De expo ‘Geniale Frauen’: girl power onder een laag vernis
Angelika Kauffmann, Michaelina Wautier, La Tintoretta: ze behoorden tot de top van de Europese schilderkunst, maar toch valt hun naam slechts sporadisch in de door mannen gedicteerde canon. De expo Geniale Frauen brengt hen het eresaluut dat ze verdienen.
Stel je voor: een doek dat de tijd tart, een spiegel die de ziel vangt. Daar hangt het, in een zaal van het imposante Kunstmuseum te Bazel. Het is een zelfportret van Angelika Kauffmann uit 1770, hoewel het werk de titel Klio, de muze van de geschiedschrijving draagt. De blik van de jonge vrouw doorboort de eeuwen, met een mix van vastberadenheid en zachtheid. De penseelstroken spreken van een virtuositeit die alleen een meester bezit. Dit is geen gewoon portret, het is een statement. Girl power onder een laag vernis.
Maar wie was Angelika Kauffmann nu ook alweer? Klinkt als een naam die verloren is gegaan in de krochten van de geschiedenis. Toch? Wel, think again! In de 18e eeuw was zij de onbetwiste koningin van de portretschilderkunst. Ze was een influencer avant la lettre die bepaalde welke kleren en kapsels hip waren, en voor wie de elite – royals, rijken en anderen – dan ook graag ging poseren.
Geen paniek als je Angelika Kauffmann niet kent. Waarschijnlijk heb je alleen kunstcursussen gelezen die exclusief door mannen werden opgesteld die over elkaar heen struikelden om exclusief mannelijke helden te bejubelen.z
Maar geen paniek als je haar niet kent. Waarschijnlijk heb je alleen die kunstcursussen gelezen die eeuwenlang bijna exclusief door mannen werden opgesteld die over elkaar heen struikelden om bijna exclusief mannelijke helden te bejubelen.
Nochtans was Angelika Kauffmann een naam die resoneerde in alle salons van haar tijd. Haar schilderijen waren niet alleen technisch doordacht, ze waren doordrenkt van emotie en diepgang. Bovendien stond ze in 1768 mee aan de wieg van de Royal Academy of Arts te Londen, die momenteel een prestigieuze retrospectieve aan haar wijdt. Nu pas.
Maar waarom hoorden we tot voor kort dan zo weinig over haar? Waarom pronken de Louvres en National Gallery’s van deze wereld niet met evenveel schilderijen van Kauffmann als van haar mannelijke tijdgenoten Joshua Reynolds en Thomas Gainsborough? Dat is een verhaal dat we helaas maar al te goed kennen, zeker sinds MeToo voor een nieuwe opstoot van genderbewustzijn zorgde. Het is het eeuwenlange verhaal van een door mannen gedomineerde kunstwereld en een door mannen geschreven kunstcanon, al hebben veel musea er een prioriteit van gemaakt om aan dat verhaal eindelijk vrouwelijke retouches aan te brengen.
○○○
Zo ook Kunstmuseum Basel, dat nu Geniale Frauen: Künstlerinnen und ihre Weggefährten presenteert. Het is een expo die niet alleen enkele van de meest bevlogen kunstenaressen van de renaissance, de barok en het neoclassicisme presenteert, dertig in het totaal. Er wordt ook aandacht geschonken aan hun familiale context door hun schilderijen in dialoog te tonen met werken van hun vaders, broers, echtgenoten of mannelijke collega’s.
Hoewel ze een minderheid waren en velen van hen door de male gaze in de vergetelheid werden geduwd, zijn er immers genoeg vrouwen die hun plek in de kunstcanon kunnen claimen. Meer dan lange tijd werd aangenomen. Denk aan Michaelina Wautier, leading lady van de Belgische barok die pas in 2018 haar eerste overzichtsexpo kreeg in het MAS te Antwerpen. Wautier was een van de weinige vrouwen die ook monumentale historiestukken schilderde, inclusief blote venten nog wel. Van haar zijn vier prachtportretten te zien, waaronder Studie van een jonge vrouw (circa 1649-1659). Maar ook de Italiaanse Lavinia Fontana – de eerste vrouwelijke kunstenaar die buiten hof en klooster werkte – én de Duitse rococoschilderes Anna Dorothea Therbusch tekenen met topwerken present.
Michaelina Wautier, leading lady van de Belgische barok, was een van de weinige vrouwen die ook monumentale historiestukken schilderde, inclusief blote venten nog wel.
Het oudste schilderij dateert van 1548 en is van de hand van de Antwerpse Catharina van Hemessen. Het is het vroegst bekende zelfportret van een vrouw in de westerse kunstgeschiedenis. Ze kijkt je aan van achter haar ezel en lijkt te zeggen: ‘Maak plaats, jongens. Hier ben ik.’ Even verderop hangt Het portret van een edelman, geschilderd door haar vader en leermeester Jan Sanders Van Hemessen, die zijn dochter liet mee profiteren van zijn netwerk.
In de vroegmoderne tijd hadden vrouwen immers geen of amper toegang tot gildes en academies, hoewel iedereen die een vrij beroep wilde uitoefenen lid moest zijn. In de Nederlanden werd het vrouwen weliswaar niet strikt verboden. Maar door de heersende sociale en economische structuren was het allerminst evident. In Italië, bakermat van de renaissance, bleef het tot 1606 wel een no-gozone.
Het verklaart waarom schilderessen vaak uit adellijke of artistieke families kwamen, waar ze wel de juiste opleiding konden krijgen. Desnoods in het geniep. Het was een wereld geregeerd door mannen in knellende pakken en pruiken, waar gildes en academies fungeerden als poortwachters en waarin het voor vrouwen – die zogezegd niet creatief waren en zich daarom best beperkten tot interieurs en stillevens – voortdurend vechten was tegen seksistische vooroordelen.
Het oudste schilderij dateert van 1548 en is een zelfportret van de Antwerpse Catharina van Hemessen. Ze kijkt je aan van achter haar ezel en lijkt te zeggen: ‘Maak plaats, jongens. Hier ben ik.’
Vandaar dat het zou duren tot de 18e eeuw, tot de Verlichting, vooraleer vrouwen regelmatiger hun weg begonnen te vinden naar de kunstwereld. Velen waren dochters van schilders – zo ook Kauffmann, wier vader Johann Joseph een matig schilder was, zoals de expo pijnlijk duidelijk maakt. Zij konden vanuit de luwte van hun vaders’ ateliers hun talenten ontwikkelen, maar niet alle vaders of broers waren happig om hun dochter of zus de stiel te leren.
Neem Marietta Robusti, de jong gestorven dochter van Jacopo Robusti, oftewel Tintoretto. Ook zij leerde het vak van haar vader, de grote Venetiaanse renaissanceschilder. Hij nam haar mee naar openbare opdrachten, al diende ze dan wel jongenskleren aan te trekken aangezien ze anders niet toegelaten zou worden. Dat La Tintoretta – zoals ze ook wordt genoemd – aardig kon schilderen, bewijst haar Zelfportret met Jacopo Strada (1567/68). Er was dan ook veel vraag naar haar werk. Alleen verbood haar beroemde pa haar het huis te verlaten, want stel je voor dat ze hem zou hebben overklast?
Anderen wisten wél de verwachtingen van de patriarchale samenleving te trotseren. Door simpelweg te weigeren zich te laten kooien door rigide genderrollen. De Hollandse Judith Leyster (1609-1660) bijvoorbeeld. Ze was de enige vrouw die lid was van de Haarlemse Sint-Lucasgilde, werd zelfstandig meesterschilder, en opende met haar man – Jan Miense Molenaer – een gezamenlijk atelier. Leysters schilderijen zijn vaak levendige scènes van vreugde en vrolijkheid, iets wat ze wellicht van haar hedonistische leermeester Frans Hals had meegekregen.
Schilderessen kwamen vaak uit adellijke of artistieke families, waar ze wel de juiste opleiding konden krijgen. Desnoods in het geniep.
Enige minpunt van de tentoonstelling? Er is geen spoor te bekennen van Artemisia Gentileschi, toch de bekendste schilderes van de barok. Bovendien wordt ze niet eens in de zaalteksten vernoemd, wat bizar is als je het verhaal wil schetsen van vrouwen die het in de vroegmoderne tijd against all odds tot hofschilder, leraar, entrepreneur of zelfs uitgever wisten te schoppen. Konden ze in Bazel geen bruikleen van haar vast krijgen? Of dachten de curatoren: ‘Aan Artemisia – die een icoon voor vrouwenrechten werd, ook door haar verkrachter te confronteren en die rechtszaak te winnen – zijn ondertussen al genoeg expo’s, boeken en biopics gewijd. Laat het ons ook eens over al die andere geniale vrouwen hebben die zich dwars door het glazen plafond heen schilderden.’ Aan keuze geen gebrek.
Geniale Frauen
Tot 30.06, Kunstmuseum, Bazel, kunstmuseumbasel.ch
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier