Een lekker lange kwelling, zonder verlossing. Tony Tulathimutte tergt zijn personages. En soms ook de lezer.
Kant aarzelt. Hij staart naar de blote billen die over zijn schoot gedrapeerd liggen. De bleke huid, de haartjes, een verdwaalde pukkel. De man wacht. Kant vermant zichzelf en geeft de billen een paar klappen. De man zucht, maar kreunt niet. Moet hij harder slaan? Telkens op dezelfde plek of is het beter om af te wisselen? Hij wordt aangemaand: straf me maar, ik ben een stoute jongen geweest, een vies vuil mannetje dat berispt moet worden. Kant klopt erop los en kijkt rond in de schrale kamer. Zijn aandacht verslapt, samen met zijn erectie: dit is gewoon zielig. Wanneer hij de man per ongeluk op de ballen slaat, is de seksdate abrupt voorbij.
Later leert Kant in de sportschool Julian kennen. Julian is lief en geduldig, en maant Kant aan om zijn seksualiteit te verkennen. Kant weet precies wat hij wil: mannen vernederen, tot op het bot. Hij wil een seksslaaf die hij naar believen mag pijnigen. Het enige probleem: Kant schaamt zich voor zijn fantasie. En hij schaamt zich voor zijn schriele lichaam – hoe kan hij met dit kippige lijf een dom worden? Een eerste poging – zijn pik zo diep in Julians keel dat-ie bijna stikt – is een mislukking. Het is raar om je pijpende geliefde een ‘goor varken’ te noemen, en Julian neemt wijselijk de benen. Kant is weer verdoemd tot de krochten van het internet: kan die ene advertentie eindelijk soelaas brengen?
Centrale zin: Als hij een deurmat moet zijn, dan tenminste een deurmat met WELKOM erop.
Een blauwtje lopen. Dat is het centrale thema in de verhalenbundel van de geroemde Amerikaanse schrijver Tony Tulathimutte. In elk verhaal krijgt het hoofdpersonage het seksuele deksel op de neus en Tulathimutte schept er plezier in om zijn protagonisten tot wanhoop te drijven. In het openingsverhaal De feminist volgt hij een jongen die zo hard zijn best doet om een feminist te zijn dat de meisjes hem niet meer zien staan. Ondanks zijn totebag – ‘Read Women!’ – belandt hij steevast in de friend zone. Pagina na pagina, jaar na jaar blijven de vrouwenbenen gesloten, tot hij gefrustreerd moet vaststellen dat hij een incel is geworden, een mannelijke eenzaat die zijn maagdelijkheid wijt aan onwillige vrouwen.
Tulathimutte kan rekenen op lof van onder meer Jonathan Franzen, wat enige verwachtingen schept. Die lost hij niet meteen in. Tulathimutte neemt ruimschoots de tijd om zijn personages te kwellen en heeft een broertje dood aan subtiliteit – elk verhaal schreeuwt: dit is een satire, heb je het door?
Pas aan het einde onthult Tulathimutte zijn compositorische talent. Hij spot met macho’s en complotdenkers, en zet zichzelf te kijk in het slotverhaal waarin zijn uitgever het manuscript van Afwijzing afwijst. Lekker postmodern, en lekker doortrapt: door zijn eigen verhalen kapot te analyseren is hij de critici te vlug af. Sluw, ware het niet dat ook dat verhaal langdradig overkomt. Of was dat net de bedoeling, Tony?