Tobias Cobbaert

‘In het begin was ik vooral lid van Facebookgroep “Wat schaft de pot?” om er een beetje mee te lachen’

Facebook is een stervend medium. De jeugd heeft al lang andere sociale media omarmd, en mensen die tegenwoordig nog hun status updaten in het vriendenboekje van Mark Zuckerberg mogen stilaan gaan nadenken over hoe ze hun pensioen zullen invullen.

En toch blijft Facebook mijn favoriete sociale medium. Oké, TikTok heeft spitsvondige filmpjes en meer dopamineshots dan je ooit kunt verwerken. Maar weet je wat TikTok niet heeft? De Facebookgroep Wat schaft de pot?, een gemeenschap waarvan ik nu al jaren met veel plezier deel uitmaak.

Ook wie nog nooit van de groep gehoord heeft, kan allicht raden wat er daar precies gebeurt. In Wat schaft de pot delen mensen wat ze gaan eten. Bij verschillende leden kan dat nogal verschillen qua intensiteit. De ene zal alleen een mooie foto in de groep posten wanneer ze eens iets chics gekookt hebben omdat ze volk over de vloer te krijgen, iets waarmee ze ook online willen uitpakken. Anderen delen werkelijk elke maaltijd die ze nuttigen. Hoe banaal ook. Zowel ’s morgens als ’s middags een boterham met een plakje kaas gegeten? Facebook zal het geweten hebben.

Ik geef toe: in het begin was ik vooral lid van Wat schaft de pot? om er een beetje mee te lachen. Niet mijn mooiste eigenschap, ik weet het, maar om de een of andere reden vind ik het simpelweg hilarisch om mensen beelden te zien delen van hun gekookte aardappelen zonder kruiden met daarnaast een miserabel lapje vlees. Of nog beter: maaltijden die er zo ranzig uitzien dat je niet goed weet waar je precies naar aan het kijken bent. Ik hoop dat die groene smurrie gewoon gemixte spinazie is, Martine, maar ik ben het absoluut niet zeker.

Ik hoop dat die groene smurrie gewoon gemixte spinazie is, Martine, maar ik ben het absoluut niet zeker.

Maar na een tijdje begon ik gehecht te raken aan de Wat schaft de pot?-gemeenschap. Mensen die voor de derde avond op rij spaghettisaus uit een potje eten en zich daar niet alleen niet voor schamen, maar er enthousiast genoeg over zijn om het met heel Facebook te delen: er schuilt een soort eerlijkheid in waar een pretentieuze lul als ik alleen maar van kan dromen. Ja, ik haal mijn neus op voor gekookte patatten zonder kruiden, maar zou mijn leven niet veel simpeler en puurder zijn als ik er hetzelfde enthousiasme voor zou voelen als de mensen in deze groep?

Bovendien zie je na een tijdje steeds dezelfde mensen terugkeren en beland je in een soort parasociale relatie met je favoriete smulpapen. Zo is er de man die al decennia élke avond naar de frituur gaat, en daar telkens weer een episch gedicht over schrijft – serieus: ‘Het verorberen van frieten werd deze avond weer aangekondigd toen ik de frituur binnenwandelde’, hoe kom je erbij? Iemand anders gooit bij elk gerecht een dikke kwak mayonaise, of het nu gaat om spaghetti bolognese of gekookte patatten zonder kruiden. Toen hij een week in het ziekenhuis lag, toonde hij uitgebreid hoe ze ook daar de intake van zijn favoriete saus niet aan banden konden leggen. En er zijn de vele mensen die onder elk gerecht dat er wel appetijtelijk uitziet, reageren met één woord: recept. Niet met een vraagteken. Het recept wordt gezien als ieders recht, en er beleefd naar vragen is overbodige moeite. Ook in die no-bullshitmentaliteit schuilt er een soort oprechtheid.

Wat schaft de pot, voelt als een knusse, virtuele vriendengroep die ik graag vanop afstand observeer. Of ik er ook in het echt vrienden mee zou willen zijn, durf ik niet met evenveel zekerheid te zeggen. Dan wordt het risico te groot dat ze me eens uitnodigen om te komen eten.

Ook Tobias Cobbaert grasduint in het nieuwste culturele erfgoed.

Lees meer over:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content