In ‘Engelenbrood’ blijkt dat ook punk-oma Patti Smith ooit een gewoon meisje was

4 / 5
Met ‘Engelenbrood’ brengt Patti Smith haar memoires uit © Getty

Patti Smith, De Geus

Engelenbrood

Oorspronkelijke titel: Bread of Angels, 351 blz, 21,00 euro

4 / 5
Roderik Six
Roderik Six Journalist voor Knack

Muziekicoon Patti Smith duikt in haar bijzondere jeugd in haar nieuwste, autobiografische boek Engelenbrood.

Een paar jaar geleden troonde mijn vriendin me mee naar een concert van Patti Smith. Eerlijk gezegd wist ik weinig over The Godmother of Punk. Ja, ik kende Gloria, en had Bruce Springsteen niet ooit een nummer voor haar geschreven? Punk leek me ook een raar woord om Smith te omschrijven. Punk associeerde ik met zweterige kraakpanden, podia van een twee palletten hoog, hanenkammen, gestencilde pamfletten en buttons die verwezen naar obscure Latijns-Amerikaanse verzetsbewegingen. Hoe kon een grijze bejaarde die zich hult in designerkleren van Ann Demeulemeester punk zijn?

Zoals vaker moest ik mijn vriendin ruimschoots gelijk geven. Smith speelde een verschroeiend concert. Als een lieve wraakengel zette ze het Koninklijk Circus in vuur en vlam, en tussen de songs door citeerde ze met verbazend gemak uit het werk van Arthur Rimbaud en Jim Morrison. Toen een onverlaat haar vanop de eerste rij toeschreeuwde dat Brussel ‘een politiestaat’ is geworden, lachte ze hem vierkant uit. ‘Jij weet niet wat een politiestaat is, vriend. Ga naar huis, speel nog wat met je Lego.’

Punk kan ook een tedere middelvinger zijn, zo leerde ik die avond, en toen Smith onlangs haar cultalbum Horses integraal speelde, waren we weer van de partij, ondanks de pittige ticketprijzen. Smith bracht hoop. Een hele zaal die met opgeheven vuist ‘People have the power’ schreeuwt – hartverwarmend in duistere tijden.

Centrale zin: Wat is de ziel? Welke kleur heeft die?

Een late bekeerling ben ik, en nu is de inhaalbeweging ingezet, ook op literair vlak, want Patti Smith is een begenadigd auteur. Voor haar memoir Just Kids, waarin ze herinneringen ophaalt aan haar relatie met de overleden fotograaf Robert Mapplethorpe, kreeg ze in 2010 de National Book Award, en zopas is Engelenbrood verschenen, waarin Smith op proustiaanse wijze terugkeert naar haar prille jeugd. Tien jaar lang heeft ze aan dit boek gewerkt, en na de eerste hoofdstukken begrijp je meteen waarom. De zeer gedetailleerde reconstructie van haar kinderjaren moet serieus wat denkwerk gekost hebben.

Wat blijkt? Een punk-oma is ooit gewoon een meisje geweest dat van poppen en sprookjes hield. Smith groeide op in een typisch Amerikaans gezin uit de lagere klasse: niet arm, maar elke penny telde. Ze was een ziekelijk kind dat uitgroeide tot een eigenzinnige kleuter, tegelijk dromerig en rebels. Niet zelden liep ze verloren in bossen, betoverd door de natuur, maar evengoed ging ze in de steegjes van Philadelphia het gevecht aan met de lokale bullebakken.

Taal blijkt haar grote liefde te zijn, en later komt daar fotografie bij: wanneer ze bij de papierslag een paar modetijdschriften ontdekt, weet ze meteen dat de camera haar levensgezel zal worden. Fans zoals ondergetekende zullen elk woord van Smith gulzig opslorpen, ook al kreunt de tekst soms onder detailzucht. Maar het slothoofdstuk is de lange reis dubbel en dik waard; zelden zoiets ontroerends en liefdevols gelezen. Achtenzeventig is Smith nu, en haar leven telt almaar meer dode vrienden, maar in het zicht van het grote niets blijft ze strijdvaardig. Ze mag nog niet gaan, de wereld heeft Patti Smith broodnodig.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Expertise