Elke dag schrijft Chris Carter exact duizend woorden

Roderik Six
Roderik Six Journalist voor Knack

Ooit stond hij in de studio met Britney Spears, nu prijken de thrillers van Chris Carter bovenaan in de bestsellerlijsten. Niet voor gevoelige zielen.

Vol afgrijzen staart rechercheur ­Robert Hunter naar zijn laptop. Op het scherm streamt een gruwelijk tafereel: een man zit opgesloten in een glazen kooi, de doodsangst straalt van zijn gezicht. Hij weet dat hij zal sterven, de vraag is alleen hoe: wordt hij levend verbrand of wacht hem een trage verdrinkingsdood? Het is de kijker die online, via een poll beslist. Internetvoyeurs ­kunnen naar believen klikken.

Machteloos moet Hunter toe­kijken hoe de tellers oplopen. Hij kan alleen maar hopen dat het een zieke hoax betreft. Nee dus. Terwijl de ­lijken – of wat daarvan overblijft – zich ­opstapelen, ontspint zich een kat-en-muisspel tussen de eenzelvige Hunter en een wraaklustige seriemoordenaar.


Eén voor één is de vijfde thriller van Chris Carter die in het Nederlands verschijnt. Zijn reeks over speurneus Robert Hunter, die in het Engels ­ondertussen al tien volumes telt, doet wereldwijd kassa’s rinkelen, ook al vergt zijn oeuvre een sterke maag: de moordscènes grenzen niet zelden aan de folterporno.


‘Misschien moet er zo’n ­Parental Advisory-sticker op mijn boeken’, geeft Carter grif toe wanneer we hem ­spreken in de lobby van het Gentse ­Pillow ­Hotel. ‘Dat zou de verkoop waarschijnlijk ­alleen maar aanzwengelen. Slechts één keer heb ik een gruwel­scène gecensureerd: een explosie waarbij ­menselijke botfragmenten meerdere slacht­offers doorboorden. Dat viel slecht bij mijn Engelse ­uitgever – de ­Londense bomaanslagen lagen nog vers in het ­geheugen. Maar vergis je niet, de ­realiteit overstijgt vaak de fictie, de mens is een wrede diersoort.’


Carter kan het weten. De in ­Brazilië geboren auteur is crimineel gedragspsycholoog van opleiding. Zeven jaar werkte hij samen met de politie van Los Angeles, tot hij de ­gruwel niet meer kon verdragen en een ­drastische carrière­switch zich opdrong. ­Carter gordde een gitaar om en werd sessiemuzikant bij meerdere glamrockbands. Dat is hem overigens nog steeds aan te zien. Waar de meeste thriller­auteurs ogen als ­gepensioneerde leerkrachten, lijkt Carter net van een ­podium gestapt: lange zwarte ­manen, een Nine Inch Nails-shirt strak rond de torso gespannen en ­vlammende ­tattoos die zijn armen volledig ­bedekken.

Van crimineel psycholoog tot rockster, dat moet je even uitleggen.

Chris Carter: Toen ik die studie aan de universiteit van Michigan aanvatte, stond die discipline nog in de kinderschoenen. Tegen­woordig baseren criminologen hun werk op politierapporten, in mijn studententijd liepen we mee met de agenten en ­deden we onderzoek in situ. Een rechercheur tilde het politielint op en hup, daar stonden we, tussen het bloed en de lijken. De shit die ik toen gezien heb, daar krijg ik nog nachtmerries van. ­Geamputeerde lede­maten, junks die hun baby in de microgolf steken… Dat hou je niet vol. Toen een bevriende muzikant in LA op zoek was naar een gitarist die wat bossanova­ritmes op de plaat kon inspelen, heb ik niet getwijfeld. Voor ik het wist stond ik wereldwijd in stadions te spelen.

Mis je het podium niet?

Carter: Voor alle duidelijkheid: mijn bands zijn nooit wereldberoemd ­geworden. Ik was een sessiemuzikant, a gun for hire. Ik stond in de studio met Britney Spears, en ging mee op tour met Ricky Martin en Shania Twain. Niet meteen mijn type muziek (wijst naar zijn NIN-shirt) maar elke avond voor tienduizenden gillende fans ­spelen, geeft wel een kick. De muziekbusiness zelf mis ik niet. Daar lopen echte klootzakken rond. Platenbonzen die aan de lopende band opkomende muzikanten neuken in ruil voor een platencontract, dat was schering en ­inslag. Walgelijke eikels zijn het.

‘De shit die ik gezien heb toen ik met de politie werkte, daar krijg ik nog nachtmerries van. Dat hou je niet vol.’

Dan maar wereldberoemd schrijver worden?

Carter: Ook dat was toeval. Ik had geen enkele schrijfambitie. Mijn eerste ­verhaal is voortgekomen uit een bizarre droom. Op een ochtend werd ik wakker, badend in het zweet, en toen ik mijn droom aan mijn toenmalige vriendin vertelde, maande ze me aan om die nachtmerrie bij wijze van verwerking uit te schrijven. De helft was rommel, maar de hoofdstukken over een crimino­loog die op een serie­moordenaar jaagt, bleken wel levensvatbaar – ik kon gewoon uit mijn vroegere werkervaring putten. Dat manuscript heb ik naar een literair agent gestuurd, een uitgever bood me een contract aan en nu zit ik hier in Gent met jou te ­praten. Wonderlijk.

Robert Hunter is een getroebleerde eenzaat en workaholic. In hoeverre lijkt hij op zijn schepper?

Carter: Onze werkdrang en tristesse delen we. Vijf jaar geleden pleegde mijn vriendin Kara zelfmoord. (schiet vol) Ik mis haar nog elke dag. Elke morgen ontwaak ik in tranen en zie ik haar lichaam weer liggen. Ik heb haar lijk ontdekt, dat beeld krijg je niet uit je brein gewist. Mijn advies aan zelfmoordenaars: doe het niet, en als je het toch doet, zorg dat je geliefden je niet vinden.

Helpt schrijven om die pijn te verwerken?

Carter: De droefenis verdwijnt niet, maar schrijven helpt om de dag te ­vullen. Het schept structuur. Net als Hunter moet ik iets omhanden ­hebben of ik word gek. Elke dag schrijf ik exact 1000 woorden, niet meer en niet ­minder. Zelfs al moet ik midden in een zin stoppen, de rest is voor morgen. Dan heb ik een reden om op te staan: weer een regel tikken, weer een hoofdstuk afwerken. Er is niets romantisch aan. Gewoon je kont in een stoel parkeren en schrijven. Tot het bittere einde.

Eén voor één

Uit bij HarperCollins.

1813

Wie vragen over zelfdoding heeft, kan anoniem terecht bij de Zelfmoordlijn
op het nummer 1813 of op zelfmoord1813.

Chris Carter

Niet te verwarren met de gelijknamige bedenker van 
The X-Files.


Geboren in 1965 
in Brasilia.


Verhuist later naar de VS, waar hij psychologie en criminologie studeert, betaalt zijn studies met jobs in hamburger­restaurants en 
als stripper.


Werkt in de jaren negentig als sessiemuzikant.


Publiceert in 2009 zijn eerste Robert Hunter-thriller, The Crucifix Killer (Handtekening van het kwaad).

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content