toen dat woord nog niet bestond in België. Het marketingbureau dat erachter zat wilde niet te veel geld uitgeven. In plaats van Engelse stand-uppers te laten overkomen, lieten ze een Nederlandse acteur een cursus geven aan een paar jonge gasten, onder wie ik. Later speelde ik het voorprogramma van de improvisatieavonden van The Lunatics in Gent. Enkel mijn benzine werd terugbetaald, maar het was wel de fun die ik nodig had om mijn job te overleven.’
‘Ik deed interessante jobs bij bedrijven als Belgacom en Siemens, maar de omgeving was vreselijk. Ik zat van negen tot zes meetings te organiseren met vijftien mensen, van wie ik wist dat ik er minstens tien nooit meer zou zien. Elke taak was verdeeld onder acht mensen, geen steen kreeg ik er verlegd. De projecten sleepten er zo lang aan dat niemand na een jaar nog wist wat er gevraagd was. De persoon die het vroeg, werkte er meestal niet meer tegen die tijd (lacht).’
In eerste instantie was comedy dus een vorm van verlichting. Hoe evolueerde dat naar een last?
VAN DEN BOSSCHE: ‘Na de Comedy Cup nam ik loopbaanonderbreking. Ik wilde niet het gevoel hebben dat ik het niet geprobeerd had. Ook al duurde het maar zes maanden, ik zou toch zes maanden plezier hebben gemaakt.’
‘Maar na die zes maanden wilde het bedrijf waar ik werkte mij niet meer en werd comedy mijn beroep. Het eerste jaar leefde ik op wolkjes, maar daarna sloop de routine erin. Ik speelde soms drie keer per dag. Mijn leven was leeg: in de file naar een optreden, spelen en na het optreden altijd dezelfde vragen krijgen van fans. Die vroegen naar een nieuwe show, maar ik had geen idee waar ik de inspiratie vandaan moest halen.’
‘Ik begon te vereenzamen, zocht geen mensen meer op. Ook privé begon ik naast mijn vrouw te leven. Ik kwam om twee uur ’s nachts thuis, als zij al sliep. Als zij thuiskwam van haar werk, was ik alweer weg. Ik ging ook solo optreden met mijn zaalshow en zag zo geen collega’s.’
Kreeg je van hen veel steun?
VAN DEN BOSSCHE: ‘In het begin van mijn carrière wel. Toen speelde ik veel korte optredens in jeugdhuizen. Dat is fantastisch: frietje eten, pintjes drinken in de backstage en proberen zo gevat mogelijk te zijn met de andere comedians in de line-up. Over emoties praten doe je dan wel niet.’
‘Nu ik er zelf mee naar buiten kom, merk ik dat andere comedians er ook last mee hebben. Er is een reden waarom veel comedians een voorprogramma meenemen voor hun volavondshow. Zogezegd om de zaal op te warmen, maar vaak is dat om niet alleen te hoeven zijn.’
Pas kwam er nog een film uit over een depressieve komiek, Everybody Happy. Robin Williams stapte uit het leven en was depressief. Wat maakt komieken zo kwetsbaar voor mentale problemen?
VAN DEN BOSSCHE: ‘Je staat helemaal alleen op het podium. Van een optreden krijg je enorm veel adrenaline, maar je komt wel ’s nachts thuis in een huis waar iedereen slaapt. Je gaat dus van een hoge, extatische piek naar een dal van eenzaamheid. Er is ook de creatieve onzekerheid: kan ik het wel? Als je vijf slechte try-outs doet, dan zit je diep, heel diep.’
‘Van een optreden krijg je enorm veel adrenaline, maar je komt wel ’s nachts thuis in een donker huis waar iedereen slaapt’
‘Prestatiedruk speelt ook mee. Als je een goede show hebt, moet de volgende minstens zo sterk zijn. Maar mijn eerste voorstelling schreef ik na mijn uren, ik had geen idee hoe ik fulltime aan een show moest werken.’
Komt die prestatiedruk ook van tv-programma’s waarin comedians vandaag aan de lopende band grappig zijn?
VAN DEN BOSSCHE: ‘In programma’s als De slimste mens fungeren comedians louter als humorfabriekjes, aapjes die een grapje maken telkens je aan hun staart trekt. Pas op, je moet dat kunnen hè, maar het is niets voor mij. Slechts weinig comedians zijn grappig als je ze in een vreemd format dropt. Komieken willen net hun eigen wereld creëren.’
‘Ik voel dat die tendens aan het keren is. Mensen geraken het beu, hebben nood aan iemand die het goed kan verwoorden zonder constant naar die lach te hengelen. Michael Van Peel zegt soms ook gewoon rake dingen, die geen lach krijgen, maar een applaus. Dat geeft mij hoop. Ik wil mijn ego niet op tv krijgen.’
In Burn-out voor beginners zeg je dat onze bedrijven de verkeerde kant uitgaan.
VAN DEN BOSSCHE: ‘De speelsheid, de humor en de nieuwe ideeën gaan eruit. In de plaats heerst er een tirannie van controle en evaluatie. Elk woord en elke muisbeweging wordt gemonitord. Op die manier wordt werken een sleur.’
‘Het vertrouwen is weg, de loyaliteit ook. Als vroeger een werknemer een ziek gezinslid had of nog snel een kerstcadeautje moest gaan kopen, zeiden zijn collega’s tegen de baas dat die even op toilet zat. Dat werd met de mantel der liefde bedekt. Nu is er zelfs amper ruimte voor een babbel, wel voor meetings en e-mailconservaties waarin je na achttien reply-to-alls nog steeds het antwoord op je vraag niet kent.’
‘De generatie leidinggevenden die nu opkomt, kent de bedrijven die ze leiden niet meer. Als ze riooldeksels kunnen verkopen, kunnen ze ook een komiek verkopen, luidt hun redenering. Ik durf te wedden dat de toplui die duizenden mensen hebben ontslagen bij ING de laatste twee jaar geen bankkantoor van binnen hebben gezien. Men gelooft heilig in de digitalisering, maar de vakkennis moet daarvoor sneuvelen.’
Werkbaar werk is een van de speerpunten van de federale regering. Kan, en moet, de overheid daar een rol in spelen?
VAN DEN BOSSCHE: ‘Werkgevers moeten oog hebben voor de menselijke relaties binnen hun bedrijf. Daar heb je geen overheid voor nodig. Je kan regels uitwerken over burn-outprogramma’s voor werknemers, maar die gaan niet helpen. Vermenselijking kun je niet aansturen door regeltjes.’
‘Je ziet wanneer iemand op de rand van een burn-out staat: troebele ogen, opvliegendheid, cynische opmerkingen… Als werkgever moet je daarover kunnen praten. Dat is niet gemakkelijk, want iemand die een burn-out voelt opkomen, steekt die gemakkelijk weg. Veel mensen spelen komedie op het werk. Het gaat goed goed goed, ze zijn zogezegd gewoon een beetje moe… Maar mensen zitten niet zo in elkaar.
Wat heeft u geleerd uit uw moeilijke periode?
VAN DEN BOSSCHE: ‘Luisteren naar de symptomen. Ik weet nu wat ik moet doen om niet in dezelfde val te trappen; Dat is vaak het omgekeerde van wat ik op automatische piloot zou doen. Als het slecht gaat en ik normaal wat doelloos zou scrollen op het internet, ga ik nu op café. Als ik mij lui voel, ga ik joggen. Ik denk dat dat voor veel mensen kan werken. Als je gedreven bent door geld, doe dan vrijwilligerswerk. Als je tijd verliest door je smartphone, gooi hem weg en koop een goedkoop toestel.’
‘Maar uiteindelijk moet je het zelf doen. Je hebt zelf een burn-out en moet zelf keuzes maken. Hoe dieper je zit, hoe moeilijker dat wordt.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier