
Angst, burn-outs en censuur: in de coulissen van de Vlaamse musea
De Belgische kunstwereld kwam de voorbije jaren onfris in het nieuws: grote namen werden beschuldigd van toxisch gedrag. Maar ook achter de schermen van grote musea rammelt het, blijkt uit onderzoek van Knack Focus.
Voor dit artikel hield Knack Focus een intensieve bevraging van de sector. Wij spraken met SMAK, MSK Gent, M HKA, KMSKA, Rubenshuis, FoMu, Kasteel van Gaasbeek, Museum M en Bozar. We praatten met de experts Olga Van Oost (directeur FARO, Vlaams steunpunt voor cultureel erfgoed), Ann Demeester (expert museumbeleid, directeur Kunsthaus Zürich), Jan Denolf (ex-chef Subsidiëren en Erkennen van het Departement Cultuur), socioloog Pascal Gielen (Universiteit Antwerpen) en socioloog Rudi Laermans (KU Leuven). Daarnaast getuigden verscheidene bronnen uit het museumwezen. Zij stonden op hun anonimiteit, uit vrees voor ontslag.
Wie op 21 juni 2024 voorbij het gerenoveerde KMSKA in Antwerpen wandelde, kon er niet naast kijken: ‘1.000.000’. In manshoge witte cijfers op het plein voor het museum werd de miljoenste bezoeker gevierd sinds de heropening in september 2022.
Een onmiskenbaar succes, en meteen ook een prestigeoverwinning voor toenmalig Vlaams minister van Cultuur Jan Jambon en het cultuur- en erfgoedbeleid van zijn N-VA. Mede onder impuls van de Vlaams-nationalisten kreeg de museumsector de voorbije jaren een financiële injectie. De nadruk lag daarbij op ‘excellentie’: Vlaanderen moet uitpakken met zijn historische topstukken en collecties. Er werd voornamelijk geïnvesteerd in nieuwe gebouwen en renovaties. Opmerkelijk minder extra’s gingen naar de interne werking van de musea. Lees: de mensen die al dat moois toonbaar maken.
Er is nochtans een leidraad voorhanden om ook de werking van musea te upgraden. In augustus 2022 lanceerde de International Council of Museums een nieuwe definitie van wat een museum hoort te zijn. Daarin staat een uitdagende passage: ‘Musea zijn inclusief en bevorderen diversiteit en duurzaamheid. Ze werken en communiceren ethisch, professioneel en met participatie van gemeenschappen.’
De bouwkoorts in de sector toont alvast de goodwill om ruimtes toegankelijk en interactiever te maken. Er worden ook inspanningen geleverd om de wereld binnen te halen. Het SMAK in Gent, het Antwerpse M HKA, FotoMuseum en ModeMuseum en het Leuvense Museum M, bijvoorbeeld, werken met uiteenlopende partners. Dat gaat van Extinction Rebellion via verenigingen voor pleegouders tot vluchtelingen of kunstenaars uit Gaza. Het Kasteel van Gaasbeek en het Gentse STAM zetten sterk in op het museum als een plek van rust en menselijkheid, ook voor mensen met een beperking. Het team van het Rubenshuis staat geregeld voor de klas om jonge mensen warm te maken voor de meester en zijn tijd. En Bozar in Brussel zet zijn vele zalen in om multimediale projecten op te zetten en meer doelgroepen te bereiken.
De meeste getuigen wilden anoniem blijven, omdat ze vrezen voor ontslag. ‘Maar we moeten praten. Mensen staan op de rand van de burn-out.’
Toch praatten verschillende medewerkers van Vlaamse musea met Knack Focus om de interne werking van hun cultuurhuis aan te klagen. De meesten van hen wilden alleen anoniem getuigen, omdat ze vrezen voor onmiddellijk ontslag. ‘Maar we moeten praten’, klinkt het. ‘Mensen staan op de rand van de burn-out.’
Een van de getuigen wijst erop dat veel musea enkel voor de publiekswerking inzetten op inclusiviteit en diversiteit. Anders gezegd: ze spreken officieel een breed en verscheiden publiek aan, maar binnenshuis doen ze hun zin. Dat laatste kan op de programmatie slaan: ‘De publiekswerking is een soort excuustruus’, vertelt onze getuige. ‘Als die diversiteit uitstraalt, kun je gewoon programmeren met oogkleppen op, en louter inzetten op de pracht en praal die vanuit het beleid van je verwacht worden.’
Maar de inclusieve façade kan ook op het aanwervingsbeleid slaan. ‘Musea zijn semipublieke ruimten die vertrouwen creëren’, zegt professor cultuursociologie Pascal Gielen (Universiteit Antwerpen). ‘Vertrouwen tussen mensen van allerlei sociale, culturele en politieke slag. Maar ook vertrouwen in soms moeilijk te begrijpen kunst. Dat moet de kern van de artistieke werking zijn. De drempel verlagen doe je van binnenuit. Dat betekent in de eerste plaats: een zo divers mogelijk personeel vertrouwen geven.’
Freelance curator Magali Elali, die zich met haar organisatie The Constant Now inzet voor kunstenaars van kleur, onderschrijft dat. ‘We moeten mensen van kleur écht integreren’, vertelt ze aan Knack Focus. ‘Niet door quota. Niet door de poetsvrouw-met-hoofddoek of de suppoost-van-kleur. Je hebt ook diversiteit nodig onder curatoren en collectieverantwoordelijken.’ Niet toevallig stapte publieksmedewerker Nadia Nsayi onlangs op bij het AfricaMuseum in Tervuren. Ze beschuldigt de directie ervan te weinig oog te hebben voor diversiteit, en van zwak leiderschap en toxisch gedrag.
Ook de relatie met de overheid zou in sommige gevallen problematisch zijn. Het is niet onbegrijpelijk dat musea een goede verstandhouding proberen te onderhouden met de overheid die hen subsidieert. Tegelijk zit er spanning op de lijn tussen het eerder rechtse politieke klimaat en de eerder (centrum)linkse cultuurwereld.
Eén museumdirecteur formuleert het zo: ‘Het is vanzelfsprekend dat je als museum je keuzes toelicht bij de subsidiërende overheid, en verantwoordt hoe je publieke middelen aanwendt. Maar dat betekent niet dat je geacht wordt toestemming te vragen aan die overheid.’ En daar wringt de schoen. Diezelfde bron: ‘Als museumdirecteur moet je een duidelijk zakelijk én artistiek mandaat hebben, waarbinnen het museum autonoom kan beslissen, bijgestaan door adviesorganen en experts.’
Maar die autonomie wordt vandaag bedreigd door politiek samengestelde bestuursorganen. ‘Het gebeurt dat politici of bewindslieden die deel uitmaken van raden van bestuur, daar hun ideologische of partijpolitieke agenda de boventoon laten voeren en op basis daarvan eisen dat directies hun programma verantwoorden’, zegt Ann Demeester, expert museumbeleid en directeur van Kunsthaus Zürich.
Zij pleit voor een systeem, zoals in Nederland, waar in raden van toezicht alleen politici zitten die in de buitenwereld geen rol kunnen spelen in het functioneren van die instelling. Demeester: ‘Als je dat niet zo aanpakt, moet zelfs iemand met de beste intenties continu switchen tussen zijn mogelijke belangen in zijn verschillende rollen. Dat is niet zozeer menselijk falen, dat is een systeemfout.’
Die politieke druk is soms zeer concreet. Verschillende bronnen waarmee Knack Focus sprak, bevestigen dat het stadsbestuur van Brugge concreet ingrijpt in de communicatiestrategie van grote exposities of projecten, uit vrees voor reacties uit extreemrechtse hoek.
En vooral Antwerpse musea krijgen vanuit de administratie het verzoek om woorden die ‘te woke’ of ‘niet neutraal’ zijn te vervangen. ‘Dat blijft niet zonder gevolgen’, vertelt een bron, die vreest voor represailles. ‘Tijdens het brainstormen over tentoonstellingsideeën voel je onder medewerkers de gevaarlijke reflex om zichzelf te censureren, om toch maar lastige gesprekken te vermijden.’
Antwerpse musea krijgen vanuit de administratie het verzoek om woorden die ‘te woke’ of ‘niet neutraal’ zijn te vervangen.
Maar hét terugkerende thema in de gesprekken met getuigen is een toxische sfeer. Het gevoel geen vat te hebben op de job, niet gehoord of zelfs tegengewerkt te worden is op veel plaatsen tastbaar. In 2024 werden Bart De Baere en Philippe Van Cauteren, de directeurs van respectievelijk het Antwerpse M HKA en het Gentse SMAK, beticht van toxisch leiderschap. Eind februari kondige de UGent aan om geen stagiairs meer naar het SMAK te sturen. ‘Het museum kan geen veilige werkplek garanderen’, aldus de universiteit. Dat blijken geen uitzonderingen.
Een deel van de getuigen wijt dat aan de bestuursstructuren waarvan sprake. Een log bestuur kan geen baanbrekend museumbeleid voeren of efficiënt optreden tegen toxisch leiderschap. Professor sociologie Rudi Laermans (KU Leuven) stelt een eenvoudige remedie voor: ‘Installeer een vakbond. Veel dingen zouden anders liggen wanneer je gegarandeerd vakbondsvertegenwoordiging, of ten minste werknemersvertegenwoordiging zou hebben. Waarom werft men in de cultuursector soms niet meer dan 49 personeelsleden aan? Omdat je vanaf 50 medewerkers een gegarandeerde vakbondsvertegenwoordiging of vakbondsafgevaardigde moet hebben. Ik geloof niet dat ethische zelforganisatie en een preventiemedewerker per organisatie volstaan. Binnen een organisatie draait alles rond machtsbalansen.’
‘Waarom werft men in de cultuursector soms niet meer dan 49 personeelsleden aan? Omdat je vanaf 50 vakbondsvertegenwoordiging moet hebben.’
Enkele getuigen linken toxisch leiderschap aan personeelsgebrek – herinner u de overheidsinvesteringen in stenen, niet in mensen –, en dat op een moment dat er steeds meer van musea wordt verwacht.
Daar is Bert Watteeuw, directeur van het Rubenshuis, het niet mee eens: ‘Het probleem dat aangehaald wordt – meer financiering voor infrastructuur dan voor personeel, hoge personeelskosten – is reëel en moet aangepakt worden. Maar om personeelsproblemen op te lossen, moet je net tonen dat je in staat bent om je organisatie te runnen op een professionele manier die tegelijk zachtaardig en doortastend is. Binnen onze sector nemen enkele mensen al zeer lang een positie van belang in. Zo ontstaat een personencultus. Dát is de oorzaak van het toxisch leiderschap, niet de omstandigheden.’
‘Enkele mensen nemen al zeer lang een positie van belang in. Zo ontstaat een personencultus. Dát is de oorzaak van het toxisch leiderschap.’
In een reactie laat minister van Cultuur Caroline Gennez (Vooruit) weten: ‘Steeds meer mensen, zowel in Vlaanderen als van ver daarbuiten, vinden hun weg naar onze musea. Dat is positief. Maar dat succes mag ons niet blind maken voor problemen. De Vlaamse cultuurinstellingen zijn verantwoordelijk voor het garanderen van een veilige en inclusieve werkvloer. Openheid, vrijheid en participatie zijn de sleutelwoorden van het beleid de komende jaren. Samen met minister van Media Cieltje Van Achter (N-VA) werken we ook aan concrete plannen om grensoverschrijdend gedrag en toxisch leiderschap in heel de cultuur- en mediasector aan te pakken.
‘Ik vind het ook ontzettend belangrijk dat onze kunstenaars en cultuurinstellingen de vrijheid krijgen om hun ding te doen, ook al is het kritisch ten opzichte van het beleid of van de politiek. Dat is des te belangrijker nu extremistische partijen overal aan invloed winnen en gaan bepalen wat toegelaten is in kunst en wat niet. Zelfcensuur moeten we absoluut vermijden. Voor mij mag het al eens wrijven. Dat geeft meer glans.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier