In ‘Een Eenvoudige Ingreep’ vertelt Yael Inokai hoe vrouwen door de geneeskunde miskend worden
Yael Inokai, De Geus
Een Eenvoudige Ingreep
Oorspronkelijke titel: Ein simpler Eingriff, 194 blz, 21,00 euro
Yael Inokai peutert met chirurgische precisie in het brein van haar personages.
In 1949 won António Egas Moniz de Nobelprijs voor de Geneeskunde omdat hij een revolutionaire behandeling had ontwikkeld voor psychische stoornissen. Patiënten met suïcidale gedachten, schizofrenie of chronische angststoornissen werden door Moniz met een simpele ingreep ‘genezen’. Onder lokale verdoving werden twee gaten in de schedel geboord waarna een chirurg een sneetje maakte in de voorhoofdskwabben. Later werd de methode verfijnd: met een schraper ging men langs de oogbol een beetje koteren onder de hersenpan.
Het bekroonde wondermiddel stond bekend onder de naam ‘lobotomie’ en een van de bekendste patiënten was Rosemary Kennedy, de zus van president John F. Kennedy. Na de procedure kon ze niet meer lopen of praten en was haar warme persoonlijkheid volledig uitgewist. Het zal u niet verbazen dat vooral vrouwen slachtoffer werden van de barbaarse aanpak. Last van hormonen, stemmingswisselingen, een ‘hysterische’ bui? Een breinknipje brengt soelaas.
Centrale zinnen: Het is niet echt moeilijker dan ademhalen. En toch is niets moeilijker dan dat.
Ondertussen wordt de foltermethode nergens meer gebruikt, maar wat als hersenchirurgen er in de nabije toekomst toch in zouden slagen om depressies weg te toveren zonder dat patiënten in zombies veranderen? Dat is het uitgangspunt van Een eenvoudige ingreep, de nieuwe roman van de Zwitserse schrijver Yael Inokai.
In haar bekroonde boek volgen we Meret, een verpleegkundige die patiënten begeleidt terwijl een arts de kwaadaardige hersenzones verwijdert. De cliënten moeten bij bewustzijn blijven zodat de juiste regio’s ontzenuwd worden en daartoe moet Meret hen bezighouden met puzzels, raadsels of kaartspelletjes. Onder hen ook Marianne, een telg uit een rijke Zwitserse dynastie. Marianne worstelt met woedeaanvallen en hoewel Meret normaal een professionele afstand bewaart tot haar patiënten, ontstaat er tussen Marianne en Meret al snel een intieme band. En ook met Sarah – haar kamergenote in het zusterhuis – knoopt Meret een relatie aan, ook al is Sarah veel kritischer over de psychochirurgische ingreep.
Inokai beschrijft de driehoeksverhouding in een toepasselijke, klinische stijl – zelfs de seksscènes doen denken aan een medisch onderzoek – en verliest zich gelukkig niet in praktische gruweldetails. Een eenvoudige ingreep had makkelijk kunnen verzanden in een horrorfabel. Inokai focust zich daarentegen op de geesteswereld van haar drie boeiende personages en vertelt op subtiele wijze hoe het vrouwenlichaam door de medische wetenschap vaak miskend en mismeesterd wordt.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier