In ‘Het Vlees’ perfectioneert David Szalay zijn kille, bijna nihilistische schrijfstijl

4 / 5
David Szalay, auteur van ‘Het Vlees’ © Getty

David Szalay, Nijgh & Van Ditmar

Het Vlees

Oorspronkelijke titel: Flesh, 344 blz, 23,00 euro

4 / 5
Roderik Six
Roderik Six Journalist voor Knack

Lust, verderf, afgerukte ledematen en een rottende ziel – welkom in de vrolijke wereld van David Szalay.

István groeit in de jaren tachtig op in een Hongaars appartementencomplex. De geur van het communisme is nog niet helemaal vervlogen. Zopas is de eerste McDonalds geopend, maar de armoede is daarmee nog niet verdwenen. Het kapitalisme, zo zal István doorheen zijn leven leren, begunstigt vooral de elite en de sjacheraars – wie valsspeelt, kan zijn zakken vullen. Om het gezinsbudget op te krikken, moet István bijklussen. Hij helpt de buurvrouw met de boodschappen omhoog sjouwen. In ruil krijgt hij wat zakgeld en een inwijding in de fysieke liefde, want de buurvrouw geilt op jonge knapen. Maar hun affaire kent een noodlottig einde.

Een paar jaar later sjokt István door de Iraakse woestijn. Uit miserie heeft hij zich ingeschreven bij het Hongaarse leger en nu moet hij onder een brandende zon konvooien beschermen. Een routineus werkje, tot de ontmijningsdienst een bermbom over het oog ziet en István de verhakkelde ledematen van zijn wapenbroeders uit het zand mag rapen. Na vijf jaar zwaait hij af, met de nodige medailles en een knoert van een trauma. Drugs, drank, anonieme seks – het mag allemaal niet baten: de woede blijft in hem branden.

Centrale zin: De eerste narcissen komen op in een vijandige wereld.

Maar een militaire opleiding biedt ook mogelijkheden. Voor hij het goed en wel beseft, staat hij als portier voor de deur van een Londense stripclub. Af en toe valt daar een gratis pijpbeurt te sprokkelen, maar doorgaans kijken de stripteaseuses op hem neer. Ze willen allemaal een rijke man aan de haak slaan en ook István hunkert naar financiële zekerheid. Wanneer hij na zijn nachtdienst een oude man van twee belagers redt, krijgt hij de kans van zijn leven – is het lot hem dan eindelijk gunstig gezind?

De Hongaars-Engelse schrijver David Szalay, die eerder hoge ogen gooide met zijn boeken Wat een man is en Turbulentie, perfectioneert in nieuwe roman Het vlees zijn kille, bijna nihilistische stijl. Zijn portret van een man die zich overlevert aan de grillen van de wereldgeschiedenis doet denken aan het werk van Michel Houellebecq: ook bij Szalay is de mens slechts een machine van vlees die door de eeuwige nacht marcheert.

István is dan ook geen sympathiek hoofdpersonage. Zijn persoonlijkheid beperkt zich tot mompelen en schouderophalen, voor hem is alles prima, wat maakt het uit, waarom niet? Dikwijls krijg je als lezer de neiging om hem te stompen: maak nu eens een vuist, grijp nu eens je kans, open je hart! Maar voor István lijkt het leven bij voorbaat verloren. Waarom moeite doen als de dood altijd wint?

Szalay levert ijzersterk werk af. Geen vrolijk zomerboek, maar een grimmig onderzoek naar de mens die wegkwijnt in het laatkapitalisme.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content