Francis Alÿs, de kunstenaar die cowboy en indiaantje speelt

Children’s Game #29: La roue. Lubumbashi, Democratische Republiek Congo, 2021. 8’43’’. © Foto’s Francis Alys, Courtesy Galerie Peter Kilchmann, Jan Mot and David Zwirner Gallery.

Vanaf deze week te zien in Wiels in Brussel: de films en schilderijen van Francis Alÿs, een Belgisch-Mexicaanse kunstenaar die als geen ander gefascineerd is door kinderenspelen. ‘Kinderen eisen al spelend hun plaats in de wereld op.’

Francis Alÿs zorgde vorig jaar voor een van de hoogtepunten op de Biënnale van Venetië. Hij presenteerde er The Nature of the Game, de eerste keer dat hij met zoveel films en schilderijen over kinderspelen naar buiten kwam. Die tentoonstelling brengt hij nu naar kunstencentrum Wiels in Brussel, aangevuld met een handvol nieuwe werken.

Alÿs is al jaren gefascineerd door kinderen die spelen, vooral op openbare plekken. De kinderspelen die hij documenteert, zijn bijzonder uiteenlopend. Het kunnen wedstrijden met bizarre reglementen zijn, zoals een race met beschilderde slakken in het Pajottenland. Of jongens die op een braakland in Ciudad Juárez, Mexico cowboy en indiaantje spelen met scherven van spiegels waarmee ze elkaar proberen te verblinden. Maar het kan ook om een eenzaam spel met eigenzinnige regels gaan, zoals het meisje dat in Hongkong over strepen en scheuren in het wegdek springt terwijl ze spreuken opdreunt. Ze creëert haar eigen bubbel in de hectische stad. Een tienjarig Afghaans jongetje speelt dan weer helemaal alleen met zijn vlieger: een pantomime in de mooiste pasteltinten, alles van waarde is weerloos. Alÿs filmt ook kinderen die de verlaten stad Ani op de grens van Armenië en Turkije weer innemen terwijl ze vogelgeluiden maken. Een speelse guerrilla, niet toevallig in een beladen grensstreek. Maar evengoed filmt Alÿs kinderen die zandkastelen bouwen. Tegen beter weten in, want de zee verzwelgt alles.

Ik schilder op een hoek van de keukentafel, terwijl ik pap klaarmaak voor mijn kinderen.

Kinderspelen tonen de kracht van verbeelding en verbinding, ze zijn betekenisvol en tegelijk in mindere of meerdere mate absurd. Stuk voor stuk zijn dat ook wezenlijke onderdelen van het hele oeuvre van Francis Alÿs. Zo maakte hij in 1997 een video waarin hij zelf een blok ijs urenlang voortduwt door de straten van zijn thuisstad Mexico-Stad: bijna even doelloos als de dagelijkse sleur van de straatventers die hun kraam van en naar het centrum van de stad sjouwen. Het ijs smelt en Alÿs laat een langzaam opdrogend spoor na, als een slak. Iets doen leidt zo vaak tot niets. En toch probeert Alÿs het altijd opnieuw. Het is zijn onwrikbaar geloof in de poëzie van de daad.

Francis Alÿs, Untitled. Bamiyan, Afghanistan, 2010.
Francis Alÿs, Untitled. Bamiyan, Afghanistan, 2010. © Foto’s Francis Alys, Courtesy Galerie Peter Kilchmann, Jan Mot and David Zwirner Gallery.

Een van zijn meest absurde en tegelijk ontroerende video’s is When Faith Moves Mountains uit 2002. Vijfhonderd vrijwilligers hebben in de buurt van Lima met een schop in de hand een zandduin tien centimeter verplaatst: een nutteloze en surrealistische actie, maar tegelijk zit er iets utopisch in.

Ook in de kinderspelen zit een ontwapenende nutteloosheid. Tegelijk zijn ze belangrijk, zelfs noodzakelijk. Ze structureren tijd, ze creëren een omgeving met afspraken en reglementen – hoe absurd ook –, ze laten jongeren omgaan met elkaar en met de wereld van de volwassenen. Spelletjes imiteren maar tarten ook de regels van de samenleving. En vaak zit er een politieke ondertoon in het werk van Alÿs. Vrijblijvend zijn zijn films nooit. Alleen al omdat hij ook in oorlogszones of conflictgebieden filmt. Ook daar spelen kinderen schijnbaar zorgeloos.

Waar komt je fascinatie voor kinderspelen vandaan?

Francis Alÿs: Ik film al twintig jaar kinderspelen, maar het is pas vijf à zes jaar geleden een project op zich geworden. In het begin filmde ik ze terwijl ik met andere, grotere onderwerpen bezig was. Zo is de vroegste video – een jongen die op een heuvel tegen een lege fles schopt – gemaakt terwijl ik in 1999 met de film Rehearsal I bezig was, waarin een Volkswagen Kever een stoffige helling in Tijuana probeert op te rijden maar daar nooit in slaagt.

De tweede film was van een jongen die steentjes over het water keilt. Dat filmde ik in 2008 tijdens het brug-project: ik liet jongeren in zee gaan met een eenvoudig bootje in hun hand. De ene groep vertrok vanuit Tanger in Marokko, de andere vanuit Tarifa in Spanje. Ergens aan de horizon zouden ze elkaar ontmoeten, als een menselijke brug in de Middellandse Zee.

Toen ik in 2010 in Kaboel de film Reel-Unreel maakte, heb ik ook kinderen gefilmd die met een stok rubberbanden lieten rollen. Toen merkte ik dat ik via hen gemakkelijk contact kon leggen met de bewoners. Zo werden de kinderen en hun spelletjes stilaan een eerste kennismaking met plekken die ik niet of weinig kende: ze gaven een antwoord op vragen als wat kan ik filmen, waar moet ik op letten, hoe reageren mensen op een camera, wat zijn de afspraken en de culturele geplogenheden. De kinderspelen werden zo de beginfase van ambitieuzer projecten.

Intussen ben je bijna uitsluitend kinderspelen aan het documenteren.

Alÿs: Net voor de uitbraak van covid realiseerde ik me dat mijn films van kinderspelen een archief op zich waren en almaar belangrijker werden. Tijdens de pandemie wilde ik kinderen filmen omdat de sociale interactie wegviel en er weinig gespeeld kon en mocht worden. Bovendien zijn kinderspelen aan het verdwijnen: zeker straatspelen staan onder druk door het afbrokkelen van de sociale cohesie, het toenemende autoverkeer en het feit dat kinderen veel meer op sociale media zitten en met digitaal amusement bezig zijn. Ouders zijn in toenemende mate bang voor de veiligheid van hun kinderen op de openbare weg. Pas op, ik zeg dit ook als een vader. Zeker in Mexico, waar ik woon, is een zekere ongerustheid gerechtvaardigd. (lacht) Maar ook in België worden kinderen constant in het oog gehouden.

Children’s Game #23: Step on a Crack. Hongkong, 2020. 5’.
Children’s Game #23: Step on a Crack. Hongkong, 2020. 5’. © Foto’s Francis Alys, Courtesy Galerie Peter Kilchmann, Jan Mot and David Zwirner Gallery.

Er is nog iets aan het veranderen. Sommige spelletjes zijn duizenden jaren oud, zoals Kisolo in Congo. Het gaat terug op het zaaien van de boer: er worden gaatjes in de grond gemaakt, waarin steentjes worden gelegd. Maar in Tabacongo vond ik bijna geen kinderen meer die het spel konden spelen, alleen nog volwassenen. De overdracht verdwijnt. Het is daarom hoog tijd om kinderspelen te documenteren, bijna als een socioloog of etnoloog. De Biënnale van Venetië leek me een uitgelezen moment om een groot overzicht te presenteren. Daarna is de bal echt aan het rollen gegaan: ik krijg van overal voorstellen en uitnodigingen.

Children’s Game #27: Rubi. Tabacongo, Democratische Republiek Congo, 2021. 6’18’’.
Children’s Game #27: Rubi. Tabacongo, Democratische Republiek Congo, 2021. 6’18’’. © Foto’s Francis Alys, Courtesy Galerie Peter Kilchmann, Jan Mot and David Zwirner Gallery.

In je films van kinderspelen zit vaak een kritische en politieke ondertoon, net zoals in de rest van je werk. Ik denk aan La roue, de film die je in 2021 in Lubumbashi op de terrils van de kobaltmijn Étoile du Congo maakte.

Alÿs: Daar kwam alles samen: werkloosheid, vervuiling, uitbuiting, neokolonialisme, mensen die clandestien lithium in de berg mijnafval zoeken en de kinderen die in hun kleurrijke shirts een enorme rubberband naar boven duwen en dan in die band met een rotvaart naar beneden rollen. Onderweg zingen ze in het Swahili ‘berg, berg, we hebben je overwonnen’. Zo bedwingen ze de problemen van de plek. Dat is een van mijn films met verschillende betekenislagen. Maar soms zijn de spelletjes die we filmen niets meer dan het spel zelf.

Children’s Game #10: Papalote. Balkh, Afghanistan, 2011. 4’13”.
Children’s Game #10: Papalote. Balkh, Afghanistan, 2011. 4’13”. © Foto’s Francis Alys, Courtesy Galerie Peter Kilchmann, Jan Mot and David Zwirner Gallery.

Is het moeilijk om kinderen te filmen?

Alÿs: Zodra de kinderen merken dat je hen en hun spel ernstig neemt, worden ze geduldig en werken ze goed mee. Vaak film ik alleen en kan ik dus niet in één keer alle aspecten vanuit verschillende hoeken filmen. Kinderen willen gerust bepaalde acties opnieuw uitvoeren. Spelletjes zijn repetitief, net zoals het filmen zelf. (lacht)

Moet je je niet onzichtbaar maken?

Alÿs: Je moet een van de spelers worden, een kind onder de kinderen. Dat is mijn manier om te verdwijnen. Ik ben trouwens veel te groot om me onzichtbaar te kunnen maken. (lacht) Ik ben een jonge vader en ik moet toegeven dat ik me te midden van kinderen het meest op mijn gemak voel.

Recent heb je gefilmd in Oekraïne. Spelen kinderen daar anders?

Alÿs: Ja en nee. Ik heb gefilmd in de buurt van Charkiv, niet ver van het front. De locatie zelf was veilig, maar er hing spanning in de lucht omdat er plots luchtalarm kon zijn. De kinderen speelden er een compleet nieuw spel: op een paar honderd meter van een echte checkpoint speelden zij de rol van soldaten en vroegen chauffeurs een wachtwoord te zeggen dat Russen moeilijk kunnen uitspreken. Een oeroude truc. Er kwamen veel militaire voertuigen voorbij met mannen – vaders! – die richting front trokken. Die konden wel lachen met de kinderen. Dat spel – een vorm van imitatie – is hun manier om met de oorlog om te gaan, hun gevoelens te uiten en ook solidariteit te tonen.

Children’s Game #31: Slakken. Pajottenland, België, 2021. 4’59”.
Children’s Game #31: Slakken. Pajottenland, België, 2021. 4’59”. © Foto’s Francis Alys, Courtesy Galerie Peter Kilchmann, Jan Mot and David Zwirner Gallery.

Je bent de laatste twee jaar intensief bezig geweest met kinderspelen.

Alÿs:Ja, maar er zit geen methode in. Ik heb tot nu toe zo’n veertig kinderspelen gefilmd, maar hoe meer ik er film des te meer lacunes ik zie. Pieter Bruegel heeft alle kinderspelen die hij kende in één schilderij gestopt. Dat is buitengewoon. Die ambitie heb ik niet. Ik wil een genereus overzicht maken van huidige kinderspelen maar me ook door toevallige ontdekkingen laten leiden: of het nu oud en universeel is of nieuw en heel lokaal, zoals de Congolese meisjes die beenbewegingen en danspassen imiteren in hun bezwerende spelletje Nzango. Ik ben ook bezig met een nieuw project in Mexico, het land waar ik woon en dat moeilijke tijden beleeft. Ik wil me daar opnieuw engageren en positioneren. Na het regenseizoen, vanaf de herfst, begin ik te filmen.

Je schildert en tekent ook nog altijd.

Alÿs: Na Oekraïne heb ik twee schilderijen gemaakt, gebaseerd op tekeningen in mijn schetsboek: een kind dat fietst bij de ruïnes van zijn school en enkele kinderen die aan het spelen zijn in de krater van een raketinslag. Die scènes laten zien hoe kinderen hun plaats steeds weer opeisen en van een verwoeste plek een speeltuin maken. Kinderen manifesteren zich zo in een oorlog van volwassenen, een oorlog waar zij niets mee te maken hebben en die hun schuld niet is.

Schilderen is voor mij de perfecte manier om na een periode van intensief filmen tot rust te komen, alle informatie te verwerken en situaties vanuit een ander perspectief te bekijken. Schilderen is een soort therapie. Ik schilder op een hoek van de keukentafel, terwijl ik pap klaarmaak voor mijn kinderen. (lacht) En, heel praktisch: schilderen is mijn bron van inkomsten. Ik verkoop mijn video’s niet, de schilderijen maken mijn filmproducties mogelijk.

Francis Alÿs: The Nature of the Game

07.09 tot 07.01, Wiels, Brussel. Alle video’s zijn te zien op francisalys.com.

Francis Alÿs

Geboren in 1959 in Antwerpen, woont en werkt in Mexico-Stad.

Studeert tussen 1978 en 1986 architectuur en urbanisme in Doornik en Venetië.

Verhuist in 1986 naar Mexico, waar hij meewerkt aan de wederopbouw na de aardbeving van 1985.

Schildert, maakt video’s en animatiefilms.

Heeft tussen 2010 en 2011 overzichtstentoonstellingen in onder meer Tate Modern in Londen en MoMA in New York.

Stelt in 2022 The Nature of the Game tentoon in het Belgisch paviljoen in Venetië.

Children’s Game #39: Parol. Charkiv, Oekraïne, 2023. 8’02”.
Children’s Game #39: Parol. Charkiv, Oekraïne, 2023. 8’02”. © Foto’s Francis Alys, Courtesy Galerie Peter Kilchmann, Jan Mot and David Zwirner Gallery.
Lees meer over:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content