‘Dat vagina­schilderij was niet louter decoratief’: onze man ging voor het eerst naar de opera

© Matthias Baus
Tobias Cobbaert

Onze redacteur Tobias Cobbaert heeft meer met modder in Dour dan met het pluche van een chique schouwburg. Wij verplichtten hem een kostuum aan te trekken en stuurden hem naar de opera. Voor het eerst in zijn hele leven.

Ik hou van culturele extremen: geef me ofwel groteske bagger, ofwel hoog­staande, ‘moeilijke’ kunst. In het tweede geval heb ik het vooral over ­experimentele muziek, avant-gardefilms of postmoderne romans die kilo’s wegen. Maar van de échte highbrow ­cultuur, die zich afspeelt in schouw­burgen, blijf ik doorgaans weg. Deels omdat er nu eenmaal weinig tijd is in een mensenleven, deels omdat het me allemaal nogal stoffig en elitair lijkt.

Dat was buiten mijn baas gerekend. ‘Tobias, we gaan jou voor het eerst in je leven naar de opera sturen. Met zo ­weinig mogelijk voorkennis, om alles over je heen te laten walsen.’


Op 14 juni deed ik dus iets wat niet op mijn bucketlist stond: ik trok een ­kostuum aan voor de première van de opera Turandot, geschreven door de exact ­honderd jaar geleden in Brussel overleden Giacomo Puccini. Een eeuw later wordt het stuk in diezelfde stad naar De Munt gebracht door Christophe Coppens, de voormalige mode­ontwerper die in 2017 ook hier zijn debuut als operaregisseur maakte met Foxie!

○○○

‘Om toch al iets te verklappen’, vertrouwt de man die me naar het ­inleidende persmoment voert me toe, ‘De Munt doet niet aan traditionele voorstellingen maar probeert stukken altijd in een her­werking te steken. Onze filosofie is dat het ­weinig zin heeft om opera’s op te voeren zoals ze al honderden keren getoond zijn.’ Misschien wordt het allemaal ­spannender dan ik me voorstelde. Sla al die clichés maar aan diggelen!


Het dure glas champagne dat me in de handen geduwd wordt, is alvast nogal stereotiep.

Sla al die clichés maar aan diggelen! Al is het dure glas champagne dat me in de handen geduwd wordt nogal stereotiep.


Tijdens de inleiding voel ik me een vis op het droge. Niet alleen vanwege mijn ongebruikelijk deftige kleding en de champagne, maar vooral omdat ik omringd word door mensen die wél weten waarover ze spreken. Wanneer Munt-­directeur Peter de Caluwe ­iedereen verwelkomt op de laatste voor­stelling van ‘een seizoen waarin we elkaar vaak ­gezien hebben’, sta ik schaap­achtig te ­lachen. Net als wanneer even later ­andere journalisten vragen vol ­technische operatermen stellen.

Het stuk, zo laat ik me ­vertellen door regisseur Coppens, speelt zich af in China, waar de felbegeerde ­prinses Turandot woont. Velen dingen naar haar hand, maar om die te ver­dienen moeten ze drie raadsels ­oplossen. Slagen ze daar niet in, worden ze ­geëxecuteerd. Klinkt simpel genoeg.


Moeilijker wordt het wanneer ­Coppens uitlegt hoe hij de originele tekst subverteert. ‘Verraderlijk ­klassiek’, noemt hij de voorstelling. Alleen is ‘verraderlijk’ moeilijk voor iemand die al geen idee heeft wat ‘klassiek’ precies betekent. Ik onthoud dat de keizer, in het originele stuk de vader van ­prinses Turandot, een keizerin en moeder is ­geworden. Iedereen rond me knikt ­begrijpend wanneer Coppens uitlegt dat de rollen van Turandot en haar ­vader in het originele stuk nogal opper­vlakkig zijn, terwijl er in zijn versie meer ­empathie opgewekt wordt. Ik zal het gaandeweg wel ontdekken.


‘Zou ik de enige in heel deze zaal zijn die de originele tekst niet kent?’ vraag ik me af terwijl ik mijn plekje in de poepchique schouwburg zoek. Ik denk nog steeds dat het antwoord ‘ja’ was.

Onze man in de schouwburg

○○○

De lichten doven, de gordijnen zwieren open, mijn operaontmaagding begint.

Er verschijnt een barok decor, een luxueuze balzaal waarin enkele rijk uitgedoste personages rondlopen. Sommige details verraden dat we niet meer honderd jaar geleden zijn. Rechts bovenaan vormen gele neonlichten de woorden ‘entitled cunt’. En dat ­schilderij dat verdacht veel op een vulva lijkt, was een eeuw geleden allicht niet in de schouwburg te zien.


Al snel wordt het podium weer aan het zicht onttrokken door een neer­dalende decorstuk, een gevel. Eén iemand zingt ons nog eens toe: drie raadsels om de prinses ten huwelijk te vragen, de dood bij een fout antwoord. Wanneer de gevel weer omhoog gaat, staat er plots zeventig man op de podium en schiet ik helemaal wakker. Ineens gebeurt er heel veel op een heel drukke scène.


Ik ontdek meteen ook wat de ­grootste uitdaging van de avond wordt. Als ik het verhaal wil volgen, moet ik de tekst lezen die bovenaan ­geprojecteerd wordt. Maar elke keer wanneer ik wegkijk van het podium, mis ik drie dingen tegelijk. Zo wordt, terwijl vooraan het drama zich ontvouwt, in de achtergrond van het toch al aanzienlijk schouwspel een diner geserveerd met een ­weelderige choreografie.


Gelukkig is het verhaal wel vrij ­rudimentair: de prins van Perzië heeft de raadsels fout beantwoord en tijdens een decadent feest verlekkeren de rijken zich op de executie. Tussen het feestgedruis maakt een andere, naamloze prins kenbaar dat ook hij de uitdaging aangaat.

‘Zou ik de enige in heel deze zaal zijn die de originele tekst niet kent?’ vraag ik me af terwijl ik mijn plekje zoek. Ik denk nog steeds dat het antwoord ‘ja’ was.


Op zichzelf zou de bijbehorende muziek me weinig doen, maar hier, in dit overweldigende geheel, proef je de dramatiek. De orkestrale ondersteuning maakt de bloeddorst van de rijken tastbaar. Ik heb nog nooit Succession gezien, maar ik stel me voor dat deze Turandot daar de overtreffende trap van is.


Vanwege Coppens’ modeverleden let ik in het bijzonder op de kostuums. De pompeuze kleren van de rijke balgangers zijn imposant, maar het zijn de tegendraadse elementen die het meest bekoren. Zo draagt de Chinese ­keizerin een wel erg flashy rode zonnebril en verstoren kwajongens in tracksuits het feest. Dat contrast heeft iets punk, een term die ik nooit met opera zou hebben geassocieerd.


Na een dik halfuur wordt plots een personage in een demonische outfit aan touwen uit de hemel neergelaten, waarna de gordijnen sluiten en de pauze ­begint. Mijn eerste opera-ervaring was een ­intens, gecondenseerd shot waarin héél veel gebeurde. Alleszins was het niet saai.

○○○

Het deel na de pauze is langer, duurt zo’n anderhalf uur. Het tempo ligt lager, met meer nadruk op het verhaal. Het is minder overprikkelend, maar nog steeds groots. De choreografie van de obers die met hun zilveren dienbladen licht reflecteren is indrukwekkend. En zonder alles weg te geven: het vaginaschilderij blijkt niet enkel decoratief te zijn.

Meer verhaal betekent vooral: meer melodrama. Ik begrijp plots waar de term ‘soap opera’ vandaan komt. de personages dragen hun grote emoties op de tong, uiteraard offert iemand zichzelf heldhaftig op en subtiel kun je de ­sentimentele tekst op geen enkel ­moment noemen.

Ik heb nog nooit Succession gezien, maar ik stel me voor dat deze Turandot daar de overtreffende trap van is.


Toch bespeelt die bij momenten een gevoelige snaar. Wanneer de naam­loze prins de raadsels juist beantwoordt, stort Turandot in. Waarom moet zij trouwen met een man die ze helemaal niet kent, enkel en alleen omdat hij het spel juist gespeeld heeft? De prinses wordt niet neergezet als bloeddorstig en wreed, maar als slachtoffer van een ­patriarchaal systeem.


Tijdens de inleiding had ik me laten vertellen dat Puccini overleed voordat hij Turandot had kunnen afwerken – het stuk ging pas twee jaar later in première. Het meest gangbare slot is het sprookjes­achtige happy end dat Franco Alfano voor de opera componeerde. Opnieuw ­zonder al te veel te verklappen: het ­einde in ­Coppens’ versie laat je niet met een glimlach achter, en voelt daardoor realistischer en maatschappelijk relevanter.

○○○

Op een wrange noot sluiten de ­rode ­gordijnen, maar veel tijd om neer­slachtig te zijn krijgt het publiek niet. Eén voor één komen de hoofdrolspelers vanachter het doek tevoorschijn om hun applaus in ontvangst nemen. Ik klap ­enthousiast mee.

Wanneer de obers Ping, Pang en Pong ten tonele verschijnen, word ik nerveus. Oké, het trio was belangrijk in enkele scènes, maar hoofdpersonages kun je ze toch ook niet noemen? Komt iedereen nu een eigen applaus vragen? Mijn kostuumvest, waarin ik het een ­beetje benauwd kreeg, heb ik al lang over mijn stoel gehangen, hoe lang ga ik hier nog in deze schouwburg zitten?


Uiteindelijk gaan de gordijnen weer open en staan alle figuranten op het ­podium. Zelden was ik zo opgelucht als wanneer de eerste tien figuranten samen, niet elk apart, een buiging maken.

© Simon Van Rompay


Om af te sluiten krijgen ook de mede­werkers die zelf niet op de planken ­stonden hun moment in de schijnwerpers. Wie al die mensen zijn en wat hun rol in de productie was? Geen idee. ­Christophe ­Coppens en dirigent Ouri Bronchti ­herken ik van het persmoment, de anderen zijn me nog onbekender dan de naam­loze prins. Maar ik blijf meeklappen. Het is een indrukwekkende productie en ik ben ­zeker dat iedereen zijn of haar boeket bloemen dubbel en dik verdient.


Alles opgeteld heb ik zo’n vier uur doorgebracht in De Munt, inleiding en applausronde inbegrepen. Ik had me laten vertellen dat sommige opera’s op zich al vijf uur duren, dus dat is schappelijk. En ondanks de gala-inkleding waar ik me nooit heel comfortabel in voel, heb ik er zelfs van genoten.

Maar die ordinaire pint op café achteraf deed deugd.

‘Zo’n toffe is die prins ook weer niet’

Doorgewinterde operagasten doen hun research vóór een voorstelling. Ik maak de omgekeerde beweging. De middag na de première bel ik met Christophe ­Coppens die me helpt met de laatste vraagtekens, en zelf ook een vraag heeft. Lees het interview hier.

Turandot

Nog tot 30.06 (uitverkocht, maar er is een wachtlijst), De Munt, Brussel, demunt.be

Young Opera

Wie jonger is dan dertig, mag met fikse korting naar de opera. Intekenen kan gratis op de site van De Munt.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content