Eind november 2015. Elke Brusselaar krijgt de raad binnen te blijven. Bijna elke Brusselaar volgt die raad op. Behalve de Brusselaars van Compagnie Forsiti’A. Net door die raad willen ze absoluut in première gaan met C’est pas parce que tu t’arrêtes de pédaler que ton vélo va s’arrêter.
The Play = C’est pas parce que tu t’arrêtes de pédaler que ton vélo va s’arrêter
Gezelschap = Forsiti’A
In een zin = Dit is sociaal-artistiek theater op z’n best: het vindt de perfecte vorm om de buurtbewoners even integer als ijzersterk op de scène te plaatsen en hen een statement te laten maken dat verwarmt.
Hoogtepunt = Het moment waarop Hans Van Cauwenberghe naar zijn zingende groep kijkt en haast begint te huilen van blijdschap en ontroering. En niemand uit het publiek vindt dat raar. Integendeel.
Meer info: www.forsitia.org De voorstelling wordt hernomen op 22 en 23 februari 2016. Ook Iedereen Beroemd besteedt aandacht aan de voorstelling.
28 november 2015. Het terreurniveau in Brussel is – na enkele dagen op niveau vier – naar niveau drie gedonderd. Wat betekent dat naast de gewapende soldaten ook de gewone burgers weer de straat op mogen. Dus trekken we naar een sociaal-artistiek project in GC De Markten, hartje Brussel. Om er te geraken, passeren we een indrukwekkende politiecontrolepost, tal van militairen en een grote groep politiemensen die, samen met hun honden, de kerstmarkt blauw kleuren. ‘A hellhole!’, zou Donald Trump verschrikt uitschreeuwen. Zever.
Want achter die façade van machtsvertoon ging en gaat nog steeds een stad schuil die voorlopig niet kan meedingen naar de prijs voor de mooiste en properste stad ter wereld maar wél naar de prijs voor de kleurrijkste stad ter wereld met het grootste aantal hartverwarmende initiatieven per vierkante kilometer om elke stadsbewoner zich thuis te laten voelen in deze smeltkroes van culturen.
Een van die initiatieven is het theatergezelschap Forsiti’A, vernoemd naar het felgele bloemetje dat de lente aankondigt en ontstaan uit de samenwerking van Gemeenschapscentrum De Markten en Hobo, een dagcentrum voor thuislozen. Voor hun 2015-creatie sloegen ze de handen in elkaar met acteur/regisseur/muzikant Hans Van Cauwenberghe, actrice en muzikant Ciska Thomas en contrabassist Otto Kint. Dat trio ging aan de slag met 25 performers. Vijfentwintig, jazeker. Terwijl de meeste regisseurs bij zulk een aantal performers vertwijfeld in de haren krabben, stroopten de drie hun mouwen op en vroegen hun performers – afkomstig uit alle hoeken van de wereld en alle lagen van de bevolking – naar hun liefde voor hun stad en voor het leven. Of waarom die liefde ontbreekt (of wankelt). Uit die verhalen puurden ze vijftien songs, gecomponeerd als een traditionele gospelsong. Een iemand zingt voor of vertelt zijn verhaal en vervolgens valt de ganse bende troostend of opmonterend in. Wie nu aan de haast uitzinnige beelden van, bijvoorbeeld, het zusterkoor uit Sister Act denkt, hold your horses! De schoonheid van deze voorstelling schuilt in de breekbaarheid ervan.
Dit is sociaal-artistiek theater op z’n best: het vindt de perfecte vorm om de performers even integer als ijzersterk op de scu0026#xE8;ne te plaatsen en hen een statement te laten maken dat zowel mens als maatschappij verwarmt.
Hier geen straffe stemmen die vibrerend omhoog klimmen, de ramen doen trillen en onze trommelvliezen bol laten staan. De zang klinkt luid omdat iedereen – opgesteld als een klein, hecht koor, geflankeerd door de drie muzikanten / regisseurs – uit volle borst zingt. Maar die borsten zijn broos. Hier wordt verteld en gezongen over gelukkig proberen te zijn maar daar niet in slagen omdat je, bijvoorbeeld, volgens jouw ouders het recht niet hebt om gelukkig te zijn. Of over ervoor zorgen dat je altijd rustig in een pak en met hippe bril over straat wandelt, ‘want een rennende zwarte die sjofel gekleed gaat wordt sowieso door de politie gecontroleerd’. En wie denkt dat een dakterras dat uitkijkt op nog meer dakterrassen niet gezellig kan zijn, wordt al zingend op het tegendeel gewezen.
Dit zijn performers wiens lichamen sporen dragen van het lijden dat het leven soms is. Op hun gezichten, in hun blik, in de manier waarop ze staan of zitten. Ze spreken Frans, Nederlands, Engels en tal van andere talen. Maar Brussel is ondanks alles hun thuis, dankzij elkaar. Ze staan zij aan zij en ze zingen het verdriet en de somberte uit hun hart. De oprechtheid waarmee ze zingen en (voorzichtig) dansen, doet zelfs bij de meest cynische en terughoudende toeschouwer een milde glans in de ogen verschijnen.
Dit is sociaal-artistiek theater op z’n best: het vindt de perfecte vorm om de performers even integer als ijzersterk op de scène te plaatsen en hen een statement te laten maken dat verwarmt. Zulk theater is broodnodig: het verenigt in bewondering voor elkaar én het bewijst dat Brussel brandt. Van vuur. Levensvuur, geen hellevuur.
Smaakmaker:
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
en
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Els Van Steenberghe
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier