MNM-stem Dorianne Aussems leert afscheid nemen in webreeks ‘Nu is ooit’
Dorianne Aussems houdt hartstochtelijk van radio, maar botst stilaan op de grenzen van het medium. Met Nu is ooit, een VRT Nu-reeks over afscheid nemen en loslaten, hoopt de host van jongerentalkshow Generation M een breder publiek te bedienen. ‘Er fladderen veel woorden de nacht in zonder dat ze aankomen bij diegenen voor wie ze bedoeld zijn.’
Een vriendin die weer huiswaarts keert.
Een zomerstop bij MNM.
Een koffiekop die breekt.
Dorianne Aussems is een vrouw van vele talenten, maar afscheid nemen en dingen loslaten horen daar beslist niet bij. ‘Wanneer ik ga wandelen met een vriendin, bekruipt mij achteraf bijvoorbeeld een enorm gevoel van eenzaamheid. Het is een irrationele, nutteloze angst, maar in mijn hoofd is die persoon ook wég als ik haar niet meer zie. En zo’n zomerstop? Voor sommigen een welgekomen vakantie, maar ik kan alleen maar denken: het is weer voorbij, nu is er niks meer.’
Teneinde dat laatste gevoel te counteren, maakte de radiostem in het oor van generatie Z afgelopen zomer Nu is ooit, een achtdelige videoreeks van MNM voor VRT Nu, samen met vier jongeren die weten wat afscheid nemen is. Mirthe verloor haar vader aan zelfmoord, Anouk zag haar grootmoeder zachtjes wegdeemsteren, Armin trok op zijn veertiende de deur van het huis van zijn moeder achter zich dicht en Julio werd op straat gezet door hun ouders. Aussems verloor zelf haar moeder toen ze twaalf was. ‘Ik maak geen programma’s om mijn eigen shit te verwerken, maar wat ik zelf heb meegemaakt, helpt uiteraard om me in die jongeren te verplaatsen.’
Ik mis prikkels, impulsen en vooral de zin “we zien wel” aan het begin van een wilde avond.
Nu is ooit ziet ze vooral als een begin. ‘Radio blijft fantastisch en levert vaak de beste gesprekken op. Het voelt veiliger en vluchtiger, waardoor luisteraars sneller iets delen. Maar ik wil dingen voor en met jongeren blijven maken, en die luisteren nu eenmaal niet per se lineair tussen acht en tien uur ’s avonds naar de radio. Er fladderen heel veel woorden de nacht in zonder dat ze echt aankomen bij diegenen voor wie ze bedoeld zijn. Zulke videoreeksen helpen om mijn publiek beter te bereiken en om ouders een beter inzicht in het leven van jongeren te geven.’
Nu is ooit gaat over loslaten en afscheid nemen in al zijn vormen.
Dorianne Aussems: Afscheid komt ook in zoveel schakeringen, zeker bij jongeren. Vaak gaan we daar al te licht over. Zo stuurde een meisje me onlangs: ‘Ik ben drie maanden samen geweest met een meisje en nu zijn we uit elkaar. Iedereen noemt me nu een dramatische baby omdat ik rouw om zo’n korte relatie.’ Terwijl een relatie van drie maanden ook extreem intens kan zijn. Of denk aan jongeren die voor het eerst op kot gaan, of alleen gaan wonen en het ouderlijk huis verlaten. Dat is haast traumatisch.
Ik herinner mij die exodus duidelijk anders.
Aussems: Je kunt gerust euforisch zijn om je gewonnen vrijheid en tegelijk toch treuren wanneer je voor het eerst wakker wordt in een andere slaapkamer.
Terzijde, maar wat heb jij met een bepaalde oranje koffiekop?
Aussems: Ah zo, jij hebt dat opgemerkt?
Je hebt het er een paar keer over in Nu is ooit, te vaak en te specifiek om het een willekeurig voorbeeld te kunnen noemen.
Aussems:(grimast) Ik vond het zeer comfortabel dat iedereen dat genegeerd heeft, want dat is nogal persoonlijk. Hoe kan ik daar veilig over vertellen? (blaast) In een notendop: er zijn periodes in mijn leven geweest die minder tof waren en waarin het enige wat me uit bed kreeg het idee was dat ik op zijn minst ’s ochtends koffie kon drinken uit die oranje kop. ‘Alles kan kut zijn, Dorianne, maar ten minste zal de koffie uit die ene kop je altijd smaken.’ Toen ik hem eens brak, bestelde ik binnen de minuut een nieuwe. Ik had die kop ‘nodig’, hij stelt mij gerust. Daar zit een zekere schoonheid in, maar ooit zou ik graag op het punt komen dat mijn rust en veiligheidsgevoel niet compleet van zulke kleine dingen afhangen. Maar ik ben daar zeker nog niet.
Welk verhaal in Nu is ooit bleef het hardst aan de ribben kleven?
Aussems: Elk verhaal heeft iets ontroerends en bewonderenswaardigs maar uiteraard herken ik me vooral in Mirthe, die haar vader verloor. Wanneer zij aan het woord was, zag ik er vaak in een soort split screen mijn eigen leven naast lopen. Ook de maturiteit waarmee ze op haar zeventiende al praat, is herkenbaar. Ik ben op mijn twaalfde ook plotsklaps volwassen geworden. Te volwassen misschien.
Trekt dat bij met de jaren?
Aussems: Het valt me vandaag soms nog lastig om een connectie te voelen met de zondagskinderen in mijn vriendenkring. De stuiterballen die permanent uitgelaten in het leven lijken te staan. Ik was onlangs met zo’n vriendin aan de kust en terwijl zij zich feestelijk amuseerde in de duinen, moest ik weer vaststellen dat een dergelijk euforisch en speels gevoel mij toch een beetje vreemd is. (lachje) Als je verschillende zeepersonen hebt, ben ik toch eerder het type dat mijmerend naar de horizon wil turen en de branding afwandelen terwijl ze een serieus gesprek voert. Hoewel, geef me een voetbal en ik kan ook wel uren zonder woorden sjotten op het strand.
In de derde aflevering – halverwege Mirthes verhaal – wordt het jou allemaal even te machtig. Wanneer je het gevecht met de tranen helemaal lijkt te verliezen, trek je er zelfs even de stekker uit.
Aussems:(krimpt ineen) Echt beschamend.
Menselijk vooral.
Aussems: Ik weet dat ik me daar niet voor hoef te schamen, maar het zit er zo ingebakken sinds de lagere school. Mijn tweelingzus en ik zaten op een klein schooltje, iedereen wist ervan en iedereen leek ons altijd met zo’n zielige blik te bekijken. ‘Ocharme, die meisjes die hun moeder verloren zijn.’ En dan doe ik zoiets op tv, terwijl ik daar net zit om naar die jongeren te luisteren en te zorgen dat zij hun emoties durven te tonen. (blaast) Ik haat het ook om te huilen in het openbaar, laat staan voor een camera. Dus ben ik maar weggelopen. Ik weet nog altijd niet wat me precies deed breken, maar buiten kwam alles er plots weer uit.
Je vroeg je ooit af of je wel het recht had om te rouwen om je moeder.
Aussems: Ik heb lang gedacht dat ik geen recht had op verdriet. Dat ik destijds als twaalfjarige nog niet genoeg in het leven stond om goed naar waarde te schatten wat ik was verloren. In tegenstelling tot mijn oudere zus, die toen aan het puberen was en veel wezenlijker gesprekken met haar heeft gehad.
Rouwen om verloren potentieel, over alles wat nog had kunnen zijn, is toch net zo legitiem?
Aussems: Dat dat wel mijn moeder was en dat die band alles overstijgt, ongeacht het aantal jaren dat ik haar gekend heb, is maar zeer laat ingesijpeld. En verder zegt mijn vader dat je jezelf niet gek mag maken met wat-alsvragen. Dat zijn denkoefeningen waarmee je de gaten probeert op te vullen, maar ze maken je alleen maar ongelukkig. Ik probeer dat ter harte te nemen, maar als het om de mijlpalen in mijn leven gaat, kan ik het toch niet laten. (denkt na) Ik heb het allemaal een plaats gegeven, maar het is nog niet echt verwerkt, merk ik aan alles. Er ontbreken gewoon wezenlijke dingen in mijn rouwproces.
Waaraan denk je dan?
Aussems:Iedereen is altijd zo voorzichtig rond personen die iemand verloren hebben. Terwijl ik destijds geen medelijden nodig had, maar mensen van wie de vragen dieper gingen dan ‘gaat het een beetje?’ Die me dwongen om herinneringen boven te halen. Mirthe vertelde bijvoorbeeld over het moment dat ze van de speelplaats geroepen werd, naar huis werd gebracht en daar de hele familie aantrof. Dat zijn pijnlijke herinneringen, maar eigenlijk is dat exact wat je met anderen wilt delen. Die details klotsen rond in je hoofd en je wilt ze kwijt, maar iedereen loopt daar uit angst in een grote bocht omheen. Ik doe het waarschijnlijk ook, hoor. We ontwijken de moeilijke vragen collectief. Nochtans is het ergste dat kan gebeuren dat er even iemand huilt en dat je zelf met de mond vol tanden staat.
De lgbtq+-gemeenschap stort zich als een havik op wie zondigt tegen de geprefereerde voornaamwoorden. Ik snap de gevoeligheid, maar moet je echt iedereen afrekenen op het kleinste foutje?
***
‘Mijn geweten gaat nogal makkelijk in overdrive’, grinnikt Aussems als we informeren hoe ze het afgelopen jaar verteerd heeft. ‘Ik heb een keer een kauwgum op straat gegooid en daar vervolgens vierentwintig uur wroeging over gehad. Tot op het punt dat ik terug wou rijden om de kauwgum alsnog op te rapen. In de eerste maanden van de crisis heeft datzelfde schuldgevoel me dus ook helemaal gevloerd. Op den duur dacht ik dat er echt níks meer mocht. Maar níks is echt zeer weinig.’
Ondertussen knaagt het schuldgevoel wat minder. ‘Af en toe komt hier iemand eten. Ik woon alleen, soms heb je iemand in je nabijheid nodig. Echt dichtbij, en dus niet al wandelend, terwijl de wind in je gezicht striemt, je allebei strak vooruitkijkt en tevergeefs over gewichtige zaken probeert te praten. Meestal trek ik dat na een paar kilometer niet meer en vraag ik: ‘Kunnen we nu even gewoon stilstaan en elkaar in de ogen kijken? Een van de weinige positieve dingen die wel uit dit jaar gekomen zijn, is dat ik geleerd heb te genieten van een zaterdagavond met Sex and the City op de bank. Vroeger had ik dat een compleet verloren avond gevonden, tegenwoordig geeft zo’n rustpunt mij veel zuurstof. Maar het mag nu wel stoppen. Ik mis prikkels, impulsen en vooral de zin “we zien wel” aan het begin van een wilde avond. Alles is ondertussen zo afgebakend en ontdaan van spontaniteit, terwijl het net dat is wat ons al zo gestructureerde leven draaglijk maakt. Ik voel me stilaan een ballon die op knappen staat. De lucht moet er dringend uit.
Heeft het laatste jaar je iets bijgeleerd over de mens?
Aussems: Dat mensen bijzonder gemeen kunnen zijn tegen elkaar. Iedereen hangt maar de heilige uit en wijst naar anderen die ‘stout’ zijn geweest. Wees toch eens allemaal wat milder voor elkaar. Anderzijds – een positieve noot! – hebben we wel collectief geleerd om oprecht te vragen hoe het met een ander is. Sommigen hadden dat waarschijnlijk al jaren niet meer gedaan. En we mogen met meer dan ‘ça va wel’ antwoorden op die vraag. Je wordt niet meer als een gek bekeken als je over je gevoelens praat.
Met Generation M probeer je de vinger aan de pols van jongeren te houden. Strookt jouw beeld met de huidige doemberichten? Trekken ze het nog?
Aussems: Sommige studenten zitten er echt helemaal doorheen, maar ik merk gelukkig ook heel veel weerbaarheid, flexibiliteit en creativiteit. Jongeren wentelen zich samen in dat ellendige gevoel en redden elkaar op die manier ook een beetje. Ik vroeg de luisteraars onlangs om via de app in één woord samen te vatten hoe ze zich voelden. Dat ging van moe, kapot en kut tot depressief, maar als ik hen daarna opbelde, vonden we ook altijd wel wat hoop, of een reden om te lachen.
Generation M probeert zo min mogelijk aan censuur te doen. Zelfs een rabiate homofoob mag er gerust zijn denkwijze uit de doeken komen doen. Zijn er grenzen voor jou? Wat doe je vandaag bijvoorbeeld met een schuimbekkende antivaxer?
Aussems: We hebben al jongeren aan het woord gelaten die tegen de coronavaccins waren, ja. Je hoeft dat niet te schuwen, maar zorg er dan wel voor dat je een expert of journalist bij de hand hebt die een en ander kan duiden en weerleggen.
Je legitimeert hun mening natuurlijk wel door hun een forum te geven, of hen, zoals in De zevende dag onlangs, in debat te laten gaan met dokters en virologen die hun diploma niet op YouTube gehaald hebben.
Aussems: Ik ga er nog altijd van uit dat de meeste mensen kritisch genoeg zijn en voor zichzelf kunnen denken. Met een scherpe moderator erbij lijkt me dat dus niet zo’n probleem. Mensen hebben nog altijd recht op hun eigen mening, ook als die ons niet bevalt.
Ik moet terstond aan Peter Van Den Begin denken. Die wil geen vaccinspuit.
Aussems: Ik zal altijd zijn recht verdedigen om dat te verkondigen, maar als iedereen zo gaat denken komen we natuurlijk nooit tot die nodige groepsimmuniteit. Tegelijk vind ik wel dat je als bekende kop en onvrijwillig rolmodel beter twee keer nadenkt alvorens je iets verkondigt. Toch? Ik let alvast op, want mijn woorden hebben een impact op jongeren. Het zou me enorm verlichten om vaker te zeggen wat ik echt denk, maar meestal weegt dat niet op tegen de mogelijke gevolgen. (lacht) Stel dat ik nu… Of nee, ik zal geen voorbeeld geven. (denkt na) Shit, ik ben mezelf hier weer aan het indekken.
Waarom eigenlijk?
Aussems: Uit politieke correctheid? Om niet nodeloos half Twitter over me heen te krijgen? Veel is daar vandaag niet voor nodig, hè. Als ik door social media scroll heb ik vaak zin om wat te modereren in discussies, omdat ik iets niet helemaal begrijp en graag wat helderheid wil. Maar ik hou me er bewust buiten, want voor je het weet heb jij de boter gevreten. (denkt na) We staan meteen klaar om iedereen te bestraffen die iets niet helemaal begrijpt, zei een transpersoon onlangs in mijn studio. De online-lgbtq+-gemeenschap heeft bijvoorbeeld de gewoonte om zich als een havik op iedereen te storten die zondigt tegen de geprefereerde voornaamwoorden. Ik snap de gevoeligheid, maar moet je echt iedereen meteen afrekenen op het kleinste foutje? En wat draagt dat precies bij op lange termijn?
Het probleem is dat alle nuance op zo’n moment ook uit de deur gaat. Eén iemand beslist dat een ander iets verkeerd heeft gedaan, en verwacht dan dat pakweg iedereen die al eens met een regenboogvlag zwaait zich meteen achter hem of haar of hen schaart. Wat meestal ook gebeurt, want iedereen is te bang om daar tegenin te gaan. Jammer – ook voor Generation M – dat we steeds meer meningen en visies voor onszelf houden, uit schrik.
Met permissie, maar drie jaar geleden sakkerde je daar ook al over. Nieuw lijkt dat dus niet.
Aussems: Het is ondertussen problematischer geworden. Toen had ik het vooral over mensen die uit misplaatste schaamte terugkrabbelden toen ze die microfoon zagen. Vandaag gaat het over niemand nog een strobreed in de weg durven te leggen. Uit angst om zelf een doelwit te worden. Om er niet meer bij te horen. We moeten blijkbaar allemaal lief zijn voor elkaar, tot in het absurde.
Je bent aan je derde seizoen Generation M bezig. Kun je tot slot misschien nog even de balans opmaken?
Aussems:Generation M is een ander programma geworden dan onder Karolien Debecker. Destijds ontsponnen zich verhitte discussies van een uur, over ophefmakende thema’s, maar dat is stilaan voorbij. We gaan de zware onderwerpen niet uit de weg, maar we kunnen ons net zo goed tien minuten afvragen of het nu curryworst, frikandel of lange hamburger is. De échte hete hangijzers, zeg maar. (lacht)
Het is bewust lichter van toon geworden?
Aussems: Destijds heette Generation M ’taboedoorbrekend’ te zijn, maar ik zit op een ander spoor. Taboes doorbreek je vandaag tussen de lijnen door, niet door er telkens hard op te hameren. Ik wil het hebben over álles wat jongeren op en naast de speelplaats bespreken, en dat is echt niet altijd even zwaar. Het mag ook over de nomenclatuur van frituursnacks gaan.
Nu is ooit
Integraal te bekijken via VRT Nu.
Generation M
Van maandag tot woensdag tussen 20.00 en 22.00 uur op MNM.
Hot N Cold
Elke zondag tussen 21.00 en 23.00 uur op MNM.
Dorianne Aussems
Geboren in 1993 in Antwerpen.
Studeerde journalistiek aan de AP Hogeschool.
Ging na een passage bij Q-music aan de slag bij MNM. Ze werkte onder meer op de redactie van de interactieve jongerentalkshow Generation M, maar nam in 2018 het roer over van Karolien Debecker.
Behandelt sinds 2019 in Hot N Cold al uw vleselijke vragen samen met Lotte ‘Seksuolotte’ Vanwezemael.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier