Michaelina Wautier: subtiel superieure schilderes

Zelfportret van MIchaelina Wauteur © Museum of Fine Arts, Bos
Dave Mestdach
Dave Mestdach Chef film van Knack Focus

Maak plaats, oude meesters, want jullie hebben er voorgoed een vrouwelijke collega bij: Michaelina Wautier. Na haar ‘ontdekking’ enkele jaren geleden krijgt de Brusselse barokmeesteres nu in Wenen de expo die ze verdient.

No way dat een vrouw dit kan geschilderd hebben, dachten de heren kunstconnaisseurs toen ze De triomf van Bacchus onder ogen kregen: een kolkende processie van wulpse lijven, dampend van wijn en zonde, met een halfnaakte bacchante die de toeschouwer uitdagend aankijkt. ‘Te zinnelijk, te luid, te groot, te mannelijk’, luidde het verdict. En dus werd het ongesigneerde doek – 2,70 meter breed, 3,50 meter hoog – maar toegeschreven aan een van Peter Paul Rubens’ leerlingen. Tenminste: tot in de jaren zestig van de twintigste eeuw bleek dat het meesterwerk toebehoorde aan een zekere Michaelina Wautier, Brusselse jonkvrouw, geboren in Bergen rond 1614 (en niet in 1604 zoals tot voor kort werd gedacht). Wautier bleek een schilderes die niet alleen haar tijd vooruit was, maar ook de vrijwel exclusief mannelijke kunstcanon een hak zette met elke subtiele penseelstreek.

De triomf van Bacchus © Kunsthistorisches Museum, Vienna

In 2009 dook Bacchus – geschilderd rond 1655 – weer op, na een grondige restauratie die de kleuren deed gloeien als vers gegoten wijn. Het doek, lange tijd weggestopt in een depot, schittert nu als middelpunt in het Kunsthistorisches Museum van Wenen – een van Europa’s meest majestueuze kunsttempels. En precies daar, onder dat weelderige gewelf, loopt nu ook de tentoonstelling Michaelina Wautier: Malerin – de langverwachte kroon op haar wederopstanding. Zeven jaar na haar ‘herontdekking’ in het Antwerpse MAS – in 2018 kreeg ze een eerste grote retrospectieve, Michaelina: De leading lady van de barok – wordt Wautier in Wenen immers niet langer gevierd als curiosum, maar erkend als wat ze altijd was: een volwaardige barokmeesteres die haar plaats naast Rubens en Anthony Van Dyck mag claimen.

Wautier wordt in Wenen erkend als barokmeesteres naast Rubens en Van Dyck.

De expo – die nog loopt tot 22 februari en daarna in afgeslankte versie verhuist naar de Londense Royal Academy of Arts – brengt maar liefst 31 van haar 35 bekende schilderijen samen, waaronder monumentale historiestukken, ingetogen portretten en zinnelijke allegorieën. Sommige, zoals De vijf zintuigen, jarenlang in Boston opgeborgen, zijn voor het eerst in Europa te zien. Andere – Jongens die bellen blazen en Elk zijn meug – zijn pas na haar herontdekking aan haar naam gekoppeld. En mogelijk volgen er nog.

De Vijf Zintuigen: Ruiken © Museum of Fine Arts, Bos

Het resultaat is magnifiek: een oeuvre dat niet langer als vergeten voetnoot, maar als deel van de barokcanon wordt gepresenteerd. ‘Toen ik haar voor het eerst zag, dacht ik: dit kán niet’, aldus Katlijne Van der Stighelen, de Leuvense kunsthistorica die Wautier in 1993 letterlijk in een kelder in Wenen ontdekte. ‘Ik kende elk penseel van Rubens, Van Dyck, Gaspar de Crayer. Maar dit – dit was iets anders. En toen zei de archivaris: het zou wel eens door een vrouw kunnen zijn geschilderd.’

Fecit till you make it

Veel biografische informatie is er nog steeds niet. Wautier groeide op in een intellectueel milieu in Bergen, toen nog deel van de Zuidelijke Nederlanden. Haar vader stierf vroeg, haar moeder stimuleerde de opleiding van haar kinderen. Met haar vijf jaar oudere broer Charles, die ook schilder was, verhuisde ze naar Brussel, waar ze samen een herenhuis kochten vlakbij de Kapellekerk. Ze deelde vermoedelijk zijn atelier, en misschien ook zijn modellen, want haar grondige kennis van het mannelijk naakt verraadt dat ze niet alleen stiekem in boekjes had zitten bladeren. Ze bleef bewust ongehuwd, wat in de 17e eeuw ongebruikelijk was: geen echtgenoot, geen kinderen, maar ook geen beperkingen. Alleen kunst.

Haar grondige kennis van het mannelijk naakt verraadt dat ze niet alleen stiekem in boekjes had zitten bladeren.

Ze signeerde haar doeken trots met haar volledige naam – Michaelina Wautier – en soms zelfs met het al even trotse ‘invenit et fecit’, ‘ontworpen én uitgevoerd’, waarmee ze fijntjes het vooroordeel ontkrachtte dat vrouwen geen verbeeldingskracht bezaten. Haar eruditie verraadt dat ze vertrouwd was met Bijbelse, mythologische en klassieke verhalen, aangezien ze bemiddeld genoeg was om de gilderegels niet te moeten volgen. Vermoedelijk reisde ze met haar broer naar Italië, of ten minste naar de ateliers waar Caravaggio’s licht en schaduw nog nasmeulden. In haar bloemstukken citeert ze antieke motieven, in haar historiestukken verbeeldt ze heiligen met een psychologische diepte die zelfs Rubens niet zou misstaan hebben.

De Vijf Zintuigen: Zien © Museum of Fine Arts, Bos

In de expo in Wenen hangt haar werk naast dat van de groten: Rubens’ zelfportret, Van Dycks Maria met kind, Caspar de Crayers Annunciatie, Theodoor Van Loons Heilige Familie met engel. Een dialoog tussen meesters en een meesteres. Ook haar broer Charles Wautier krijgt een hoekje – als degelijk vakman, maar duidelijk de mindere van de twee, ook al werden verschillende van Michaelina’s doeken lang aan hem toegeschreven. En daartussen schittert haar zelfportret, een doek van meer dan een meter twintig hoog. Ze toont zich niet als muze of model, maar als vakvrouw: palet in de hand, kwast in aanslag. Dat zelfportret is groter dan dat van Rubens die schuin op haar uitkijkt, en je hoeft geen kunstcriticus en zelfs geen feminist te zijn om te zien wie er het meest eigentijds oogt.

Naast Rubens

Het Kunsthistorisches Museum bezit vandaag de grootste verzameling Wautiers ter wereld, grotendeels dankzij de Habsburgse aartshertog Leopold Wilhelm, die haar tijdens haar leven al verzamelde. In diens inventaris uit 1659 – onlangs herontdekt – duikt haar naam meermaals op, al werd die telkens anders gespeld: Michaeline, Michelle, Wouters, Woutiers, Vautier, Votier. Zelfs haar identiteit leek vloeibaar, wat mee verklaart waarom ze zo lang vermist bleef in de kunstgeschiedenis. Maar dat ze haar werk signeerde, redde haar van de vergetelheid. Haar St. Joachim is speciaal voor deze tentoonstelling gerestaureerd. Haar Triomf van Bacchus – waarvan de buitenkanten verloren gingen – wordt digitaal gereconstrueerd met behulp van AI. Vier eeuwen na haar dood wordt haar oeuvre letterlijk hersteld.

De Vijf Zintuigen: Horen © Museum of Fine Arts, Bos

Het is een eerherstel dat wereldwijd weerklank vindt. The Guardian, The New York Times en Le Monde publiceerden lovende recensies. Niet slecht voor een schilderes die dertig jaar geleden nog in de kelder hing. En terecht: de scenografie is verfijnd en gelaagd, de catalogus een luxueuze canonisering. Je stapt buiten met het gevoel dat je niet alleen een lange tijd vergeten kunstenaar hebt ontdekt, maar ook de grenzen van de barok hebt hertekend. En die van de kunstmarkt, want kon je Michaelina’s Jongeman met pijp in 1993 bij Sotheby’s nog kopen voor 15.000 euro; in 2019 werd er al 400.000 dollar voor betaald.

Dat vrouwen vandaag vaker hun plek krijgen in musea en op veilingen, is een zegen – al hoeft het niet geforceerd. De inclusiehonger van de kunstwereld levert soms plichtmatige herwaarderingen op. Maar bij Wautier is dat overbodig. Ze is geen excuustruus. ‘Ze is gewoon héél, héél goed’, aldus Katlijne Van der Stighelen. ‘En uitzonderlijk veelzijdig.’ Waar tijdgenoten als Clara Peeters zich beperkten tot bloemen en ontbijtjes – klein maar fijn – schilderde Michaelina de grote thema’s: strijd, geloof, begeerte. Ze deed het beter, breder, vrijer. En ze had humor. In Bacchus verschijnt ze zelf als bacchante, in een orgie van mannenlichamen, en kijkt ze de toeschouwer recht aan. Alsof je haar hoort zeggen: ‘Yep, ik deed dit, en beter dan die vunzige venten hier.’

De Vijf Zintuigen: Proeven © Museum of Fine Arts, Bos

Zorgde de eerste Wautier-retrospectieve in het MAS voor haar verrijzenis, dan is de expo in Wenen haar consecratie. En tegelijk een moment van trots, zij het met een identiteitskwestie die zelfs een minister van Cultuur zou doen zweten. Want wat was Michaelina Wautier nu eigenlijk? Belgisch? Dat land bestond nog niet. Zuid-Nederlands? Klopt, maar dat klinkt alsof je het moet opzoeken in een academisch naslagwerk. Vlaams dan? Qua stijl en temperament zeker, al werd ze geboren in Bergen en werkte ze in Brussel, dat toen nog – Bart De Wever wordt week – voor zeventig procent Nederlandstalig was. Feit is dat ze van bij ons is: ons licht, onze verf, ons temperament, ons pantheon – hoewel ‘ons’ een rekbaar begrip is, afhankelijk van wie je het vraagt.

Ze is geen vrouw ‘die het ook kon’, maar een kunstenaar die het beter deed dan de meeste. Vier eeuwen te laat, maar precies op tijd.

Hoe dan ook: in een tijd waarin de canon met terugwerkende kracht wordt verbreed, bewijst Wautier dat kwaliteit uiteindelijk bovendrijft. Ze is geen vrouw ‘die het ook kon’, maar een kunstenaar die het beter deed dan de meeste. Vier eeuwen te laat, maar precies op tijd. En dus hangt ze vandaag waar ze hoort: naast Rubens en Van Dyck, in de zalen van het Kunsthistorisches Museum, een van Europa’s mooiste kunsttempels. Terwijl Bacchus zijn glas heft, glimlacht Wautier fijntjes. De mannen mogen blozen.

Michaelina Wautier: Malerin

Nog tot 22.02.2026, Kunsthistorisches Museum, Wenen, khm.at

Michaelina Wautier

Vermoedelijk geboren in 1614 in Bergen. Er is geen geboorteakte bewaard gebleven.

Broer Charles was ook schilder, de twee deelden atelier en woning in Brussel.

Bekend voor haar portretten, religieuze en historische taferelen in een stijl gekenmerkt door dramatiek, levendigheid en een gedurfde omgang met kleur en licht.

Overleden in 1689 in Brussel, ongeveer 75 jaar oud.

Vergeten na haar dood, maar sinds de eerste Wautier-retrospectieve in 2018 in het MAS in Antwerpen herontdekt, en nu ook internationaal erkend als een van de grootste Vlaamse barokkunstenaars.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Expertise