Van coke naar crèche, van whiskey naar waterpark met auteur Leslie Jamison

Roderik Six
Roderik Six Journalist voor Knack

Sinds de geboorte van haar dochter is het leven van de gerenommeerde Amerikaanse auteur Leslie Jamison drastisch veranderd. In haar nieuwe essaybundel Splinters legt ze haar moederziel bloot.

‘Mijn excuses, ik kom net terug van een waterpretpark.’ Leslie Jamison verontschuldigt zich omdat ze een paar minuten te laat op het scherm verschijnt. ‘Mijn dochter Ione is dol op zwembaden. Ze is zes onder­tussen en onze definities van plezier groeien langzaam naar elkaar toe. Zie het als twee overlappende venndiagrammen: steile waterglijbanen vinden we blijkbaar allebei plezant. Best spannend, in zo’n nauwe buis naar beneden suizen.’

Plastic palmbomen, chloor en zuurstokkleurige glij­banen: niet ­meteen het beeld dat je ­associeert met een ­vooraanstaande ­Amerikaanse ­intellectueel. Leslie ­Jamison ­debuteerde in 2010 met de in alcohol gedrenkte roman De gin-kast, maakte internationaal furore met de essaybundels Examens in ­empathie en Ontwenning en geeft tegenwoordig les aan Columbia University.


Als je slechts één van haar ­essays leest, laat het dan 52 Blue uit haar bundel Laat het ­schreeuwen, laat het branden zijn. Daarin brengt ze het ontroerende relaas van de ­eenzaamste walvis ter ­wereld. Zijn gezangen zijn onhoorbaar voor zijn soortgenoten in de Stille ­Oceaan, maar de opnames van zijn ­melodieën worden wereldwijd online ­becommentarieerd. Met een essay over een zoogdier met een twitteraccount dat troost biedt aan een ­virtuele ­gemeenschap, bewijst ­Jamison dat ze schouder aan schouder staat met literaire reuzen als Joan ­Didion en David Foster Wallace.


Jamison schrijft met het mes op tafel. Zonder schroom ­dissecteert ze haar leven – haar ­worsteling met anorexia, haar ­alcohol- en drugsverslaving – en ook in haar nieuwe boek Splinters legt ze haar ziel op de snijplank. Genade­loos beschrijft ze hoe haar huwelijk met auteur Charles Bock op de ­klippen loopt en hoe ze met haar ­baby van dertien maanden een nieuw leven probeert op te bouwen. Hoe laveer je tussen de brokstukken van de liefde? Hoe overleef je slapeloze nachten? Wat betekent het om een tegelijk moeder, dochter, ­docente, schrijver en minnares te zijn?


‘Zo samengevat klinkt de thematiek nogal zwaarwichtig,’ erkent de goedlachse Jamison, ‘maar Splinters is voor mij bovenal een ode aan de liefde en aan de ­menselijke veerkracht. Het is hard, als alleenstaande moeder een kind opvoeden terwijl je het puin van je ­huwelijk ­opveegt. Maar Charles en ik hebben ook mooie ­jaren gekend, het was niet louter kommer en kwel. Een bittere liefdes­breuk mag je rol als ouder niet in de weg te staan. We zijn het aan Ione verplicht om ­beschaafd met elkaar om te gaan.’

De Vlaamse auteur Jef Geeraerts stelde ooit dat er in een poel geen plaats is voor twee krokodillen, waarmee hij bedoelde dat twee schrijvers in een huwelijk elkaar verslinden.

Leslie Jamison: Dat is een geweldige ­metafoor. Nochtans ken ik genoeg schrijvers­koppels die vreedzaam kunnen samen­leven. Zelf vond ik het een ­verrijking. We deelden een liefde voor taal: we lazen elkanders ­teksten en moedigden elkaar aan. Soms ­botste het. Charles kon heel klein­zerig reageren op mijn kritische opmerkingen, hij had last van drift­buien en voelde zich vaak miskend als auteur. Anderzijds hebben we een grootse liefde gekend.

Zijn eerste echtgenote overleed aan leukemie. Bemoeilijkte dat jullie huwelijk?

Jamison: Je kan niet concurreren met een dode geliefde. Maar dat wist ik vooraf. (aarzelt) Ik vind het moeilijk om in een interview over hem te praten. In Splinters heb ik mijn versie van de ­feiten gegeven. Die stemt niet noodzakelijk overeen met zijn visie. Maar hij heeft de tekst na­gelezen en hij heeft er vrede mee. Het is jouw recht en plicht als journalist om naar hem te vragen, en ik wil me niet achter de ­stilte verbergen, maar ik verwijs toch liever naar het boek. Daar staat alles in de juiste bewoordingen neergepend.

Iedereen die voorkomt in mijn boeken krijgt trouwens vooraf het manuscript toe­gestuurd. Ik luister naar hun opmerkingen, zonder te ­garanderen dat ik de tekst ga aanpassen. Het lijkt me maar fair om de dialoog aan te gaan, maar de eind­beslissing ligt bij mij. Ja, je loopt het risico om vriendschappen te ­verliezen, maar tegelijk moet ik trouw blijven aan mijn schrijverschap.

Veel vrouwen worstelen met hun kinderwens. Het is een ingrijpende beslissing. Heb jij getwijfeld?

Jamison: Ik heb altijd een kind ­gewild. Er zijn tig argumenten tegen de menselijke voortplanting. Zeker als vrouw. Je lichaam wordt plots een draagzak van vlees, je ­carrière wordt op pauze gezet, financieel is het een zware belasting en je zou zelfs een ecologisch argument kunnen aandragen: verbazend hoeveel luiers zo’n klein wezen vol kan poepen. Toch oversteeg mijn kinderwens elke rationele tegenwerping. Zelf heb ik altijd een goede band gehad met mijn moeder en grootmoeder, en ik wilde in die keten plaatsnemen. Ik was zelfs benieuwd naar de fysieke pijn van de bevalling, naar de grens­ervaring van nieuw leven te scheppen.

Je herschept ook jezelf. Plots stelt je ego niks meer voor, plots is je kind de belangrijkste persoon op aarde. ­Prijzen, bestsellerlijsten, intellectuele erkenning: al die ijdelheid ­versplintert na de geboorte meteen. Nu, na een poosje steekt de draak der ambitie toch weer de kop op, hoor. Daar is geen zwaard tegen opgewassen.

Je weigerde aanvankelijk om Ione ‘onze’ dochter te noemen. Dat klinkt een tikkeltje wreed.

Jamison: Toch voelde het zo. Het bezits­voornaamwoord sloeg enkel op mij. Rationeel weet ik dat er een ­vader bestaat, dat hij ook bijdraagt aan de opvoeding, en Ione is dol op hem, maar in mijn beleving is het míjn dochter. Dat vind ik niet sympathiek van mezelf, maar ik streef naar eerlijkheid en dan zou het flauw zijn om mijn slechte kantjes te verbloemen. Het mes snijdt aan twee kanten.

Tijdens het eerste levensjaar van je dochter komen er amper mannen voor in je leven.

Jamison: Ik wil niet veralgemenen of de rol van mannen ­minimaliseren, maar na de geboorte van Ione had ik geen behoefte aan mannelijk gezelschap. De meeste steun, praktisch en emotioneel, kreeg ik van mijn moeder en mijn ­beste vriendinnen. Zij ­hebben, puur bio­logisch, ook meer ervaring. Ze ­weten hoe pijnlijk weeën zijn, hoe ­verminkend een keizersnede kan aan­voelen, hoe lastig het kan zijn om borstvoeding te geven en te kolven. Zij ­kennen de slape­loze nachten, de voortdurende onrust – ‘Ademt mijn kindje nog?’ – en de schuldgevoelens wanneer je je kind voor het eerst bij een babysit achterlaat, ook al is het maar voor een uurtje. Het was geen ­bewuste ­feministische keuze om ­mannen uit mijn wereld te weren, het voelde ­natuurlijker om me met ­zusters te omringen.

Je schrijft dat je al je hele leven een leegte probeert te vullen. Met drank, drugs, seks, en nu ook met een baby. Maar waar komt die leegte überhaupt vandaan?

Jamison: (verbouwereerd) Dat is de vraag van één miljoen natuurlijk. Mocht ik het antwoord kennen, dan zou ik waarschijnlijk geen boeken ­schrijven. Het zou me ook heel wat therapie ­besparen. (denkt na) Waarschijnlijk zijn we als mens niet genoeg voor onszelf. Mocht dat wel zo zijn, dan zouden we ­perfect tevreden in een cocon leven, ­zonder hunkering naar de ander, naar de ­wereld, naar ervaringen. Leegte is in­herent aan ons bestaan, het zorgt ervoor dat we de wereld tegemoet treden.

Er zijn tig argumenten tegen de menselijke voortplanting. Verbazend hoeveel luiers zo’n klein wezen kan vol poepen.

En dan ontmoet je Tumbleweed, een man die je omschrijft als ‘een lappendeken van rode vlaggen’. Een rondtrekkende muzikant, met een gezonde appetijt voor drank en drugs en een aversie voor monogamie. Klinkt als an accident waiting to happen.

Jamison: Sinds wanneer is verliefdheid een verstandige keuze? Tja, hij ­belichaamde alles wat ik op dat ­moment niet was. Hij stond symbool voor vrijheid, terwijl ik letterlijk vast­geklonken zat aan mijn dochter. Zij kon niet zonder borstvoeding, hij kon gaan en staan waar hij wilde. Natuurlijk was onze relatie – als je het zo kon noemen – gedoemd om te mislukken. Maar dat is geen reden om het niet te proberen. Als je rekening houdt met de statistieken, begint niemand nog een affaire.

En ja, het was gevaarlijk. Ex-­verslaafden blijven best uit de buurt van druggebruikers. Daarin school natuurlijk de aantrekkingskracht, ­misschien probeerde ik via hem een plaatsvervangende high te beleven. Daarnaast was het ook een ­boeiende man, met een scherpe blik op de ­wereld. Hij doorprikte even de burgerlijke ballon waarin ik toen leefde.

Denk je soms: fuck it, ik ga een whiskey bestellen?

Jamison: (lacht uitbundig) God, ja! Met de jaren is de verleiding geslonken, maar die hunkering gaat nooit weg. Ben jij nuchter?

Op dit moment wel – het zou er maar aan mankeren – maar ik ben geen geheelonthouder, als je dat bedoelt. Vanavond klik ik wel een biertje open.

Jamison: Proost. Dat is voor mij de ­grote valkuil: denken dat je met één glas, met één lijntje voldoende zult hebben. Het is veel beter nu, maar die ­verslaafde vrouw woont nog altijd in me. Als een lastige maar leuke flatgenote die ­jengelt om een avondje tooghangen.

Eén benijdenswaardig voordeel aan je baby: je ging elke dag met haar naar het museum omdat de beweging haar in slaap suste. Hoe heb je die herhaling van schoonheid ervaren? Als een verdieping, of net als een afstomping?

Jamison: Prachtige vraag. De ­geboorte van Ione heeft mijn ervaring met tijd veranderd. Vroeger beschouwde ik tijd als een munteenheid: als ik nu een semester les geef, dan kan ik in de ­vakantie schrijven. Een baby ­verbrijzelt de tijd. Alles bestaat uit herhaling: een kind dwingt je in een loop van ­voeden, slapen, voeden en hopelijk weer ­slapen. Mijn enige uitstap bestond uit een ­dagelijks bezoek aan het Brooklyn ­Museum. Daar heb ik urenlang ­gesleten voor één schilderij: A Storm in the Rocky Mountains van Albert Bierstadt. ­Zoals de titel doet vermoeden is het een ­furieus doek, vol tumult, ­dreiging en wilde natuur – alles wat toen ­buiten mijn bereik lag. Opnieuw en opnieuw naar hetzelfde canvas turen en ­telkens nieuwe details ontdekken: ik kan het ­alleen maar aanraden. Mijn tip: leen even de baby van een uitgeputte ­vriendin en doe een museumrondje – twee vliegen in één klap.

Splinters

Uit via Nijgh & van Ditmar.

Leslie 
Jamison

Geboren op 21 juni 1983 in Washington D.C., groeit op in Los Angeles.


Studeert in 2004 af aan Harvard en zet haar schrijversopleiding verder aan de Iowa Writers’ Workshop, de befaamde kweekschool voor literair talent.


Debuteert in 2010 met de roman De gin-kast.


Publiceert in 2014 haar eerste essaybundel Examens in empathie. In 2018 en 2019 volgen de bundels Ontwenning en Laat het schreeuwen, laat het branden.


Publiceert nu Splinters.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content