‘Park Life’ van Shuichi Yoshida is niet spectaculair, maar de duivel schuilt in de details
Shuichi Yoshida, Zirimiri Press
Park Life
Oorspronkelijke titel: Paku Raifu, 128 blz, 20,00 euro
Twee eenzaten leren elkaar kennen in een park. Prijsbeest Shuichi Yoshida puurt een bizar sprookje uit een toevallige ontmoeting.
De metro valt stil. Even flikkeren de lichten, dan hapert de airco. De man voelt paniek langs zijn hart glibberen. In elk ander land zou een sputterend metrostel geen reden tot ongerustheid zijn, maar dit is Tokio, waar de vervoermaatschappij excuses aanbiedt als een trein twintig seconden te vroeg vertrekt. Daarenboven nadert de metro het Kasumigaseki-station, de plek waar de religieuze sekte Aum Shinrikyo met saringas ooit een aanval pleegde waarbij zes forenzen om het leven kwamen.
De man wijst naar een poster voor orgaandonatie en zegt luidop – in zijn zenuwachtigheid is hij vergeten dat zijn collega Kondo een paar haltes eerder is uitgestapt – dat hij het toch maar griezelig vindt, een dood lichaam dat ontmanteld wordt. Niet de juiste opmerking op dat moment en iedereen in de coupé staart hem ontzet aan. Gelukkig redt een vrouw hem uit de sociale brand: ze doet alsof ze elkaar kennen, reageert vriendelijk en ontmijnt de beschamende situatie.
Later ziet hij haar opnieuw in het Hibaya-park, de groene oase waar hij bijna dagelijks op hetzelfde bankje plaatsneemt. Meestal kletst hij daar met Kondo. Ze klagen over de lange vergaderingen over lavendelgeuren en bruisballen bij het cosmeticabedrijf waar ze voor werken. Of hij staart naar de duiven, naar de fontein, naar de bejaarde man die met een ballon aan het spelen is.
In het park valt altijd iets te beleven want verder is zijn leven eerlijk gezegd saai. Op dit moment past hij op het huisdier van een bevriend koppel en zijn moeder komt op bezoek. ‘Spectaculair’ is niet het woord dat je zou gebruiken om dat bestaan te typeren.
Daar komt nu misschien verandering in: in een dapper moment spreekt hij de vrouw aan en ondanks de daaropvolgende schutterige conversatie besluiten ze elkaar opnieuw te ontmoeten. Wordt hier, op een bankje in het park, de kiem gelegd voor een romance?
In 2002 ontving veelschrijver Shuichi Yoshida voor Park Life de prestigieuze Akutagawaprijs. Het duurt een poosje voor je begrijpt waar hij met zijn korte roman naartoe wil. Een naamloze man ontmoet een naamloze vrouw, er wordt wat gewandeld en gepraat, gekletst en geslenterd, gekuierd en gekout. Spectaculair is, opnieuw, niet het woord dat je zoekt.
Maar de duivel schuilt in de details. Yoshida eist dat je meekijkt met zijn meedogenloze blik. Er zijn rare verdubbelingen en na een tijdje valt ook de terugkerende symboliek op: waarom is de man zo geobsedeerd door ingewanden? En is het niet vreemd dat hij een avatar heeft? Zo vertelt Yoshida op een sluwe manier iets over de rigide Japanse maatschappij en de verpletterende eenzaamheid van de middenklasse die, ingesnoerd door sociale regels, amper nog aan liefde toekomt. Park Life laat je niet meer los.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier