Yayoi Kusama is veel meer dan de lavalamp van Instagram
Op haar 94e is ze met haar bollen en stippen de onbetwiste kunstkoningin van Instagram. Het Guggenheim in Bilbao duikt dieper in de wondere wereld van Yayoi Kusama.
Andy Warhol heeft zijn soepblikken, Roy Lichtenstein zijn opgeblazen stripprenten en Jeff Koons zijn ballonhondjes uit porselein: als je het wilt maken in de kunstwereld creëer je best iets dat onmiddellijk herkenbaar én makkelijk verkoopbaar is. Dat heeft Yayoi Kusama – of tenminste toch de marketeers die het Japanse kunstfenomeen omringen – goed begrepen. Of ze nu beschilderde pompoenen presenteert, metersgrote canvassen of spiegelkamers vol flikkerende lichtjes: zowat alles wat uit haar atelier gerold komt, is bezaaid met bollen en stippen, zo blits, kleurrijk en direct herkenbaar dat je er meteen een selfie mee wilt nemen en die op Instagram zwieren.
Dat laatste gebeurde het voorbije decennium zo vaak dat er zich een mirakel voltrok. Lange tijd was Kusama weinig meer dan een curiosum in de marge van de popart en het abstract expressionisme, maar dankzij haar onlinepopulariteit werd ze zowaar een hedendaagse kunstsensatie. En dat op hoogbejaarde leeftijd – ze is ondertussen 94. Ze kreeg epische retrospectieven in New York, Londen, Taiwan en nu ook in het Guggenheim te Bilbao. In 2017 opende ze haar eigen, vijf verdiepingen tellende shop in hartje Tokio, waar je Kusama-kussens, Kusama-sokken, Kusama-sweaters en Kusama-god-weet-wat kunt kopen. Louis Vuitton, het Franse modehuis waarmee ze sinds 2012 samenwerkt, lanceerde dit jaar nog een fonkelnieuwe LV x YK-collectie, waarvoor Kusama haar bolletjes op broeken, handtassen en zonnebrillen mocht zetten.
Het is geeneens overdreven om Yayoi Kusama de regerende kunstkoningin van het selfietijdperk te noemen. In die mate zelfs dat ze de soepblikken van Warhol doet verbleken en Koons’ ballonhondjes blaffen van jaloezie. Maar is de excentrieke oma, die al sinds de seventies vrijwillig in een psychiatrische instelling verblijft, de hype van de voorbije jaren ook waard? Sommige critici vinden haar hapklare, smartphonevriendelijke sculpturen en installaties even artistiek als een lavalamp. Andere noemen haar ‘infinity rooms’ duffe spiegelpaleizen met kerstverlichting waar je migraine van krijgt.
In de bespiegelingen over de prinses van de polkadot zijn de woorden ‘kitsch’ en ‘commercie’ hoe dan ook nooit veraf. Maar het is te makkelijk om haar populariteit enkel toe te schrijven aan de hashtags #YayoiKusama of #InfiniteKusama die op sociale media aan het trenden sloegen. Ook het levensverhaal van de flamboyante Japanse, die van haar labiele, mentale toestand nooit een geheim heeft gemaakt, spreekt tot de verbeelding. Meer dan wie ook incarneert ze immers het cliché van de psychisch getormenteerde artiest die eerst jaren heeft moeten zwoegen vooraleer erkenning te krijgen, een romantisch concept dat al meegaat sinds Vincent van Gogh het zot in de kop kreeg door te lang, te intens en in wellicht te warm weer naar Zuid-Franse zonnebloemen te kijken.
Bovendien heeft Kusama de tijdgeest mee. Haar kameleontische kunst, die flirtte met popart en minimalisme maar zich nooit tot deze of gene stijl heeft bekend, ging altijd al over thema’s als de cycliciteit en dynamiek van het leven, topics die door de klimaat- en coronaproblematiek nog meer naar voren zijn gekomen. Ook MeToo en de daaruitvolgende aandacht voor vrouwelijke pioniers bezorgden Kusama wind in de zeilen. Ze was altijd al de ultieme outsider, als vrouw én Japanse, in een kunstwereld die decennialang door blanke mannen werd gedomineerd. ‘Ze heeft nooit dezelfde erkenning als haar tijdgenoten Pollock en Warhol gekregen,’ aldus biograaf Scott Wright, ‘al was ze de eerste om de link te leggen tussen popart en minimalisme, wat uniek was.’
De retrospectieve in Bilbao, die Kusama’s carrière van 1945 tot nu overschouwt, wil in de eerste plaats dan ook de veelzijdige kunstenares Kusama fêteren, niet zozeer de hitmachine van de social media. Voor deze tentoonstelling, die eerder in Hongkong te zien was en daar liefst 750.000 bezoekers lokte, werden 200 objecten verzameld. Die schilderijen, sculpturen, video’s en installaties zijn afkomstig uit publieke en privécollecties én uit het archief van Kusama zelf, die de expo mee cureerde maar in Japan bleef, aangezien haar mentale en fysieke toestand reizen niet langer mogelijk maakt.
Er zijn tekeningen te zien die ze als tiener maakte tijdens WO II, tegen de zin van haar ouders, die niet wilden dat ze kunstenares werd en haar daarom het huis uit gooiden. Er is een zaal met zelfportretten, variërend van surrealistische collages tot kleurrijke canvassen in acryl. Al dan niet met haar kenmerkende polkadotmotief. En er zijn imposante, metersgrote Infinity Net-schilderijen, gecomponeerd uit patronen van bollen en lusvormige bogen die de indruk van beweging scheppen, alsof je in het universum staat te staren. Kijk naar The Sea (1959), een evocatie van wat Kusama zag toen ze in 1959 over de Atlantische Oceaan van Tokio naar New York vloog, waar ze tot de jaren tachtig met matig succes aan haar carrière timmerde. ‘Alsof de aarde maar een polkadot is tussen miljoenen andere sterren en planeten’, zoals ze zegt. Dein mee met Transmigration (2011), met zijn vier panelen in knallende kleuren, die refereren aan haar visie op de oneindigheid van het leven en de helende kracht van kunst.
In de daaropvolgende ruimtes vind je video’s van haar spraakmakende performances en hippiehappenings uit de sixties en seventies, toen ze naakt het New Yorkse MoMA binnenwipte – of een orgie organiseerde, toch tot de flikken binnenvielen. Er zijn plastic mannequins bezet met stippen, zetels gemaakt uit aan elkaar gekleefde werkhandschoenen, rode vrouwentongen uit schuimrubber en – uiteraard – knalgele pompoenen met polkadots, die bolletjes die voor Kusama het mysterie van het leven blootleggen, als verbindingen tussen het hemelse en het aardse.
Aan spektakelkunst om blitse selfies mee te nemen is er dus ook in het Guggenheim allerminst gebrek. Maar de eerste zalen blijven met voorsprong de frappantste. Ze onthullen het popfenomeen dat Kusama in de 21e eeuw geworden is niet alleen als een vakvrouw die altijd al listig linken legde tussen diverse stromingen en zo een heel persoonlijke signatuur ontwikkelde – bij voorkeur met pompoen of polkadot. Ze tonen haar vooral als een kunstenares die van accumulatie, connectiviteit en herhaling hoofdmotieven maakte, op het obsessieve af. En dat nog voor Warhols soepblikken uit zijn Factory rolden en de term minimal art en vogue raakte. ‘Mijn kunst komt voort uit hallucinaties die alleen ik kan zien’, zei Kusama daarover. ‘De hallucinaties en obsessionele beelden die mij plagen, vertaal ik in sculpturen en schilderijen.’
Kusama is echt meer dan kleurrijke lavalampen en glimmende spiegelzalen voor Instagramkiekjes.
Yayoi Kusama: 1945 to Now
Tot 08.10, Guggenheim Bilbao, guggenheim-bilbao.eus
Yayoi Kusama
Geboren op 22 maart 1929 in Matsumoto, Japan.
Studeert in 1948 af aan de School voor Kunst en Kunstnijverheid in Kyoto.
Begint rond 1950 met canvassen, muren, objecten en lichamen te versieren met polkadots.
Trekt in 1958 naar New York, waar ze eerst in de ban van popart en abstract expressionisme raakt en vanaf de late sixties ook de subcultuur van de hippies omarmt.
Keert in 1973 terug naar Japan en verblijft sindsdien vrijwillig in een psychiatrische instelling, in de buurt van haar atelier in hartje Tokio.
Dreigt in de vergetelheid te sukkelen tot ze in 1993 het Japanse paviljoen op de Biënnale van Venetië mag vullen met blinkende pompoenen.
Uitgegroeid tot een van de populairste kunstenaars ter wereld, mede dankzij succesvolle samenwerkingen met modehuis Louis Vuitton en miljoenen selfies met haar werk op sociale media.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier