Komiek Jan Linssen is een sloef

Dat zegt hij althans zelf. Maar wees gerust: ‘Níét op het podium.’

Solo debuteert hij nu met Sloef? maar als brainstormpartner en vaste voorprogramma van Kamal Kharmach gaat hij al jaren mee. Daarnaast schreef hij grappen voor De rechtvaardige rechters (Radio 2) en Taboe (VRT 1).

Iets minder voor de hand ­liggend: jarenlang baatte hij met zijn vader en broer een zandstraalbedrijf uit. De combinatie leverde af en toe ­ongemakkelijke gesprekken op, ­zoals met de manager van Philippe Geubels, die niet geïnteresseerd was in Linssens moppen maar wél in de prijs van een zandstraalbeurt.

Hoe gaat het met die klus in het huis van Geubels’ manager?

Jan Linssen: (lacht) Hij heeft een buiten­luikje als test laten zand­stralen maar daarna hebben we er niks meer van gehoord. Geen ­probleem, werk genoeg.

Intussen ben ik wel uit het familie­bedrijf gestapt om me toe te leggen op comedy, meer bepaald op 1 maart 2020! Qua gevoel voor timing kon dat tellen. Ik droom al heel mijn leven van het podium. Als kind was ik in de klas de flauwe plezante. Bij de KSA ­organiseerde ik de bonte avond. En als twintiger genoot ik van optreden met mijn metalband The Dying. In 2011 heb ik de wedstrijd Comedy Mania van de provincie Limburg gewonnen. Vanaf toen werd de zandstraler steeds meer moppentapper.

Je show heet Sloef? Ben je een sloef?

Linssen: Ja. Ik kan nooit nee zeggen. Vraagt mijn vader om in het familiebedrijf te stappen, ook al liggen mijn dromen elders, dan zeg ik: ‘Oké!’ Wil mijn zoontje extra snoep? Oké! Zo hebben mijn ouders me opgevoed. Moeder is leerkracht en vader is een ondernemer die op feestjes graag Dorus imiteert, het typetje van ­wijlen de Nederlandse cabaretier Tom ­Manders. Gelukkig kan ik lachen met mezelf. Onlangs ben ik gescheiden. Ook nu helpt humor.

Zijn we hier getuige van een midlifecrisis?

Linssen: (gniffelt) Er zijn symptomen maar ik heb nog geen moto gekocht! Ik sta wel op een punt in mijn leven waarop ik besef dat ik gewoon mezelf moet durven te zijn. Een tijd ­geleden speelde ik in de gevangenis van ­Oudenaarde. Mijn technieker was Hans Van Themsche… Toch heb ik ook tijdens die show mijn harde mop over hem verteld. Ja, ik ben een sloef. Maar niet op het podium, en ook niet in Sloef?