Give peace a chance (and Yoko Ono too)

Dave Mestdach
Dave Mestdach Chef film van Knack Focus

Wat stelt de vredelievende weduwe van John Lennon voor als kunstenares? Oordeel zelf in deze retrospectieve in Londen.

Yes, I’m a witch, I’m a bitch

I don’t care what you say

My voice is real, my voice is truth

I don’t fit in your waysI’m not gonna die for you

Dat is wat Yoko Ono met het ­nodige venijn en nog meer zelf­bewustzijn zong in Yes, I’m a Witch. De Japans-Amerikaanse ­kunstenares, dichteres, zangeres, activiste en ­eeuwige weduwe van John Lennon heeft zich door haar criticasters nooit de mond laten snoeren. Gelukkig maar.


Dat ze verantwoordelijk was voor de split van The Beatles, dat ze een opportuniste was die door Lennons bed en hart in te duiken naar roem en fortuin reed, dat haar ­conceptuele kunst en muziek niets meer waren dan infantiele, ­onsamenhangende rommel, ja, zelfs dat ze lelijk en dom was: de verwijten die ze indertijd naar het hoofd geslingerd kreeg, ­waren even talrijk en vals als de ­noten op een partituur van avant-gardecomponist John Cage, met wie Ono nog samenwerkte.


Maar ondanks die kakofonie van vaak schaamteloos misogyne ­kritiek – Ono was al een gearriveerde ­kunstenares voor ze in 1966 Lennon ontmoette en met hem van tussen de lakens voor wereldvrede ijverde – bleef ze al die tijd onverstoorbaar haar eigen ding doen. Met name: spraakmakende performancekunst creëren, experimentele poëziebundels uitgeven, platen ­opnemen en strijden voor liefde, vrede en kunst als helende krachten onder het motto ‘Power is peace’.


Dat levert Ono nu, 43 jaar na ­Lennons dood, een uitgebreid, zeven decennia omspannend ­retrospectief op in de Londense Tate Modern dat sterk op interactie inzet – je kunt als ­bezoeker zelf spijkers in een kader kloppen of je contouren met wasco’s en stiften op een muur aftekenen. Wie al die jaren smalend deed over haar ­conceptuele kunst, waarin ideeën ­belangrijker zijn dan de objecten zelf, krijgt bij deze ook lik op stuk – en desnoods haar vocale acrobatieën te horen.


Maar eigenlijk was de opwaardering van Ono, in 1933 geboren in een bemiddelde bankiersfamilie uit ­Tokio, al een hele poos aan de gang, nog voor MeToo voor een ­vervrouwelijking van de kunstcanon zorgde. Wat ­David ­Bowie, Cindy Sherman en Marina Abramovic, maar ook Sonic Youth, ­Lady Gaga, Cat Power, Moby en Björk met elkaar gemeen hebben? De ­voorbije twintig, dertig jaar spraken ze allemaal hun bewondering uit voor ­Ono’s werk, waarbij ze haar ­invloed op hun eigen avant-gardistische praktijk en sociaal-politieke denken ­benadrukten. Of hoe die krijsende Japanse heks die The Beatles uiteen zou hebben gerukt – not! – met de jaren toch meer fans dan haters kreeg. En niet van de minsten.

○○○

Hoe zwaar weegt Ono, die in 2009 op de Biënnale van Venetië al de ­Gouden Leeuw voor haar oeuvre kreeg, nu echt als multidisciplinaire ­artieste? Wat stelt ze voor als ­kunstenares als je abstractie maakt van haar band met Lennon en de ­popculturele ­geschiedenis die daarmee voor ­altijd aan haar werk verbonden zal ­blijven? Kun je John en Yoko, die in 1968 ­samen naakt poseerden voor hun ­album Unfinished Music No. 1: Two ­Virgins (nog steeds een van de meest controversiële platenhoezen ooit), überhaupt van elkaar los knippen?

Tenslotte vormden de twee, die ­samen meerdere platen maakten, ­zowat een Siamese tweeling; van bij hun eerste ontmoeting in 1966 tot aan Lennons gewelddadige dood op 8 december 1980, toen de ­gestoorde Beatlesfan Mark David Chapman hem neerschoot vlak voor hun New ­Yorkse flat bij Central Park. Het was een ­onafscheidelijk duo dat ‘War is over! If you want it’ riep ten tijde van de Vietnam­oorlog – de iconische, nog altijd pijnlijk actuele zwart-witaffiche met die tekst hangt in Tate Modern prominent aan de muur – en de hippiemantra Give Peace a Chance de hitlijsten en het collectieve geheugen in zong.


Het hoeft dan ook niet te ­verwonderen dat hun befaamde ­Bed-ins – bedoeld om aandacht te ­vragen voor wereldvrede en gekenmerkt door persconferenties, interviews en interactie met bezoekers, ­terwijl het beroemde paar comfortabel een week lang in een hotelbed lag – een centrale plaats krijgen in Music of the Mind, zoals de expo in Tate Modern toepasselijk heet. De twee Bed-ins van Ono en Lennon – een in maart 1969 in Amsterdam en enkele weken later nog één in Montréal – worden immers nog steeds beschouwd als iconische ­momenten in de geschiedenis van de vredesbeweging en het activisme van de jaren zestig.


Maar ook daarvoor deed Ono al het nodige om conventies te kraken en geesten richting wereldvrede en (gender)gelijkheid te kietelen. Bovendien deed ze dat zowel met woorden, geluiden, humor, performances, films als met video’s, desnoods met ­zwarte doeken om jezelf in te wikkelen (Bag Piece uit 1964), kwestie van je als ­bezoeker toch even te ‘bevrijden van ras, sekse en gender’.

○○○

Al bij de ingang van deze blockbuster­show, die in september doorreist naar Düsseldorf, hoor je haar ‘Hello, it’s Yoko’ zeggen na het gerinkel van een telefoon uit de tijd – 1964 – dat antwoordapparaten nog niet gemeengoed waren, Ono nog met ­componist Toshi Ichiyanagi getrouwd was en je John Lennon nog alleen aan de ­gewijde zijde van Paul, George en ­Ringo kon spotten.

Na die ouverture (Telephone ­Piece) word je naar een zaal geloodst die voornamelijk uit ‘denkbeeldige ­schilderijen’ bestaat: korte, ingelijste instructies (in het Japans of het ­Engels) voor het maken van kunstwerken die alleen in de verbeelding van de kijker bestaan. Zo nodigt Ono in Painting to Be Stepped On (1961) de lezer uit om zich voor te stellen dat er een schilderij op de grond ligt en daar vervolgens op te stappen. De volledige instructie luidt: ‘Make a painting. Let it be. Allow others to step on it.’


Ono publiceerde die en ­andere instructies voor het eerst in haar doe-het-zelfboek Grapefruit (1964). Het zijn werken die het belang van de verbeeldingskracht van de ­kijker benadrukken en hem uitnodigen om actief deel te nemen aan het ­creatieve ­proces. Ze laten zien hoe kunst niet beperkt hoeft te zijn tot ­fysieke ­objecten maar ook – ‘imagine’ nog aan toe – louter ​​in de geest van de ­toeschouwer kan bestaan.

Yoko Ono. Frame from Film No. 4 Bottoms.


Dat is een van de centrale ­ideeën van de invloedrijke, neodadaïstische Fluxusbeweging, die begin jaren ­zestig ontstond. Die was erop gericht de grenzen in de kunst te ­verleggen door verschillende disciplines, ­zoals muziek, beeldende kunst, ­theater, ­literatuur en architectuur met ­elkaar te vermengen. Fluxus­artiesten ­geloofden in kunst als een middel voor sociale en politieke ­verandering en streefden ernaar om ze ­toegankelijk te maken voor een breder ­publiek. En nee, niet nood­zakelijk door een langharige popster uit Liverpool te huwen.


Componist John Cage deed het door toeval en stilte te integreren in non-composities, en desnoods door Ono over de snaren van een ‘prepared piano’ te leggen. Nam June-Paik deed het door met televisieschermen en video­tapes de verstoorde relatie ­tussen mens en technologie te ­verkennen. ­LaMonte Young deed het door minimalistische en repetitieve muziek te ­creëren waar je zowaar ook zonder weed en paddo’s in trance van raakte.

David Bowie, Cindy Sherman, Marina Abramovic, Sonic Youth, Lady Gaga, Cat Power, Moby, Björk… Ze spraken allemaal hun bewondering uit voor Ono.


En Yoko Ono, die haar leven lang tussen Oost en West ­balanceerde? Zij deed het met haar poëtische ‘instructie­werken’. Onder andere. Ze deed het ook door een gat in een canvas te maken waardoor je een ­wildvreemde de hand kunt schudden, zoals in ­Painting to Shake Hands (1961). Ze deed het door bewegende achterwerken te filmen, wat het videowerk Bottoms (1966) en een X-rating ­opleverde, waardoor haar kortfilm aanvankelijk enkel in seksbioscopen kon worden ­vertoond. En ze deed het door zich door toeschouwers de kleren van het lijf te laten knippen in haar contro­versiële performance Cut Piece (1964).


Maar daar bleef het niet bij. Ono wikkelde publieke standbeelden in doeken op het moment dat ­elders ook Christo zijn inpakpapier ­boven begon te halen. Ze liet vliegen op een bloot vrouwenlijf los terwijl ze op de klankband een vlieg van de meest ­hysterische soort imiteerde in het mee door Lennon gefilmde en ­geconcipieerde videowerk Fly (1970). En ze organiseerde een expo in het ­MoMa te New York, maar dan ­zonder dat het MoMa daar weet van had – door gewoon buiten het museum ­posters op te hangen en passanten te vragen wat ze ervan vonden.


Gelukkig is Music of the Mind geen fictieve expo. In de Tate Modern krijg je wel degelijk alle sleutelwerken uit haar pacifistisch en feministisch ­getinte oeuvre te zien, te horen en te beleven. In meerdere zalen, verspreid over de hele, tweede verdieping van het Blavatnik Building, zoals deze zijvleugel heet.


Wie langs de werken loopt – of je nu een toilet doorgespoeld hoort ­worden, of Ono met een microfoon haar stem en uw trommelvliezen maltraiteren – kan niet anders dan ­concluderen dat het vooral een retroshow is die je terugflitst naar de sixties, toen barricades opgeworpen werden, sociale, seksuele en andere revoluties ontketend werden en kunst net iets te vaak leek te zeggen: ‘Als je dit niet ­begrijpt ben je niet cool genoeg, zelfs al draag je een broek met olifantenpijpen en bloemen in je lange haar.’


Maar laat dat de pret niet ­drukken. Als activiste en als ­artieste heeft Ono, pionier tegen wil en dank op vele vlakken, wel degelijk iets te zeggen dat nog altijd relevant is, tot spijt van wie het benijdt, zoals ­diegenen die haar de split van The Beatles nooit hebben vergeven. Give peace a chance, and Yoko.

Yoko Ono: Music of the Mind 


Tot 01.09, Tate Modern, Londen, tate.org.uk

Vanaf 28.09, K20, Düsseldorf, kunstsammlung.de

Yoko Ono

Geboren op 18 februari 1933 in Tokio.

Conceptuele kunstenares, performance-artieste en vredesactiviste met een blijvende invloed op de hedendaagse kunstwereld.

Van 1966 tot 1980 de partner van Beatle John Lennon, met wie ze actief was in de vredesbeweging en meerdere platen maakte.

Verschijnt nog maar zelden in het openbaar en slijt haar oude dag op haar boerderij in het dorpje Franklin in de staat New York. Naar verluidt kampt ze met depressie.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content