100e verjaardag Jackson Pollock herdacht
Jackson Pollock, de vader van de zogenaamde action painting, zou afgelopen weekend 100 geworden zijn.
De Amerikaanse kunstschilder Jackson Pollock (Wyoming 1912 – 1956) zou dus dit jaar honderd zijn geworden. Hij was een van de sterren van de Amerikaanse abstract-expressionistische schilderkunst en werd de vader van de zogenaamde “action painting”.
Zijn systeem bestond er in het canvas op de grond te leggen en de verf er losjes op neer te laten druppelen. Bij de verf mengde hij soms zand en andere substanties om het oppervlak te granuleren waardoor het ruwer werd en er een soort derde dimensie op te zien was. Men noemde hem “Jack the dripper” en zijn techniek is ook in Europa door menig kunstenaar overgenomen, maar zelden bereikten anderen de intensiteit van het originele.
Ik beeld geen realiteit uit, stelde hij, maar ik breng mijn gevoelens op het doek, eerder om ze uit te spreken dan ze te illustreren. Het fysieke van de schildersdaad, het laten lopen van de verf, het spuiten uit de tubes, het bestrooien met zand of aarde, de borstelstreken is een factor die omgezet wordt om een soort abstract zielenlandschap te creëren dat in zijn kleurrijk labyrintisch patroon de toeschouwer niet onberoerd kan laten.
Zijn succes was tot op vandaag dan ook groeiend en in de voorbije eeuw werd bijvoorbeeld een deal gesloten tussen twee verzamelaars waarbij voor een van zijn werken naar het schijnt 140 miljoen dollar zou betaald geweest zijn.
Vervalsing
Het succes dat Pollocks’ schilderijen kende, lokte kunstvervalsers in de verleiding om geld te verdienen. Nochtans poneerde de kunsthistoricus Robert Hughes: “Een Pollock kan met niet vervalsen. Wie er zich aan waagt, brengt alleen maar spaghetti te voorschijn”. De Londense hedgefund directeur Pierre Lagrange zal het moeten toegeven.
In 2007 verwierf hij voor 17 miljoen dollar een schilderij van Pollock, vermoedelijk uit 1950, en moest achteraf vaststellen dat het inderdaad om spaghetti ging en niet om kunst. Het gerenommeerde veilinghuis Christie’s weigerde het schilderij op zijn authenticiteit te onderzoeken. Het was voor de deskundigen evident dat schilderijen van Pollock zelden op de kunstmarkt aanvaard worden zonder dat ze voorkomen op het register van de erkende werken. Ann Friedmann, directeur van de eerbiedwaardige New Yorkse galerie Knoedler & C °, waar het werk werd gekocht, beriep zich daarentegen op het advies van twaalf experts die haar de echtheid van het schilderij bevestigden. Terwijl het curriculum van het werk slechts melding maakte van een “geheime verzamelaar”.
Lagrange klaagde de galerie aan die repliceerde dat hij maar beter een financieel expert had geraadpleegd die de risico’s grondig had kunnen incalculeren.
Geen alleenstaand geval
Ook met werk van Robert Motherwell (1915-1991), die andere Amerikaanse abstract-expressionist, liep het mis. Twee van zijn schilderijen werden aangeboden door een suikerbaron uit Mexico enerzijds en door een prinses uit Koeweit anderzijds. Het kwam terecht in de verzameling van de weinig bekende galeriste Glafira Rosales, die op Long-Island haar stek had. Maar ook die kunstwerken bezaten geen geloofwaardig pédigré.
Rosales handelde ook in werken van andere Amerikaanse meesters zoals Richard Diebenkorn en Mark Rothko. Geruime tijd hield de FBI haar trouwens in het vizier. Hardnekkig houdt ook de voormalige kunsthandelaar Julian Weissman die Motherwell lang vertegenwoordigde, vol dat Langrange’s schilderijen echt zijn maar hij heeft wel een aanklacht aan zijn broek gekregen. Voornoemde Ann Friedmann weerlegt de aanklacht door er op te wijzen dat zij bij Rosales, voor haar privéverzameling, een Pollock, een Motherwell en een Rothko kocht.
Vreemd dat de directeur van een gerenommeerde galerie aankoopt bij een obscure collega. Maar nog vreemder is het dat Knoedler, die handelde in het oeuvre van John Singer Sargent, Helen Frankenthaler, Pollock en andere Amerikaanse kunstreuzen, en die zowel het Metropolitan Museum (New York) als het Louvre (Parijs) onder haar klanten telde, na 165 jaar onverwacht zijn deuren sluit. Niemand schijnt te weten waarom en de bijkomende vraag is wat er met de omvangrijke bibliotheek, de briefwisseling en de onschatbare authentieke documentatie staat te gebeuren.
Nu hebben de Verenigde Staten ook een vervalsingsschandaal. Het is weer eens wat anders dan destijds in Nederland de zaak Vermeer/van Meegeren.
Ludo Bekkers
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier