Erwin Mortier, vertaler van Seán Hewitt: ‘Uitgevers hebben een heilige schrik van poëzie’

Erwin Mortier © Stephan Vanfleteren
Roderik Six
Roderik Six Journalist voor Knack

X is tegenwoordig een met pis doordrenkte zandbak voor brulboeien, trollen en complotdenkers, maar Erwin Mortier en Seán Hewitt sloten er wel een literaire vriendschap. Mortier ontdekte er Hewitts poëzie en vertaalde zowel zijn memoires als zijn debuutroman Hemel, open u. In het rustige café van Kunstencentrum 404 – het is paasvakantie, de studenten zijn grotendeels uit Gent verdwenen – steekt Mortier zijn bewondering voor Hewitt niet onder stoelen of banken. ‘Toen ik zijn verzen las, werd ik meteen getroffen door de sensualiteit van zijn taal. Maar uitgevers lijden aan poëziefobie, dus het was wachten op zijn eerste prozaboek voor ik met zijn werk kon leuren.’

Seán Hewitt schrijft zeer fijnzinnig Engels. Heb je geworsteld met de vertaling?

Erwin Mortier: Het helpt dat we in dezelfde stijl schrijven, maar elke vertaling is een hertaling. Als je de tekst woord voor woord vertaalt, krijg je een keurige maar doodse omzetting, maar omgekeerd mag je ook niet te veel inkleuren – voor je het weet, krijg je een expressionistische vertaling die te veel afwijkt van het origineel. Mijn voorliefde voor het Engels stamt uit de middelbare school waar een bevlogen leraar ons de schoonheid van Shakespeare bijbracht. Ik herinner het me goed: op vrijdagnamiddag werd er in de klas gelezen en vertaald, dan moesten we allemaal Daphne du Maurier naar het Nederlands vertalen. Niet altijd een pretje, maar ik heb veel bijgeleerd.

Hewitt beschrijft het wel en wee van een jongeman die worstelt met zijn homoseksualiteit. Is dat herkenbaar?

Mortier: Ik herkende me vooral in de rurale setting. Opgroeien tussen boerenfamilies, in het midden van de natuur, omringd door mensen die niet meteen het hart op de tong dragen. In de omgeving van het hoofdpersonage James lopen vooral bonkige mannen rond, zwijgers en binnenvetters, type kort van stof maar ruim van hart. Wel herken ik de strijd die de queer gemeenschap in sommige landen nog moet voeren. Ik heb in Kroatië ook weleens meegemaakt dat lezingen achter gesloten gordijnen doorgingen.

In augustus verschijnt nieuw werk van jouw hand: Vlaamse vergezichten. Licht je al een tipje van de sluier?

Mortier: Het is geen roman, maar soort hybride tussen memoires en essays. Ik keer terug naar mijn jeugd in de Leiestreek, naar het Vlaanderen dat nog geregeerd werd door pastoors en notabelen. Tussen kasteel en kerk ontstonden wel de eerste kunstenaarskolonies – Latem is het standaardvoorbeeld – en ook de eerste taalgenootschappen werden opgericht. Het is een tijdperk dat vaak gemythologiseerd wordt, niet in het minst door de rechterflank, die vaak welwillend blind blijft voor de Vlaamse collaboratie. Ik probeer dat verleden en die mythes te ontrafelen, en tegelijk mijn eigen familiegeschiedenis bloot te leggen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content