In ‘Een schitterend wit’ biedt Jon Fosse geen antwoorden, maar hij betovert met zijn repetitieve proza
Jon Fosse, Oevers
Een schitterend wit
Oorspronkelijke titel: Kvitleik, 80 blz, 19,00 euro
Een schitterend wit is uw ideale introductie tot kersvers Nobelprijswinnaar Jon Fosse.
Het blijft een stijfdeftig moment. Geen lasershow, geen confettikanon, geen rookmachines, geen vuurwerk of tromgeroffel. Neen, ergens op de Zweedse Academie in Stockholm gaat een wit deurtje open, een secretaris verschijnt en leest onderkoeld een naam van een blad. Meestal blijft het ijzig stil bij de toehoorders. Niemand juicht, niemand applaudisseert. Je hoort een kuchje en ijverig getokkel op laptops. Daarna komt een academielid kort uitleggen waarom iemand de Nobelprijs Literatuur heeft gewonnen. Tien minuten later gaat het deurtje weer dicht en is de ceremonie voorbij.
De winnaar van dit jaar stond hoog genoteerd bij de bookmakers – vijf tegen één – en ook literatuurkenners zagen in de Noorse toneelschrijver, dichter, vertaler en romancier Jon Fosse een mogelijke winnaar. In onze contreien is Fosse vooral bekend om zijn Septologie, een zevendelige romanreeks waarin een oude kunstenaar terugkijkt op zijn leven. De cyclus van een kloek twaalfhonderd pagina’s is neergepend in een bedwelmend proza. De meanderende zinnen vol spiegeleffecten en doppelgängermotieven scheppen een haast mystiek effect.
Zijn kersverse, veel bondiger vertelling Een schitterend wit heeft op het eerste gezicht weinig om het lijf. Een man neemt uit pure verveling de auto en rijdt zich na talloze omwegen finaal vast in een modderige bosweg. Daar valt hij ten prooi aan twijfel. Moet hij op zijn stappen terugkeren? Had hij bij de vorige afslag geen boerderij gezien? Zouden ze daar een traktor hebben? Moet hij wachten tot het ochtend is? Kan hij de auto misschien zelf los manoeuvreren?
Ondanks de toenemende sneeuwval besluit de man – nooit een goed idee – het bos te verkennen, waar hij allerlei vreemde gedaantes ontmoet: eerst ziet hij een spookachtig wezen, even verderop denkt hij zijn bezorgde ouders te herkennen… Er worden woorden uitgewisseld – gesprekken kun je ze niet noemen. De hulpkreten vervliegen in de nacht, het gekibbel verstomt tussen de bomen… Bij Fosse brokkelt de taal razendsnel af.
Voor de lezer blijft alles in nevelen gehuld. Is de man aan het hallucineren? Ligt hij onder narcose op een operatietafel? Droomt hij van zijn nakende dood? Fosse biedt geen antwoorden maar betovert met zijn repetitieve proza, met de eeuwige weifeling van de dwaalgeest, tastbaar gemaakt in zinnen als mantra’s. Een schitterend wit leest als een beckettiaans gebed, het ideale opstapje voor wie de ijle hoogten van Fosses oeuvre wil verkennen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier