Werner Herzog, de filmmaker die altijd een beetje schansspringer is gebleven
Hij heeft zich in zijn leven onvervaard in de donkerste jungles, de diepste grotten en de dorste woestijnen gestort. Op zijn tachtigste krijgt Werner Herzog een welverdiende expo in Amsterdam, komen een paar van zijn grootste cultklassiekers opnieuw uit én wilde hij exclusief Knack Focus te woord staan.
‘Ik kies er voor om in leven te zijn, dus ik kijk wel uit met risico’s nemen’, liet Werner Herzog zich ooit ontvallen. Maar dat weerhield de onverschrokken Neuer Deutscher Film-veteraan – tachtig inmiddels – er niet van om in zijn curieuze cultcarrière volop het gevaar en het avontuur op te zoeken. Hij doorkruiste de diepste jungles van Zuid-Amerika in Aguirre, der Zorn Gottes (1972), Fitzcarraldo (1982) en Cobra Verde (1987), filmtrips waarin hij tropische beesten, ziektes en zijn kolerieke fetisjacteur Klaus Kinski trotseerde. Hij verkende de vreemdste oorden en raarste snuiters in Grizzly Man (2005), Encounters at the End of the World (2007) en Cave of Forgotten Dreams (2010), documentaires waarvan alleen al de door hem met Teutoons accent ingesproken voice-over de moeite loont. Plus: Herzog wist zelfs Hollywood te infiltreren, door met Nicolas Cage en Nicole Kidman respectievelijk New Orleans na orkaan Katrina (Bad Lieutenant: Port of Call New Orleans, 2009) en de Sahara (Queen of the Desert, 2015) in te trekken.
De grote schilders, schrijvers en wetenschappers wonen en werken hier in LA. De zottigheid, zoals religieuze sektes of yogalessen voor vijfjarigen, zit hier.
Het onverschrokken enfant sauvage, dat tijdens Wereldoorlog II op de Beierse boerenbuiten ter wereld kwam als Werner Stipetic, staat allang niet meer te boek als louter filmregisseur, -scenarist of -producent. Door de jaren heen groeide Herzog uit tot een heus culticoon, tot een levende filmlegende die een merknaam op zich werd. Zo speelde hij ook een schurk in de Star Wars-serie The Mandalorian en – een teken dat je het écht gemaakt hebt – werd hij meerdere keren opgevoerd in The Simpsons.
Al een rijk gevuld leven lang gaat Herzog – die verder nog boeken schrijft, opera’s ensceneert en desnoods wiskundige stellingen lanceert – op zoek naar wat hij noemt de ‘extatische waarheid’, een waarheid die niet gestoeld is op feiten, maar dieper dan de realiteit boort. Wat hij daar precies mee bedoelt, ontdek je in Aguirre, Fitzcarraldo en Jeder für sich und Gott gegen alle (Kaspar hauser) (1974), cultklassiekers die op 28 juni digitaal gerestaureerd opnieuw in de Belgische bioscoop uitkomen.
The Extatic Truth is bovendien de titel van de overzichtstentoonstelling die het Amsterdamse filmmuseum Eye momenteel aan Herzogs invloedrijke oeuvre wijdt. Aan de hand van posters, stills, attributen en fragmenten uit zijn bekendste films trekt Eye je ’s mans bevreemdende universum binnen. Oftewel: daar waar ‘de beschaving slechts een dun laagje ijs is op een diepe oceaan van chaos en donkerte’, ‘waar de natuur monsterlijk onverschillig staat tegenover de mens’ en – je weet nooit wanneer ome Werner zich ironie permitteert – ‘waar een heilige oorlog zou moeten worden gevoerd tegen yogalessen’.
‘Noem me alsjeblief geen cultheld’, zegt Herzog meteen wanneer we met hem thuis in Los Angeles zoomen, waar de Duitse globetrotter al jaren woont en werkt. ‘Ik heb niets met die term. Laat het ons houden bij: geen commentaar.’
Je land-, generatie- en stielgenoot Wim Wenders noemde je zo. Wat hij ook zei: ‘Werner woont al jaren in LA. Ik ben uit Amerika teruggekeerd omdat ik me een Duitser voelde die begreep dat hij in Duitsland moest werken. Werner heeft dat probleem nooit gehad.’ Is dat wél een correcte observatie van hem?
Werner Herzog: Ja, maar ik wil nooit Amerikaans staatsburger worden. Ik ben te diep geworteld in mijn eigen cultuur en mijn eigen taal. Ik hou er gewoon van om in de plek met de meeste culturele substantie te wonen. Als je in financiën zit, moet je in New York zijn. Als je in de olie zit in Houston. Als je aan cultuur doet – en dan heb ik het niet over de oppervlakkige glamour van Hollywood – moet je in LA zijn. Het is de plek waaraan alle belangrijke dingen die onze moderne maatschappij hebben gevormd zijn ontsproten. Het internet is hier geboren. De grote schilders, schrijvers en wetenschappers wonen en werken hier. De zottigheid, zoals religieuze sektes of yogalessen voor vijfjarigen, zit hier. Ik ben wel niet naar LA verhuisd om professionele redenen, maar omdat ik hier getrouwd ben (sinds 1999, met de Russische fotografe Elena Pisetski).
Genieten van de Californische zon doe je wel niet: op je tachtigste blijf je films en documentaires maken. Wat drijft je precies?
Herzog: Mijn wereldbeeld verschilt grondig van dat van de meeste anderen en dat resoneert in mijn films, mijn schrijven en zelfs mijn acteren. Ik was vijftien, zestien toen ik de nood voelde om dat wereldbeeld uit te drukken, goed wetende dat het een lastig leven zou worden. Ik had tot mijn twaalfde nooit een film gezien. Ik werkte ’s nachts in een staalfabriek toen ik overdag mijn eerste films draaide, maar ik accepteerde mijn lot. Ik wist dat het een levenslang gevecht zou worden. Ruim zestig jaar later is er niks veranderd. Ik vecht nog steeds tegen financiers die geen brood zien in mijn projecten. Maar het is oké: ik heb mezelf nooit ingelaten met de klaagcultuur. Ik hou van wat ik doe en tackel de uitdagingen wanneer die zich stellen. Ik heb nooit een carrière gehad. Dat veronderstelt een plan. Ik heb nooit een agent gehad die projecten voor me pitchte. Ik keek nooit naar bestsellerlijstjes om te zien welk boek ik best verfilmde. Ik heb gewoon altijd heftig gereageerd op dingen die mijn pad kruisen, en dat doe ik nog steeds.
Aguirre, Fitzcarraldo en Kaspar Hauser komen nu opnieuw uit. Over het maken van die films doen de wildste verhalen de ronde, zoals dat je je fetisjacteur Klaus Kinski, met wie je voortdurend bonje had, zou hebben geregisseerd met een geweer op hem gericht. Wat is jouw favoriete Herzog-anekdote? Ze hoeft niet eens waar te zijn.
Herzog: (grijnst) Er zijn zo veel uitzinnige verhalen en beschuldigingen, maar ik heb altijd geweten dat de tijd aan mijn kant stond en de waarheid zou komen bovendrijven. Was Fitzcarraldo maken geschift en chaotisch? Tuurlijk, want een stoomschip van 320 ton over een berg trekken (wat niet alleen een element is van het verhaal van dit avonturenepos maar tijdens de productie ook effectief werd uitgevoerd, nvdr.) was nooit eerder gedaan. Maar ik wist dat het mogelijk was en ik heb het geflikt.
Je bekendste film blijft misschien wel Aguirre, der Zorn Gottes, over een Spaanse conquistador die de Amazone afvaart op zoek naar goud. Wat herinner je je daar nog van?
Herzog: Niet zo veel. Als ik brieven en documenten uitvlooi, komen dingen naar boven, maar ik kijk liever vooruit dan achteruit. Ik heb twee nieuwe boeken geschreven, er liggen twee nieuwe scripts klaar, ik ben bezig aan een nieuwe documentaire. Ik vind het prachtig dat die films opnieuw uitgebracht worden, maar als je wilt weten wat me dagelijks dreef toen ik Fitzcarraldo maakte, moet je Conquest of the Useless lezen, een boek gebaseerd op mijn dagboeken van toen. Of beter: op de koortsdromen die de jungle aan me ontlokte.
In een perstekst van filmmuseum Eye word je een ‘filmmaker met een grote affiniteit voor dromers, obsessievelingen, rebellen en marginalen’ genoemd. Was je je daar als tiener al van bewust?
Herzog: Ik word me daar nu op dit moment van bewust gemaakt. (lacht) Ik ben een verhalenverteller. Het klopt dat ik vaak dromers en marginalen heb opgevoerd, maar wat ooit marginaal was, wordt later soms mainstream. In mijn memoires Ieder voor zich en God tegen allen schrijf ik over hoe ik ooit schansspringer wilde worden, omdat ik altijd al had gewild dat ik kon vliegen. Alleen is het me nooit gelukt omdat mijn beste vriend er bijna door verongelukte. Ik heb wel ooit een film gemaakt (Die große Ekstase des Bildschnitzers Steiner uit 1974, nvdr.) over Walter Steiner, de grootste houtsnijder aller tijden, die ook een van de grootste schansspringers ooit was. Ik ben de sport altijd blijven volgen. In de jaren tachtig was de Zweed Jan Boklöv de eerste die zijn ski’s tijdens de sprong niet samen, maar in een V-vorm hield omdat dat aerodynamischer en stabieler was. Hij werd er door jury’s aanvankelijk voor gestraft en gedeklasseerd. Toch bleef hij zo springen, verder dan alle anderen, tot die uiteindelijk zijn stijl overnamen en de normen wel veranderd moesten worden. En dat door toedoen van die ene, visionaire atleet die tegen de stroom in zwom. Die man is nog steeds een van mijn grote helden.
En wie zijn je grote culturele helden?
Herzog: De Nederlandse graficus en schilder Hercules Seghers. Er zijn maar weinig prenten van hem bewaard gebleven, maar ze waren revolutionair en worden pas nu, bijna vier eeuwen na zijn dood, volop gewaardeerd. Hij is een van de onbezongen vaders van de moderniteit. Ik heb meegewerkt aan een installatie op basis van zijn werk in opdracht van het Whitney Museum in New York. Nog een held van mij is Matthias Grünewald, de (laatgotische, nvdr.) Duitse schilder van het Isenheimeraltaar, maar ik wil mezelf niet verliezen in heldenverering.
Je bent, op het obsessieve af, geïnteresseerd in oude prentenmakers, in prehistorische grotschilderingen, in fanatieke berenliefhebbers. Hoe of waar ontdek je die heel uiteenlopende dingen? Schuim je elk museum ter wereld af?
Herzog: Ik ga nooit naar musea, al dwingt mijn vrouw me er soms toe. Ik ben bijvoorbeeld nog nooit in het Rijksmuseum geweest. De laatste keer dat ik er een bezocht, was tien jaar geleden, toen ik me door de zalen van het Prado te Madrid heb gespoed, gewoon om één schilderij van Goya te zien. De rest heb ik geeneens bekeken. Ik heb problemen met musea, en ik weet niet waarom. Ik lees over kunst in boeken. Ik ben geen onwetende idioot. (lacht)
Je bent ook niet onwetend inzake moderne technologieën, waar het in je recentere films, zoals Lo and Behold, Reveries of the Connected World, vaak over gaat. Gaat ChatGPT de cinema veranderen?
Herzog: Bepaalde aspecten ervan wellicht wel. Ik hoop vooral dat ChatGPT de schrijvers van al die onderling volkomen inwisselbare actiefilms van tegenwoordig vervangt. Dat kan enkel een upgrade zijn. Ik zou zo kwaad niet mogen spreken over die films, maar artificiële intelligentie is tenminste nog intelligent, wat je niet van die vorm van narratie kunt beweren. AI is een fantastische tool, maar niks voor mij. Ik wil mijn denken, mijn manier van werken niet opgeven.
Omdat AI nooit zal zoeken naar wat je de ‘extatische waarheid’ noemt?
Herzog: Precies. Al mijn hele leven zoek ik in mijn films, mijn schrijven en mijn acteren naar de waarheid die onder de narratieve inhoud verborgen ligt. Ik heb nooit zomaar willen entertainen. Mijn leven is een queeste naar iets diepers, iets dat mij en andere mensen verlicht. Feit is dat niemand ons kan vertellen wat de waarheid is. Niet de filosofen, al zijn ze nog zo wijs. Niet de paus in Rome, ook al claimt die het geloof. Niet de wiskundigen, omdat ook wiskunde – contradictorisch genoeg – een verzinsel van onze fantasie is. Ik weet dat er iets is daarbuiten, iets dat beweegt, dat actie vereist en ik probeer het te vangen. Ik weet dat ik nooit volledig mijn doel zal bereiken, dat ik nooit de absolute waarheid zal vinden, maar mijn werk getuigt van die zoektocht en dat geeft het een ziel.
Werner Herzog – The Ecstatic Truth
Tot 01.10, Eye Filmmuseum, Amsterdam. Alle info: eyefilm.nl. Vanaf 28.06 zijn Fitzcarraldo, Kaspar Hauser en Aguirre opnieuw in de bioscoop te zien.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier