Met ‘Duistere Zaken’ schreef Stephen King opnieuw een prima huiverroman voor aan het zwembad

4 / 5
© Getty

Stephen King, Boekerij

Duistere Zaken

Oorspronkelijke titel: You Like It Darker, 432 blz, 24,00 euro

4 / 5
Roderik Six
Roderik Six Journalist voor Knack

Stephen King is nog steeds de koning van het knekelveld.

Freelancejournaliste Ruth Crawford is geïntrigeerd. Hoe komt het dat twee boerenkinkels uit een onooglijk gehucht als Castle Rock plots wereldberoemde kunstenaars zijn geworden? Laird Carmody en Butch LaVerdiere waren jeugdvrienden die in Castle Rock de lokale schroothoop uitbaatten en in hun vrije tijd gingen vissen en jagen. Zeker, Laird kon in de lokale bar wel een sappig verhaal vertellen en zijn kameraad schilderde weleens een karikatuur, maar niemand had kunnen vermoeden dat Laird een bestsellerauteur zou worden en dat Butch’ doeken miljoenen zouden opbrengen.

Crawford raakt niet ver met haar onderzoek maar Mark, de zoon van ondertussen wijlen Laird, ontdekt bij het uitruimen van zijn vaders huis een geheime lade met oude manuscripten. Broddelwerk dat ver staat van de literaire hoogstandjes waarvoor Laird later lof van Donna Tartt kreeg. Eén verhaal werpt wel een licht op het artistieke ontwaken van de twee talenten. Een letterlijk licht. Een licht dat niet hoort te bestaan. Alles leidt naar een jagershut in het woud en Markey besluit het vervallen gebouwtje te bezoeken. Maar of dat nu zo’n goed idee is?

In Twee getalenteerde rotzakken, het openingsverhaal van de nieuwe verhalen­bundel van Stephen King, recycleert de Amerikaanse horrortovenaar de Faustmythe. Hebben de twee makkers net als Robert Johnson hun ziel aan de duivel verkocht? Of heeft talent gewoon tijd ­nodig om te rijpen? Het zet meteen de donkere toon voor de rest van de soms zeer lijvige kortverhalen: Twee getalenteerde rotzakken klokt af op ruim zestig pagina’s en Danny Coughlins nare droom heeft zelfs de omvang van een korte ­roman. King is duidelijk in een gulle bui. Met de nachtmerrie van die bewuste Danny bewijst hij meteen ook waarom hij nog steeds de koning van het kerkhof is: die paranormale minithriller leest als een perfecte krimi.

Niet elk verhaal barst van de originaliteit – Willy de Weirdo lijkt wel een doorslagje van een Tim Burton-scenario – maar op zijn zesenzeventigste weet King je af en toe nog te verrassen. In De vijfde stap verwerkt hij zijn eigen coke-en drankverslaving en laat hij een AA-meeting gruwelijk ont­sporen. In Finn drijft hij de spot met de spionage­romans van zijn overleden collega Robert Ludlum. Het wordt vaak over het hoofd gezien, maar King kan ongemeen grappig zijn.


De laatste jaren ben ik Stephen King almaar liever gaan lezen – zijn JFK-roman 22-11-1963 is een persoonlijke favoriet –, ook al omdat zijn boeken steeds minder griezelclowns en zombiekatten bevatten. King heeft geen monsters meer nodig, hij legt de horror in ons eigen hoofd bloot. Zijn bondige stijl en vernuftige verteltechnieken strekken trouwens tot lering: wie overweegt om een spannend caféverhaal om te turnen tot een literaire tekst, moet Kings schrijflessen ter harte nemen. En wie onder de parasol gewoon eens wil huiveren, mag Duistere zaken op de badhanddoek leggen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content