Schattig, boos, droef en altijd eenzaam: de meisjes van Yoshitomo Nara
Sinds de jaren negentig duiken Yoshitomo Nara’s schijnbaar schattige maar boze, rebelse meisjes zowat overal op. In musea, én daarbuiten. Guggenheim Bilbao wijdt een uitgebreid retrospectief aan de ‘Kurt Cobain van de 21e-eeuwse kunst’.
‘Good girls go to heaven. Bad girls go everywhere.’ Hollywoodlegende Mae West wist het al, en dat dubbelzinnige sentiment besluipt je ook wanneer je eender welk schilderij bekijkt van Yoshitomo Nara, aan wie het Guggenheim Museum in Bilbao een groots overzicht wijdt.
Neem nu Missing in Action, een werk dat de Japanse cultkunstenaar eind jaren negentig op het doek borstelde. Op het eerste gezicht lijkt het een kinderlijk eenvoudig schilderij, met zijn monochrome achtergrond, minimalistische lijnen en gedempte kleuren. Maar je voelt dat er iets diepers schuilt achter de blik van het meisje met de rode jurk. Het kind heeft grote, expressieve ogen die op onweer staan, en een mond die niet glimlacht. Ze straalt psychische complexiteit uit, maar vooral kracht en kordaatheid – op het licht intimiderende af.
Platenhoezen en totebags
Precies die dubbelzinnigheid tussen onschuld en zoet, dreigend en agressief zorgt voor een fascinerend spanningsveld. Nara heeft dat niet alleen tot zijn handelsmerk gemaakt, maar ook tot zijn fortuin – dankzij de talloze posters, platenhoezen, totebags en andere merchandising. En natuurlijk ook dankzij fans zoals Pharrell Williams, Marc Jacobs, Sofia Coppola en andere beroemdheden die zijn werk in huis hebben hangen.
Anno 2024 moet Nara – die als oude punkrocker het liefst wegblijft van alles wat met commercie te maken heeft – zowat de populairste kunstenaar uit Japan zijn. Na polkadotkoningin Yayoi Kusama, de excentrieke oma met haar opgefokte pompoenen en glinsterende infinity rooms, wel te verstaan. Wat eind jaren tachtig begon met obscure tentoonstellingen in de alternatieve kunstkringen van Düsseldorf, waar Nara van 1988 tot 1993 woonde, groeide beetje bij beetje uit tot een wereldwijde sensatie.
Krautrock
Dat de boerenzoon uit Hirosaki uitgerekend in Düsseldorf belandde, is trouwens niet zo bizar als het klinkt. Zeker in de jaren tachtig was dat een van de hipste cultuursteden van Europa. Het was de bakermat van de elektronische muziek – met dank aan Kraftwerk, Neu! en krautrockconsorten – en dat was belangrijk voor een muziekfreak als Nara. En vooral: het had zowat de invloedrijkste kunstacademie van het oude continent, waar A.R. Penck, Sigmar Polke, Joseph Beuys en Gerhard Richter doceerden. Daar kon Nara, op dat moment een ambitieuze outsider die hooguit een paar woorden Duits sprak, zijn artistieke visie verfijnen en verbreden.
Penck inspireerde hem om met materialen en technieken te experimenteren, waardoor hij begon te schilderen op hout, karton, plastic en alles wat los en vast zat. Richter droeg bij aan zijn begrip van realisme en abstractie, wat je terugziet in de gelaagdheid van zijn ogenschijnlijk simpele werk. En van Beuys leerde hij dat iedereen kunstenaar kan zijn, ja zelfs een ontheemde Japanner. Die ervaringen hielpen Nara om zijn instant herkenbare stijl te ontwikkelen – een heel persoonlijk amalgaam van oost en west, van popart, manga, shinto-tradities én een scheut rock-’n-roll.
Geen Superflat
Maar noem zijn kunst vooral geen Superflatstijl, tenzij je wil dat Nara een van zijn kwaaie kindvrouwtjes op je afstuurt. Al dan niet met een mes in de aanslag. Natuurlijk zijn er overeenkomsten met het werk van pakweg Takashi Murakami en uiteraard moet je al halfblind zijn als je géén linken ziet met mangastrips: check de visuele simplificaties en de platte figuren met hun onmogelijk grote ogen. Alleen gaan Nara’s schilderijen verder dan Murakami’s spel met postmoderne ironie, en reiken ze emotioneel dieper – zeker de recente, die melancholische meisjes tonen met gesloten of tranende ogen, meer floue of zelfs volledig verdampte belijning en diepere kleuren. Kijk naar Blankey (2012), Dead of Night (2016), of Midnight Tears (2023), het jongste werk op de door Nara zelf geconcipieerde expo in het Guggenheim.
Het is onmogelijk om niet geraakt te worden door Nara’s iconische kindvrouwtjes, zelfs al heb je ze tig keer gezien op koffiekoppen en totebags.
Bovendien hebben Nara’s werken een heel ander referentiekader dan Superflat, met hun knipogen naar het Duitse neo-expressionisme, naar traditionele Japanse kunst zoals shinto en ukiyo-e (houtsneden), en naar – Nara blijft een punkrocker – The Sex Pistols, The Clash en The Ramones. Hey ho, let’s go.
Over die nauwe muziekconnectie gesproken: die is voor Nara – die opgroeide op het Japanse platteland met de westerse radio als voornaamste gezel – altijd al een levenslijn geweest. Zijn hoesontwerp voor het album Pyromaniac (1999) van de Japanse punkband The Star Club werd iconisch en droeg bij aan zowel de bekendheid van de band als aan de cultstatus van Nara zelf.
Sindsdien sieren zijn kinderlijk ogende vrouwtjes wel meer platenhoezen, van Japanse rockbands als Shonen Knife en The Blue Hearts bijvoorbeeld. Maar ook van R.E.M., die een tekening van hem gebruikte voor de single I’ll Take the Rain (2001), en zelfs van de Gentse rockgroep Absynthe Minded, die een Nara-meisje met gitaar op de hoes zette van het album There is Nothing (2007).
Teen spirit
Geen wonder dat Nara – die zich ook zelf aan muzikale projecten waagt en over de jaren heen een imposante vinylcollectie verzamelde – zichzelf al eens vergeleken heeft met Nirvana-frontman Kurt Cobain. Enfin, min of meer toch. ‘Cobain was een van de belangrijkste figuren in mijn muzikale wereld’, aldus Nara, die na zijn jarenlange omzwervingen in Duitsland en Los Angeles inmiddels weer in het Japanse Okinawa woont.
‘Zijn muziek en zijn boodschap waren puur en direct. Het was alsof hij de innerlijke strijd die hij voelde, rechtstreeks met ons deelde. Voor mij vertegenwoordigde hij de essentie van punkrock, met al zijn rauwheid en eerlijkheid.’
En precies dat probeert Nara met zijn tekeningen, schilderijen en sculpturen ook te doen. Hij wil de diepte van menselijke emoties vastleggen in een melodieuze en cartooneske taal die zowel kwetsbaar als krachtig, zalvend als slaand, onschuldig als rebellerend is. Smells like teen spirit, indeed.
Altijd eenzaam
Het is onmogelijk om niet geraakt te worden door Nara’s werk in de tentoonstelling in Bilbao. Zelfs al heb je zijn kindfiguurtjes al tig keren gezien op koffiemokken, kaftpapier, T-shirts en god weet wat. Er zijn de iconische, nu eens boze, dan weer droevige, maar altijd eenzame kindvrouwtjes – vaak in epische formaten, om hun isolement nog extra in de verf te zetten. Er zijn fraaie sculpturen als Fountain of Life, een reuzegrote theekop uit glasvezel en hars, die refereert aan zijn typische thema’s als zuiverheid, jeugd en onschuld. En er zijn tekeningen en protestborden die hem tonen als de onvermoeibare vredesactivist die hij altijd is geweest.
Daarnaast kun je ook binnengluren in een van zijn befaamde houten huisjes (My Drawing Room, 2008). Het is een tiny house ingericht als een denkbeeldig atelier of woonruimte, waar je tekeningen vindt, een bed, een bureau, een radio, platen, en posters aan de muur. Als een soort creatieve refuge, een metaforische plek van inspiratie en introspectie, om het kind in jezelf te beschermen tegen een buitenwereld van geweld, oorlog, uitsluiting en conformisme. Of zoals Cobain zong: ‘Come as you are, as you were / As I want you to be.’
Yoshitomo Nara
Tot 03.11 in het Guggenheim Bilbao. www.guggenheim-bilbao.eus.
Yoshitomo Nara
Geboren in 1959 in Hirosaki, Japan.
Behaalt aan de Aichi University of The Arts in 1987 zijn master in Fine Arts. Later vervolgt hij zijn opleiding aan de Kunstakademie Düsseldorf in Duitsland.
Bekend om zijn tekeningen, schilderijen en sculpturen van kinderlijke figuren met grote ogen. Zijn werken reflecteren thema’s van jeugd en onschuld.
Staat bekend als vredesactivist, zijn kunstwerken bevatten vaak protestborden en symbolische boodschappen die oproepen tot vrede en het beëindigen van geweld.
Woont, na lange periodes in Duitsland en de Verenigde Staten, in Okinawa, Japan.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier