‘Ik zeg geen vaarwel’: met dit horrorsprookje bewijst Han Kang opnieuw waarom ze tot de wereldtop behoort
Han Kang, Nijgh & Van Ditmar
Ik zeg geen vaarwel
Oorspronkelijke titel: Jagbyeolhaji anneunda, 302 blz, 23,00 euro
Met twee vingerkootjes wijst Han Kang je de weg naar een vergeten massagraf.
Cirkelzagen zijn gevaarlijke tuigen. Wanneer In-seon haar handschoen uittrekt, blijven er twee vingerkootjes achter. Verbijsterd staart ze naar de bloedende stompjes. De aanblik van de rode fonteinen overmant haar en In-seon zijgt bewusteloos neer op de vloer van haar werkhok. Wanneer ze wakker wordt, bevindt ze zich in een ziekenhuis in Seoel, ver van het eiland Jeju, waar ze woont. Een alerte buurvrouw heeft haar gevonden, tussen het zaagsel en de meubelpoten, en In-seon is met een spoedvlucht naar het Koreaanse vasteland overgevlogen. Chirurgen hebben de kootjes weer op hun plaats genaaid, maar daar eindigt haar kwelling niet. Elke drie minuten worden de hechtingen geïnjecteerd om te voorkomen dat haar vingertoppen wegrotten. Als ze afsterven, zal ze voor de rest van haar leven geplaagd worden door helse fantoompijnen.
Centrale zin: ‘Is elk van deze bomen een grafsteen?’
Maar cirkelzagen kunnen ook levens redden. Tijdens haar folterende heling sommeert In-seon haar oude vriendin Gyeong-ha aan haar ziekbed. Ooit werkten ze samen voor een tijdschrift, In-seon als fotografe, Gyeong-ha als journaliste, maar hun contact verwaterde: In-seon schoolde zich om tot timmervrouw en ging bij haar moeder op Jeju wonen, Gyeong-ha bleef achter in Seoel en zag haar leven ineenstorten. Job kwijt, gezin kwijt… De details zijn vaag, maar haar depressie is dat niet: Gyeong-ha was aan een zelfmoordbrief bezig toen de metalen tanden in het vlees van haar vriendin beten.
Een vingerwijzing van het lot? Misschien, want In-seon heeft een opdracht voor Gyeong-ha. Zij moet In-seons achtergebleven kaketoe redden. Het vogeltje heeft dringend eten nodig, en wie kan een vriendin in nood een gunst weigeren? Gyeong-ha bergt haar zelfmoordplannen op en reist, te midden van een sneeuwstorm, naar Jeju om een bolletje pluimen van nootjes te voorzien. Maar eens daar, in een afgelegen hut, in een afgelegen dorp, blijken er nog bewoners op Gyeong-ha te wachten, spookachtige wezens die haar gruwelijke verhalen vertellen over massamoorden, verkrachtingen en standrechtelijke executies.
In 2016 won Han Kang de Man Booker International Prize voor haar onthutsende roman De vegetariër. Met dit horrorsprookje bewijst ze opnieuw waarom ze tot de wereldtop behoort. Ik zeg geen vaarwel verhaalt over de vergeten genocide op de rebelse bevolking van Jeju, een schandvlek op de geschiedenis van Zuid-Korea. Maar verwacht geen politiek pamflet. Bij Han primeert de romanvorm, en die beheerst ze als de besten. Met haar virtuoze zinnen en ontroerende passages houdt ze je aan het blad gekluisterd, en terwijl ze je betovert met haar stilistisch meesterschap, geeft ze de duizenden doden van Jeju weer een stem. Han Kang verbluft weer. Menig schrijver zou een vinger veil hebben voor een greintje van haar talent.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier